Titel: Nota@s naar aanleiding van de verslagen eerste suppletore
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten Generaal
Plein 2
2511 CR s-GRAVENHAGE
Datum
Uw brief (Kenmerk)
Ons kenmerk
27 juni 2001
FEZ 2001/162 M
Onderwerp
Aanbieding notas naar aanleiding van de verslagen
(27 756 nr. 1 en 27 757 nr. 1)
Hierbij bied ik u aan:,
* de nota naar aanleiding van het verslag betreffende de wijziging
van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van de
Nationale Schuld (IXA) voor het jaar 2001 (27 756 nr. 1);
* de nota naar aanleiding van het verslag betreffende de wijziging
van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het
ministerie van Financiën (IXB) voor het jaar 2001 (27 757 nr. 1)
DE MINISTER VAN FINANCIËN,
27 756 WIJZIGING VAN DE BEGROTING VAN DE UITGAVEN EN DE ONTVANGSTEN
VAN DE NATIONALE SCHULD (IXA) VOOR HET JAAR 2001 (WIJZIGING
SAMENHANGENDE MET DE VOORJAARSNOTA)
Vraag
De leden van de vaste commissie voor Financiën vragen de minister een
nadere toelichting te geven op het hoe en waarom van artikel 4.
Antwoord
In het voorstel voor de Comptabiliteitswet 2001 is een bepaling
opgenomen die voorziet in het opnemen van hoofdsommen van leningen aan
baten-lastendiensten en derden. Dit komt de budgettaire transparantie
ten goede. De voorgestelde mutatie in deze suppletore wet heeft
betrekking op een financieringstransactie t.b.v. een nieuwe
faciliteit, nl. anticiperende aankopen door de Raad voor Vastgoed.
Hoewel de faciliteit nog niet bij een baten-lastendienst ondergebracht
is, leek het goed om vooruitlopend hierop én vooruitlopend op de
Comptabiliteitswet 2001, budgettair ook transparant te zijn voor de
leningverstrekking. Omdat de nieuwe Comptabilteitswet geldt vanaf
2002, is het bedoelde artikel 4 nodig.
27 757 WIJZIGING VAN DE BEGROTING VAN DE UITGAVEN EN DE ONTVANGSTEN
VAN HET MINISTERIE VAN FINANCIËN (IXB) VOOR HET JAAR 2001 (WIJZIGING
SAMENHANGENDE MET DE VOORJAARSNOTA)
Vraag 1
Wat zal er precies worden verbeterd aan de kwaliteit van de
dienstverlening door domeinen? Kan deze kwaliteitsimpuls vertaald
worden in meetbare doelstellingen (p. 4)?
Antwoord
De kwaliteit van de dienstverlening van Domeinen zal worden verbeterd
door:
Extra investeringen in de informatievoorziening. Het betreft hier de
vervanging van het huidige verouderde geautomatiseerde
informatiesysteem. Hier zullen ook de klanten van Domeinen profijt
van hebben, gelet op de betere afstemming van het nieuwe systeem
op klantenwensen.
De huisvesting. Dit betreft de samenvoeging van regionale
vestigingen (voor het beheer van roerende als onroerende zaken),
waardoor deze qua bedrijfsvoering beter zijn afgestemd op de
klant. Dit laatste aspect is met name van toepassing op roerende
zaken.
Een intensivering van de opleidingsfaciliteiten ten behoeve van het
personeel van Domeinen teneinde de vastgoedkennis van het
personeel op een hoger peil te brengen. Hierdoor neemt de
professionaliteit van de medewerkers toe hetgeen de kwaliteit van
de dienstverlening ten goede komt.
In het kader van de VBTB-begroting worden kengetallen ontwikkeld om
e.e.a. meetbaar te maken.
Vraag 2
Wat zijn momenteel de totale apparaatsuitgaven van Domeinen (p. 4)?
Antwoord
De totale apparaatsuitgaven voor Domeinen (uitgaven voor personeel en
materieel) worden momenteel (stand VJN 2001) voor 2001 begroot op f.
68,0 miljoen (@ 30,9 miljoen).
Vraag 3
Wordt de budgetverhoging van 23,9 mln. ter verbetering van de
werkomgeving en het arbeidsmarktbeleid bekostigd uit het budget van f
2,1 miljard zoals genoemd op bladzijde 6 van de Voorjaarsnota (p. 4)?
Antwoord
De budgetverhoging van 23,9 mln. ter verbetering van de werkomgeving
en het arbeidsmarktbeleid is specifiek ten laste van de
Financiën-begroting (IX-B) gedekt en derhalve niet bekostigd uit het
budget van f 2,1 miljard zoals genoemd op bladzijde 6 van de
Voorjaarsnota welke beschikbaar is gesteld voor intensiveringen voor
arbeidsknelpunten in de collectieve sector.
Vraag 4
Leidt het bedrag van f 16 miljoen dat is bestemd voor ICT, tot een
stijging van de arbeidsproductiviteit en zo ja, met hoeveel procent
zal de arbeidsproductiviteit stijgen (p. 4)?
Antwoord
De investeringen in ICT betreffen m.n. de vervanging en uitbreiding
van het serverpark, verbetering van het lokale netwerk en vervanging
van de telefooncentrale. Met de beoogde capaciteitsuitbreiding kan de
verwachte groei van de belasting van het netwerk en de servers de
komende vijf jaar worden opgevangen en wordt gevolg gegeven aan de
aanbevelingen uit afhankelijks- en kwetsbaarheidsanalyses, die zijn
uitgevoerd op grond van de Voorschriftgeving Informatiebeveiliging
Rijksdienst. Het niet doen van deze investeringen zou naar verwachting
leiden tot het verlies van capaciteit.
Vraag 5
Wat gaat er met het bedrag van f 7.790 mln zoals genoemd op bladzijde
4 gebeuren (p.4)?
Antwoord
Dit bedrag is bedoeld voor financiering van projectorganisatie
huisvesting (f 4,4 mln. incl. aanpassing huisstijl en verbetering
facilitaire dienstverlening), recruiting-activiteiten (f 1,3 mln.),
onderzoek w.o. fiscale verkenningen (ca. f 1,5 mln.) en overige,
kleinere mutaties (f 0,6 mln.).
Vraag 6
Hoeveel zal de verwachte doelmatigheidswinst bedragen van het ophogen
van de voorziening ten behoeve van anticiperende aankopen (p. 6)?
Antwoord
Een adequate inschatting van de verwachte doelmatigheidswinst kan op
dit moment niet worden gegeven, omdat nog maar zeer recent is begonnen
met het anticiperend aankopen en er dus nog onvoldoende gegevens zijn.
Wel kan op basis van onderzochte projecten worden gesteld dat het
anticiperend aankopen doelmatigheidswinst zal opleveren. Zo betaalt
Rijkswaterstaat bij onteigening gemiddeld 27% meer dan de marktwaarde.
Voorts zullen naar verwachting in de komende jaren in diverse gebieden
grondprijsstijgingen plaatsvinden die hoger zijn dan de rente die
vakdepartementen over de anticiperende aankoop moeten betalen. Bij het
anticiperende aankopen speelt tevens tijdwinst een rol, doordat
projecten eerder tot uitvoering kunnen worden gebracht.
Vraag 7
Waarop baseert het kabinet de verwachting dat per saldo de
waardestijging niet geheel gecompenseerd wordt door de
tariefsverlaging (p. 7)?
Antwoord
In de Wet waardering onroerende zaken (WOZ) is voor de gemeente de
mogelijkheid opgenomen de tarieven te differentiëren voor woningen en
niet-woningen. Uitgangspunt is dat de waardestijging zich zowel bij de
sector "woningen" als "niet-woningen" voordoet. De tarieven dalen
veelal voor de sector "woningen". Als gevolg hiervan zullen voor deze
sector de waardestijgingen worden gecompenseerd door tariefdalingen.
De verwachting is dat voor de sector "niet-woningen" deze compensatie
niet volledig zal plaatsvinden. Aangezien Domeinen veelal objecten in
de sector "niet-woningen" heeft, is de verwachting gerechtvaardigd dat
de uitgaven voor onroerende zaakbelasting op jaarbasis zullen
toenemen.
Vraag 8
Waarom stijgen de uitgaven van heffings-en invorderingsrente met meer
dan 25% (p. 11)?
Antwoord
De hogere uitgaven zijn vooral een gevolg van de relatief hoge
rentestand (gemiddeld 4,4% over het eerste halfjaar 2001 tegen
gemiddeld 3,6% over 2000).
Vraag 9 en 10
Kan een specificatie naar tijd en activiteit worden gegeven van de f
77 miljoen die is overgeheveld van het ministerie van Verkeer en
Waterstaat naar de Belastingdienst in de jaren 1999 en 2000 en van de
f 43.4 miljoen die in 2001 zullen worden overgeheveld (p. 11)?
Verwacht de Belastingdienst dit jaar nog meer ontvangsten van het
ministerie van Verkeer en Waterstaat in verband met betaald rijden (p.
11)?
Antwoord
Het overgrote deel betreft automatiseringsuitgaven. Het spitstarief
zou deels worden geïnd via de autobetaalbox en deels via fotografische
kentekenherkenning waarna een aangifte wordt verzonden. Voor deze
vormen van inning is door de Belastingdienst aan een back-office
gewerkt. Hiervoor is in 1999 en 2000 de benodigde software ontwikkeld.
Een deel van de f 77 mln (namelijk f 13 mln) is doorgeschoven naar
2001. Hierdoor is voor 2001 een bedrag van f 56,7 mln beschikbaar voor
het project betaald rijden.
Er zijn nog geen voorbereidingen getroffen voor de invoering van de
kilometerheffing. Wel heeft een eerste oriëntatie plaatsgevonden op de
rol die de Belastingdienst zou kunnen spelen bij de toekomstige
uitvoering van de kilometerheffing. Onderdelen van het systeem dat is
ontwikkeld voor het project betaald rijden zouden kunnen worden
gebruikt voor andere doeleinden zoals de heffing van expresbanen.
Afhankelijk van de vormgeving van het te ontwikkelen systeem voor
kilometerheffing zouden onderdelen van het reeds ontwikkelde systeem
bruikbaar kunnen zijn voor de kilometerheffing.
Vraag 11
Is de toegenomen afdracht van de Staatsloterij met 53 miljoen gulden
een gevolg van een verhoging van de prijs van een staatslot met f
2,50? Zo nee, wat is dan de oorzaak? Zo ja, waarom is deze verhoging
van de afdracht niet eerder voorzien (p. 12)?
Antwoord
De verhoging van de verwachte afdracht Staatsloterij hangt voor het
grootste deel samen met de groei die zich in de afgelopen jaren in de
totale omzet van de loterijmarkt heeft voorgedaan. De verhoging van de
afdracht is eerst nu verwerkt omdat in het verleden niet duidelijk was
of de ontwikkeling van de marktomzet zich op een hoog niveau zou
handhaven. Darnaast werkt het effect van de lotprijsverhoging door in
een verhoging van de afdracht.
Vraag 12
Hoeveel belastingplichtigen hebben inmiddels bezwaar gemaakt tegen de
voorlopige aanslag IB/PVV vanwege indeling in de verkeerde box (p.
12)?
Antwoord
In totaal hebben ca. 150.000 belastingplichtigen bezwaar gemaakt tegen
de voorlopige aanslag.
Vraag 13
Wat is het gemiddelde bedrag aan kostenvergoedingen per bezwaar (p.
12)?
Antwoord
Er vindt geen centrale registratie plaats van de toegekende en
uitbetaalde kostenvergoedingen. De voor de beantwoording van de vraag
benodigde gegevens zijn in verband hiermede thans niet voorhanden.
Begin 2002 kan inzicht worden geboden in de bedragen waar het om
handelt.
Vraag 14
Waarom is er sprake van een hogere opbrengst uit hoofde van verkoop
van areaal met niet agrarische bestemming en overige objecten (p.
13)?
Antwoord
Aangezien er meer onroerende zaken door departementen ten verkoop zijn
overgedragen dan bij de ontwerpbegroting 2001 kon worden overzien,
leidt dit tot extra inkomsten. Bij deze objecten zitten een aantal
grote ontvangsten. Als voorbeelden van ten verkoop aangeboden objecten
die bij de totstandkoming van de ontwerpbegroting 2001 (medio 2000)
nog niet konden worden overzien, kunnen worden genoemd een aantal
verkopen van ongeveer 330 ha aan gemeenten in de provincie Flevoland
voor ongeveer f. 89 miljoen. Het betreffen hier verkopen van gronden
met niet-agrarische bestemming.
Vraag 15
Hoeveel grond dacht men oorspronkelijk te verkopen en wat was daarvan
de geschatte prijs? Hoeveel grond denkt men nu te verkopen en wat is
de nu verwachte prijs (p. 13)?
Antwoord
De oorspronkelijke verkoopraming van agrarische Domeinen ging uit van:
* 1.400 ha grond in verpachte staat tegen een hectareprijs van f.
50.000
* 300 ha pachtvrije grond tegen een hectareprijs van f. 100.000
De huidige verkoopraming gaat uit van:
* 800 ha grond in verpachte staat tegen een hectareprijs van f.
50.000
* 200 ha pachtvrije grond tegen een hectareprijs van f. 75.000
Het verschil wordt veroorzaakt door:
* De tijdelijke verkoopstop agrarische Domeinen; hierdoor worden nu
alleen nog maar zaken verkocht die vóór 12 april 2000 in
portefeuille zaten. Gelet op het feit dat deze verkoopstop nog
steeds van kracht is, zullen er geen nieuwe verkopen meer
plaatsvinden, voor zover het verkopen van grond in verpachte staat
betreft.
* Wat betreft de afname van de begrote verkopen van pachtvrije grond
kan worden vermeld dat het aantal pachters dat zijn bedrijf
beëindigt lager is dan verwacht. Daarnaast komt er in 2001 in
verhouding meer grond vrij van pacht in de minder dure gebieden.
Vraag 16
Wat zijn de verwachte inkomsten uit hoofde van de kapitaalsbelasting
in 2001 (p. 21)?
Antwoord
De verwachte inkomsten uit hoofde van de kapitaalsbelasting in 2001 ,
ten tijde van de eerste suppletore, zijn 925 miljoen gulden.