Gemeenschappelijk persbericht van proefboerdrij de Oostwaardhoeve in Slootdorp en de provincie Noord-Holland

Nieuwe toekomst voor proefboerderij Oostwaardhoeve

De Oostwaardhoeve bestaat dit jaar 60 jaar. Naar aanleiding daarvan onthulde de Noord-Hollandse gedeputeerde Economie, Landbouw en Europa, drs. Bob Verburg op de Oostwaardhoeve, Nieuwesluizerweg 41b in Slootdorp op woensdag 27 juni het logo van het nieuwe ecotechnisch onderzoekbedrijf Oostwaardhoeve. In de Oostwaardhoeve nemen deel Milieutechniek de Vries & van de Wiel en Wageningen Universiteit en Research Centrum. Vertegenwoordigers van deze partners, ir. K.A. Poortman resp. prof. dr. C.P. Veerman, gaven een toelichting op de plannen. Gedeputeerde Verburg beklemtoonde het belang van de ontwikkelingen op de Oostwaardhoeve voor de regio en de ontwikkeling van de landbouw in de provincie Noord-Holland in het algemeen.

Innovatieve eco-techniek
Het nieuwe logo markeert de nieuwe start van één van de oudste proeflocaties voor het landbouwkundig onderzoek in ons land. Sinds 1941 is boerderij Oostwaardhoeve in gebruik bij de Dienst Landbouwkundig Onderzoek en heeft sinds die tijd een belangrijke bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van de landbouw, met name de akkerbouw. Ten gevolge van de veranderingen in de landbouw en de behoefte aan een marktgerichte en bedrijfsmatige werkwijze hebben de partners in de Oostwaardhoeve besloten een nieuwe weg in te slaan en zich als proefbedrijf te ontwikkelen tot een innovatief eco-technisch onderzoeksbedrijf. Zij zal daarbij een belangrijke rol gaan spelen op het snijvlak van landelijk en provinciaal beleid betreffende landbouw, landelijk gebied, milieu, water en duurzame energie De Oostwaardhoeve richt zich vanaf heden op een integrale benadering van de thema´s duurzame landbouw, energie en water. Het bedrijf zal daarbij gelegenheid bieden aan zowel onderzoek als aan toepassing van resultaten in de praktijk. Belangrijke kenmerken van de nieuwe Oostwaardhoeve zijn: · Uitbreiding van de teelt van energiegewassen, gecombineerd met · Uitbreiding van het areaal voor behandeling van reinigbare bagger · Op de hoeve opwekken en toepassen van duurzame energie uit biomassa · Het winnen van duurzame energie uit b.v. windmolens en zonnepanelen. · Meervoudig ruimtegebruik door combinatie van functies (energieteelt, water, baggerreiniging, landschaps- en natuurontwikkeling) · Innovatieve landbouw, zoals precisietechnologie · Waterberging
De Oostwaardhoeve gaat het lopende baggerreinigingsproject uitbreiden. De ervaring heeft tot nu toe geleerd dat de teelt van wilgen op reinigbare bagger reiniging van bodems en een goede productie van biomassa tot effect heerft. Biomassa is brandstof voor groene energie. Op de 240 ha van de Oostwaardhoeve (ca 480 voetbalvelden) komt ruimte voor waterberging in combinatie met andere functies. Op praktijkschaal zal worden nagegaan hoe waterberging, ter vermijding van piekbelastingen, te combineren is met het reinigen van bagger (landfarming) en met energieteelt. Door het vergassen van de biomassa kan energie en warmte opgewekt worden die van nut kunnen zijn in de glastuinbouw, agrarische drogerij of opslagplaats. Voor de Oostwaardhoeve staat steeds centraal om de kringlopen van water, (water)bodems en energie zo goed mogelijk te sluiten. Het bedrijf zal ook aan derden proefvelden beschikbaar stellen en nieuwe vormen van landgebruik introduceren. Gedacht vwordt aan nieuwe vormen van teelt onder glas en biologische teelten.

Gefaseerde ontwikkeling
Het proefbedrijf de Oostwaardhoeve wil gefaseerd vorm geven aan een nieuwe toekomst. Hierbij worden eerst het biomassa- en landfarmingsproject uitgebreid en een aantal onderzoeks-projecten gestart. Per fase zullen steeds meer nieuwe functies een plek krijgen. De Oostwaardhoeve streeft er naar om ook in landschappelijke zin aandacht te besteden aan haar nieuwe vorm.

Bijlage: toespraak gedeputeerde Bob Verburg

Inlichtingen:
Peter Goedbloed, bedrijfsleider Waardhoeve, tel. (0227) 57 73 41 Rienk van der Veen, bureau Communicatie, provincie Noord-Holland, tel. (023) 514 43 09

TOESPRAAK DRS. BOB VERBURG, GEDEPUTEERDE ECONOMIE, LANDBOUW EN EUROPA VAN DE PROVINCIE NOORD-HOLLAND, T.G.V. HET JUBILEUM EN DE OPENING VAN HET ECOTECHNISCH ONDERZOEKBEDRIJF OOSTWAARDHOEVE, OP 27 JUNI 2001, TE SLOOTDORP

Dames en heren,

Het laten samenvallen van en een 60-jarig jubileum en de opening van een nieuw bedrijf geeft wel aan dat het bij de Oostwaardhoeve met de timing wel goed zit.

Maar ook de aard van de verandering lijkt me gezien de maatschappelijke ontwikkelingen goed gekozen. Er wordt immers vanuit de samenleving steeds kritischer naar de agrarische sector gekeken. En even afgezien van de vraag of dat altijd even terecht is: we hebben ermee te maken.

En juist nu die maatschappelijke verwachtingen veranderen, verbreedt de Oostwaardhoeve haar activiteiten, en schuift zij van faciliterend voor de Landbouwuniversiteit Wageningen veel meer op in de richting van: maatschappelijke vraagstukken oplossen. In dit geval: wat doen we met al die vervuilde bagger die onder het wateroppervlak schuilgaat?

Ondernemerschap, en dan vooral ondernemerschap dat zichzelf voortdurend opnieuw uitvindt, dat zich dus steeds zo goed mogelijk aan de wisselende omstandigheden aanpast, is de hoeksteen van elke economie. Alleen al uit die optiek gezien juich ik de nieuwe richting van de Oostwaardhoeve toe. Een marktgerichte en bedrijfsmatige werkwijze moet leiden tot een innovatief eco-technisch onderzoeksbedrijf. Het streven naar duurzame landbouw wordt steeds sterker. Inmiddels staat dat punt als hoofddoelstelling in de provinciale Agrarische Nota en in de daarop gebaseerde Landbouwagenda, die loopt tot 2005. De omslag in denken die de maatschappij verlangt, is - ook binnen de sector - al lang aan de gang. Aan ons allen is dan ook de schone taak om dat gegeven meer bekend te maken. Duurzaamheid, een projectmatige ontwikkeling, oog voor de omgevingskwaliteit het zijn termen die tegenwoordig vastgeklonken zitten aan vrijwel elk initiatief in het landelijk gebied.

Ons streven om de biologische landbouw te bevorderen, om oude glastuinbouwgebieden te herstructureren, of om verkavelingssituaties te optimaliseren, zijn voorbeelden van verantwoorde gebiedsontwikkelingen. Maar getalsmatig spreekt misschien de 12,2 miljoen Rijkssubsidie die onlangs voor Het Grootslag vrijkwam het meeste tot de verbeelding. LNV erkende daarmee dat glastuinbouwgebied Het Grootslag in West-Friesland vooroploopt, en wel de goede kant op. Richting een projectmatige, integrale benadering, waarin aspecten als natuur, recreatie, milieu en waterberging worden meegenomen. Extra erkenning voor een landschapsplan met een energieconcept dat er wezen mag!

Over glastuinbouw gesproken: de uitbreiding van deze sector legt een claim op bijvoorbeeld vollegrondstuinbouw- of akkerbouwareaal. Geen slechte ontwikkeling, want afgezien van de net genoemde voordelen, wordt de glastuinbouwsector gekenmerkt door een hoge kennis- en kapitaalintensiteit, en door het genereren van een grote toegevoegde waarde en een sterke economische spin-off. Steeds nadrukkelijker kijken we voor de ontwikkeling van glastuinbouw naar de Wieringermeer. Een stevige glastuinbouwlocatie daar, met agribusiness-activiteiten eromheen, is lucratief vanwege de economische impuls die ervan uitgaat. Maar een glastuinbouwlocatie in de Wieringermeer kan vanwege nog een reden lucratief zijn. Daarover zo.

Alle aanwezigen hier hebben het beste voor met de Noord-Hollandse landbouw, het Noord-Hollandse milieu, en met natuur en landschap in de provincie. Bekijken al die 'goedwillenden' de ontwikkelingen in de Noord-Hollandse landbouw, dan ontwaren zij een aantal paradoxen waartussen zij moeten laveren.

Allereerst de grondmarkt. Er is druk op de grond door de stijgende grondprijzen. Het landbouwareaal neemt af. De paradox is dat de samenleving extensivering van de landbouw wenst, maar dat daarvoor juist meer grond nodig is.

Ten tweede het aantal bedrijven. Dat neemt voortdurend af. Er zijn steeds minder bedrijfsopvolgers, en daarmee steeds minder beheerders van het landelijk gebied. Paradox: de samenleving wil een verantwoord beheer van het landelijk gebied, maar wie gaat dat over enige jaren doen?

Een derde punt is de milieudruk. Deze neemt geleidelijk aan af, al is het beeld per sector verschillend. De bollenteelt moet de grote slag nog maken. De paradox hier is dat de maatschappij meer eisen stelt (een schoon milieu, een gezond product), maar kiest voor lage prijzen. Wat met de mond wordt beleden, mag niet direct pijn doen in de portemonnee.

De gewijzigde visie op het landelijk gebied is ook een punt. Enerzijds is het gunstig dat er eindelijk oog komt voor de andere kant van de agrarische medaille, namelijk de niet-primaire kant: de landbouw als producent van rust, stilte, authentiek landschap, natuur, recreatiegebied. Dat helpt bij wat ik wil: dat het platteland zijn boeren houdt. Anderzijds brengt dit wrijving met zich mee. Door die andere kijk, stelt men ook meer eisen aan de inrichting van het landelijk gebied, wat de speelruimte voor de agrariër beperkt.

Als vijfde punt wil ik ten slotte de ontwikkelingen in de markt noemen. Die leiden ertoe dat de prijzen van vooral akkerbouwproducten, zuivel, vollegrondsgroenten en fruit, lager worden, en dat leidt tot inkomensdruk in deze sectoren. En dat leidt weer tot een innovatieve houding en een kritische blik op de bedrijfsvoering. Een innovatieve houding overigens die de Noord-Hollandse agrariër gezien de moeilijke productie-omstandigheden altijd nodig heeft gehad, en ook altijd getoond heeft.

Met die innovatieve houding komen we weer aardig uit bij de feestelijkheden van vandaag op de Oostwaardhoeve.

Al 60 jaar lang laboratorium voor landbouwkundig onderzoek. Al die innovatieproeven zijn verheugend en nodig, want zij brengen de sector verder. Het verheugt me ook te zien dat het Agrarisch Kennis Centrum (AKC) bij een aantal innovaties zijn beoogde rol weer heeft kunnen spelen in het bij elkaar brengen van verschillende partijen, en zo twee praktijkinitiatieven op het punt van innovatie heeft helpen vormgeven. Ik noem ze u even. Het gaat om: · Het JOZ Auto-Maatje, een automatische onkruidwieder, een project waarin o.a. IMAG en Oostwaardhoeve partners zijn; · En het Normalisatieproject Open Teelten, waarbij het streven is: het terugdringen van gewasbeschermingsmiddelen door een andere rijafstand, gekoppeld aan overkapte spuittechnieken en mechanisatie van de onkruidbestrijding tussen de rijen. Het eerste initiatief wordt gesteund door de provincie, vanuit het Technologiefonds; een aanvraag voor subsidie van het tweede is nog in behandeling. De Rabobank steunt beide innovaties, en toont daarmee zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid.

U hebt al kunnen horen wat de Oostwaardhoeve de komende jaren voor ogen staat. Teelt van biomassa uitsluitend ten behoeve van energieopwekking is in Noord-Holland niet reëel. Door de hoge grondprijzen zullen de kosten hoger zijn dan de opbrengsten. In de ontwikkeling van de landbouw in onze provincie zal de biomassa-teelt daarom in mijn ogen geen belangrijke rol kunnen spelen. Maar, in combinatie met bijvoorbeeld reiniging van verontreinigde grond of bagger, zoals hier gebeurt, zijn er meer mogelijkheden. Het is natuurlijk fantastisch als de biomassa vervolgens binnen de sector weer ingezet kan worden voor energieopwekking.

De ervaringen van de provincie om energie uit biomassa op te wekken zijn vooralsnog niet positief. Ons initiatief voor een grootschalige biomassa-centrale heeft het niet gered. Maar wij hebben de biomassa niet afgeschreven. Provinciale Staten hebben in februari vol enthousiasme ons nieuwe door collega Wildekamp verdedigde energiebeleid vastgesteld. Met dit nieuwe beleid willen wij een forse reductie van de CO2-emissie verwezenlijken. Zuiniger omgaan met fossiele brandstoffen, maar ook inzet van duurzame energiebronnen. Naast wind en zon, bijvoorbeeld biomassa. Bedrijven uit Noord-Holland spelen een belangrijke rol in het marktrijp maken van de techniek. Niet alleen ECN als onderzoeksinstelling, maar ook de leveranciers van de hardware zoals de in te zetten vergassingsinstallatie en gasmotoren. Een praktijkproef om de techniek in de praktijk te bewijzen, wil ik graag ondersteunen. Een locatie waar voldoende vraag naar warmte en elektriciteit is, is daarvoor van groot belang. En nu kom ik terug op een mogelijke glastuinbouwlocatie in de Wieringermeer.

Zou het niet geweldig zijn als we in de toekomst voor de energiebehoefte daar gebruik konden maken van de hier op het verder te ontwikkelen landgoed op te wekken energie? Wel met in ons achterhoofd dat de opbrengsten van energieteelt gering zijn: 1 hectare kan in de stroombehoefte van zeven gezinnen voorzien. Maar alle beetjes helpen. Energieteelt als vorm van diversificatie, als vorm van verbreding van de landbouw wat kun je anders dan dit toejuichen? Helemaal wanneer je bedenkt dat er voor de hele regio nog meer winst te behalen is. De Kop die zich profileert als duurzame regio met een concentratie van kennisinstellingen en bedrijven die zich toeleggen op het produceren van duurzame energie.

Na het voorgaande, begrijpt u dat het me een genoegen is de openingshandeling voor de nieuwe ecotechnisch onderzoeksbedrijf Oostwaardhoeve te kunnen verrichten.

Ik feliciteer het bedrijf van harte met zijn 60-jarig jubileum, en ik feliciteer de Oostwaardhoeve bij voorbaat met de komende 60 jaar. Die toekomst ziet er immers zonnig uit.

Dank u wel.

TD/22-06-2001
Herz. 26-06-2001