CBS

Consumentenvertrouwen neemt verder af

Het consumentenvertrouwen heeft in juni het laagste punt van de afgelopen vijf jaar bereikt. Daarmee zet de terugval die zich sinds begin dit jaar manifesteert door. In mei leek zich nog een stabilisatie af te tekenen. Voor het eerst in vijf jaar tijd zijn er nu meer pessimistisch gestemde huishoudens dan optimistisch gezinde, zo blijkt uit het Consumenten Conjunctuur Onderzoek van het CBS.

Koopbereidheid loopt nu ook terug
Het consumentenvertrouwen bestaat uit twee componenten: de beoordeling van het economisch klimaat en de koopbereidheid. De koopbereidheid van huishoudens wordt gemeten aan de hand van het oordeel over de eigen financiën en over het doen van grote aankopen. De verdere daling van het consumentenvertrouwen in juni komt zowel voor rekening van het negatievere oordeel over het economisch klimaat als van de koopbereidheid. Sinds begin dit jaar liep het vertrouwen in het economisch klimaat gestaag terug. Ondanks deze somberheid bleef de koopbereidheid in de eerste maanden van 2001 vrijwel stabiel. In juni is echter ook de koopbereidheid duidelijk afgenomen. Vooral over de eigen financiële positie wordt in juni minder positief geoordeeld. Het oordeel over het doen van grote aankopen als meubelen, wasmachines of televisies is ten opzichte van mei niet veranderd. Wanneer echter rekening wordt gehouden met seizoeninvloeden, is ook hier sprake van een daling.

Technische toelichting
De index van het consumentenvertrouwen geeft aan in hoeverre huishoudens vinden dat het economisch gezien beter of slechter gaat. Het consumentenvertrouwen wordt bepaald op basis van de mening van huishoudens over het algemene economische klimaat en over de eigen koopbereidheid. Maandelijks worden hierover in het Consumenten Conjunctuuronderzoek vijf vragen gesteld aan ongeveer duizend personen. De ondervraagden kunnen vinden dat het beter gaat (de 'optimisten'), dat het slechter gaat (de 'pessimisten') of dat de situatie gelijk blijft. Als er evenveel optimistische als pessimistische consumenten zijn, heeft de index de waarde nul. Een waarde van tien betekent dat de optimisten een meerderheid van tien procent hebben ten opzichte van de pessimisten. Twee van de vragen gaan over de economische situatie in het algemeen. Het CBS berekent uit de antwoorden hierop de indicator van het economisch klimaat. De overige drie vragen gaan over de financiële situatie van het eigen huishouden. Daaronder is ook de vraag of de tijd gunstig is voor aankopen van duurzame goederen. De antwoorden op deze drie vragen worden samengevat in de indicator van de koopbereidheid. Het Consumenten Conjunctuur Onderzoek wordt vanaf mei 2000 medegefinancierd door de Europese Gemeenschap.