26.06.01
Nota Criminaliteitsbeheersing
Fors investeren in aanpak criminaliteit
Nederland moet de komende jaren fors blijven investeren in de aanpak
van criminaliteit. Dit betekent: meer toezicht op straat, een hogere
pakkans, kortere doorlooptijden bij strafzaken en meer maatwerk bij de
bestraffing of behandeling van daders. Om dit te bereiken, moet de
capaciteit bij politie en gemeenten voor opsporing en toezicht worden
uitgebreid met ongeveer 8000 functionarissen. Daarnaast zijn bij
politie en justitie investeringen nodig voor preventie, verbetering
van de informatiehuishouding, gebruik van nieuwe technologie,
deskundigheidsbevordering en personeelsbeleid. Met de voorstellen is,
oplopend tot 2005, een bedrag gemoeid van 1,85 miljard gulden
De hogere pakkans leidt er onder meer toe dat jaarlijks 80.000 aangiften van misdrijven meer behandeld kunnen worden en 200 onderzoeken naar criminele groeperingen extra kunnen worden gestart.
Dit blijkt uit de nota `Criminaliteitsbeheersing. Investeren in een
zichtbare overheid', die de ministers Korthals van Justitie en De
Vries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties vandaag naar de
Tweede Kamer hebben gestuurd.
Aanleiding
Een internationaal benchmark-onderzoek dat minister Korthals vorig
jaar heeft gepubliceerd, maakte duidelijk dat er aanwijzingen zijn dat
de criminaliteit naar verhouding sterker stijgt dan de
criminaliteitsbeheersing.
Er is in de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in nieuwe hoogwaardige
wetgeving en in reorganisaties en uitbreidingen bij de politie, het
openbaar ministerie en de rechtsprekende macht; ook is de
celcapaciteit aanzienlijk uitgebreid. Niettemin blijft de hoeveelheid
criminaliteit in Nederland zorgelijk. Gerelateerd aan de omvang
daarvan zijn de uitgaven voor criminaliteitsbeheersing nog altijd laag
vergeleken met andere westerse landen. Ook blijken bedrijfsleven en
particulieren verhoudingsgewijs weinig te investeren in preventie.
Tekorten
De nota signaleert een aantal concrete tekorten: te weinig toezicht op
straat, te lage pakkans en ophelderingspercentage en te lange
doorlooptijden bij strafzaken. Om het ophelderingspercentage
aanmerkelijk te laten stijgen en het aantal onderzoeken naar criminele
groepen te verdubbelen, is meer menskracht bij met name de politie
nodig.
Het duurt gemiddeld genomen te lang voordat een strafzaak voor de
rechter komt. Dat is te wijten aan onvoldoende afstemming tussen de
verschillende schakels in de keten en aan capaciteitstekorten.
Ook bij de reclassering belemmert de beperkte capaciteit de
mogelijkheden om criminele carrières van met name de veelplegers om te
buigen. Zo blijkt dat een beperkte groep daders een groot deel van de
misdrijven pleegt. Als het lukt de recidive bij deze categorie
veelplegers terug te dringen, zal dat een aanzienlijk effect hebben op
de omvang van de criminaliteit.
Maatregelen
Er is een inhaalslag nodig omdat de samenleving hoge eisen blijft
stellen en de criminaliteit complexer wordt. De investeringen in de
nota sluiten aan bij al ontwikkeld beleid. Nog dit jaar is in de
nieuwe politie-CAO voorzien in een uitbreiding van de werktijd van 36
naar 38 uur. Dat betekent een uitbreiding met zo'n 2000
mensjaren.
In de Begroting voor 2002 willen de beide bewindslieden een tweede
stap zetten met de voornemens uit de nota. De verdere realisatie zal
in het nieuwe regeerakkoord moeten worden opgenomen.
Het uiteindelijke doel van de investeringen is het beter beheersen van
de criminaliteit door verbetering van de overheidsprestaties. Dit
gebeurt aan de hand van vier speerpunten: toezicht, pakkans,
tijdigheid en maatwerk.
Toezicht
De overheid moet meer zichtbaar aanwezig zijn als toezichthouder op
straat. Dat vereist investeringen in de capaciteit van de politie en
andere toezichthouders. Dit toezicht is onder meer gericht op
'kleine ergernissen' (zoals graffiti, illegaal storten van
afval, parkeerovertredingen, openbare dronkenschap) en het
voorkómen van escalatie van conflicten. Hiervoor is een
uitbreiding nodig met ongeveer 4000 politiemensen en 1000
gemeentelijke toezichthouders voor het publieke domein.
Pakkans
De overheid moet duidelijk waarneembaar reageren op gepleegde
misdrijven: de pakkans moet omhoog en het aantal strafbare feiten dat
door personeelsgebrek bij politie en justitie blijft liggen, moet
omlaag. Ook moeten meer rechtshulpverzoeken en buitenlandse verzoeken
om opsporing worden behandeld. Hiervoor is versterking nodig van
kwaliteit en kwantiteit van de opsporing. Wat de kwantiteit betreft is
het voorstel om de politie, naast bovengenoemde uitbreiding, uit te
breiden met 3000 functionarissen. Een deel daarvan (zo'n 10%)
wordt ingezet op landelijk niveau; criminele groepen beperken hun
activiteiten immers niet tot een regio of tot Nederland. De extra
menskracht moet leiden tot het effectief in behandeling nemen van
80.000 aangiften. Dat wil zeggen dat dan alle aangiften, mits deze
voldoende aanknopingspunten bieden, daadwerkelijk worden onderzocht.
Tevens zullen er 200 extra onderzoeken gestart kunnen worden naar
criminele groeperingen. Dat betekent een verdubbeling.
De invoering van één informatiesysteem bij de politie draagt bij aan
de verbetering van de kwaliteit van de opsporing in Nederland.
Daarnaast zal een zogeheten elektronisch proces-verbaal op basis van
één landelijk modeldossier worden ingevoerd. Dat zorgt niet alleen
voor veel efficiencywinst maar versterkt ook de
informatie-uitwisseling tussen OM en politie. Verbetering van de
opsporing wordt ook bereikt door vergroting van deskundigheid en
flexibele politie-inzet.
Tijdigheid
De doorlooptijden van strafzaken moeten korter. Daartoe moet de
samenwerking in de strafrechtsketen worden versterkt en moeten
personeelstekorten worden opgeheven. De gemiddelde doorlooptijd van
een strafzaak bij kantongerecht en rechtbank moet binnen vijf jaar
dalen van acht naar zes maanden. Werkprocessen binnen de
strafrechtsketen moeten beter op elkaar worden afgestemd. Justitie
dient sterker aanwezig te zijn in de lokale samenleving door
uitbreiding van Justitie in de Buurt-kantoren en front-offices. Voor
jeugdstrafzaken is er al een plan van aanpak dat de doorlooptijden
verkort tot ten hoogste zes maanden in 2003.
Maatwerk
De effectiviteit van de strafrechtelijk optreden wordt vergroot door
sancties en toezicht meer op maat te snijden. Daarvoor moet met name
de capaciteit van de reclassering worden uitgebreid ten behoeve van
intensievere begeleiding tijdens en na de detentie (één
reclasseringsmedewerker op 32 gedetineerden in plaats van 42).
Ervaringen in Angelsaksische landen laten zien dat gerichte
programma's bij met name gewelds- en zedendelinquenten een
afname van de recidive met 10 tot 15 procent teweeg kunnen brengen.
Toezicht op ex-gedetineerden wordt geïntensiveerd met het oog op
de veelplegers.
Ook heeft justitie een handleiding ontwikkeld voor effectieve
strafrechtelijke interventies. Deze programma's bestaan uit
behandeltrajecten voor verschillende categorieën van gedetineerden en
de intensivering van de nazorg van ex-gedetineerden. Vanaf 2001 zullen
enkele speciale programma's worden opgezet in navolging van een
Canadees programma waarmee veelbelovende resultaten zijn behaald. Een
andere pilot is een nieuwe leerstraf voor zedendelinquenten. In 2002
start de reclassering met de landelijke en structurele invoering van
ITB voor jongvolwassenen gericht op harde-kern-jongeren (Individuele
Trajectbegeleiding harde kern) en op allochtone jongeren die nog maar
net in de fout zijn gegaan (ITB CRIEM).
Jeugdcriminaliteit
De jeugdcriminaliteit neemt niet af. Voor zover het de geweldsdelicten
betreft neemt die zelfs nog toe. De uitwerking van het Van
Montfrans-beleid lijkt nu echter na zeven jaar haar grens te hebben
bereikt. De aard en omvang van de jeugdcriminaliteit hebben zich nog
onvoldoende in de gewenste richting ontwikkeld. Daarom zal Justitie
voor maart 2002 komen met een 'toekomstverkenning
Jeugdcriminaliteit', die richting geeft aan het overheidsbeleid
op dit terrein.
Preventie
Criminaliteitsbeheersing begint bij preventie. Daarom is het van
belang ook in de toekomst hieraan veel aandacht te besteden. Er moet,
meer dan in het verleden, geïnvesteerd worden in een structurele
inbedding van succesvolle preventie-activiteiten. De ministeries van
Justitie en BZK richten een kenniscentrum op met als taken: het
ontwikkelen en verspreiden van best practices; het verstevigen van
publiek-private samenwerking; het uitvoeren en begeleiden van
voorlichtingscampagnes en het verzorgen van het Nederlandse aandeel in
het Europees Netwerk Criminaliteitspreventie. Daarnaast zal de
samenwerking met het bedrijfsleven in het Nationaal Platform
Criminaliteitsbeheersing worden geïntensiveerd en komt er in elke
politieregio een regionaal platform criminaliteitsbeheersing. Minister
Korthals stelt tevens een onderzoekscommissie in naar de bedreigingen
en kansen van technologische vernieuwingen voor de beheersing van de
criminaliteit. De rapportage volgt binnen een jaar.
Cybercrime
Investeren in de kwaliteit van de opsporing betekent ook een krachtige
impuls in de aanpak van cybercrime. Alle opsporingsprocessen ondergaan
momenteel de invloed van ICT-ontwikkelingen. Er komt steeds meer werk
voor specialisten in digitale opsporing. Maar ook de kennis bij de
basispolitiezorg en bij de recherche moet worden uitgebreid om
digitale sporen te ontdekken en veilig te stellen. Tevens zullen
digitale opsporingsmiddelen worden ontwikkeld. Kennisontwikkeling zal
ook bij het OM en de rechterlijke macht worden bevorderd. Bij de
politie is een uitbreiding nodig. Verder moet gericht personeelsbeleid
de uitstroom van digitale experts terugdringen.
Effecten
Meer toezicht en opsporing leidt tot meer processen-verbaal, dus een
grotere instroom in de justitiële keten. De uitbreiding van
toezicht en opsporing moet dus leiden tot uitbreiding van de
justitiële keten. Geraamd wordt dat de investering van het
toezicht op straat leidt tot circa 1 miljoen meer financiële
sancties, en dat de intensivering van de opsporing leidt tot ongeveer
43.000 extra strafzaken. De verwerking van al deze zaken vereist extra
menskracht bij de uitvoeringsorganisaties in het justitiële
domein: openbaar ministerie, zittende magistratuur, Centraal
Justitieel Incasso Bureau, Dienst Justitiële Inrichtingen,
Nederlands Forensisch Instituut, reclassering, kinderbescherming en de
gefinancierde rechtshulp. Daarnaast zijn er meer mensen bij Justitie
nodig om de doorlooptijd en de recidive (verder) omlaag te brengen.
Dit betekent dat er in totaal enige duizenden mensen bij zullen moeten
komen.
De werving van het benodigde personeel zal ook op den duur bijzondere
inspanningen vergen.
De ministers maken afspraken met de politie en het OM over de te
bereiken resultaten. Daarnaast doen zij onderzoek naar de
productiviteit van de politie en het OM door de korpsen en parketten
onderling te vergelijken. De prestaties zullen worden vergeleken met
die van andere landen.
Voor vragen of commentaar met betrekking tot de inhoud van deze
pagina's kunt u terecht bij de Directie Voorlichting van Justitie,
telefoon: (070) - 3706850,
email: voorlichting@best-dep.minjust.nl,
fax: (070) - 3707594
Laatst gewijzigd: 26-06-2001