Amnesty International

Persbericht Amsterdam, 26-06-2001

Nederland
Amnesty bepleit onafhankelijk internationaal documentatiecentrum voor asielbeleid - Amnesty International presenteert Wederzijds Wantrouwen. De asielzoeker, de staat en de waarheid

De mogelijkheden voor asielzoekers om hun asielverhaal te onderbouwen zijn de afgelopen tien jaar afgenomen. De oprichting van een internationaal onafhankelijk documentatiecentrum kan een bijdrage leveren aan verbetering van de rechtsbescherming van asielzoekers, aldus Amnesty International in een nieuwe publicatie over de rol van informatie in de asielprocedure.

Amnesty International vindt dat elke asielzoeker recht heeft op een individueel onderzoek naar de gegrondheid van zijn asielverzoek. Daarnaast dienen beslissingen op asielverzoeken gebaseerd te zijn op onafhankelijke informatie over de situatie in herkomstlanden. Uit Wederzijds wantrouwen blijkt dat beide pijlers voor een rechtvaardige asielprocedure, bijvoorbeeld bij de harmonisering van het Europees asielbeleid, steeds minder aandacht krijgen, aldus Ashley Terlouw, hoofd Vluchtelingen van Amnesty International.

In Wederzijds wantrouwen wordt onder meer ingegaan op de volgende ontwikkelingen:

De mogelijkheden voor asielzoekers om hun asielrelaas te onderbouwen zijn de afgelopen jaren sterk afgenomen. Het meest recente voorbeeld is de afschaffing van de bezwaarfase bij de invoering van de Nieuwe Vreemdelingenwet. De harmonisering van het Europees asielbeleid stemt Amnesty International zorgelijk; zo garandeert de Europese concept-richtlijn voor een minimumstandaard voor asielprocedures niet dat asielzoekers hun asielmotieven uiteen mogen zetten.

De EU-lidstaten, waaronder ook Nederland, wentelen de verantwoordelijkheid voor de behandeling van asielverzoeken meer en meer af op derde landen (landen van eerder verblijf). Europa doet echter te weinig onderzoek naar de (vermeende) veiligheid van deze derde landen.

Tevens is er op Europees niveau onvoldoende aandacht voor informatievergaring over de situatie in herkomstlanden van asielzoekers. In 2002 moeten volgens de Raad en de Commissie maatregelen zijn genomen om te komen tot een Europese beoordeling van de situatie in herkomstlanden. Het is onduidelijk of toegewerkt wordt naar een gemeenschappelijke beoordeling of Europese ambtsberichten. Zonder gemeenschappelijke informatievergaring en beoordeling is Europese harmonisatie een illusie. Een verschillende beoordeling van de mensenrechtensituatie in herkomstlanden leidt immers tot een verschillend toelatingsbeleid.

Informatie van de UNHCR wordt door de EU-lidstaten, waaronder Nederland, steeds vaker terzijde geschoven. Vluchtelingen krijgen steeds vaker slechts een tijdelijke categoriale status. De angst om door afgifte van een vluchtelingenstatus permanent in het verblijf van grotere groepen mensen te moeten berusten, heeft ertoe geleid dat asielzoekers uit landen waar mensenrechten op grote schaal worden geschonden moeite hebben om een vluchtelingenstatus te verwerven. Dit is volgens Amnesty International een uitholling van het Vluchtelingenverdrag.

Amnesty International doet de volgende aanbevelingen:


1 Amnesty International vindt dat iedere asielzoeker recht heeft op een persoonlijk interview over zijn asielmotieven. Hierbij bepleit Amnesty het maken van bandopnamen van het nader gehoor of een uitbreiding van de financiële vergoeding aan de rechtshulpverlening, zodat deze aanwezig kan zijn bij het nader gehoor.

Het interview van de IND met de asielzoeker is het cruciale moment in de asielprocedure. Om de rechtsbescherming van asielzoekers te garanderen is een reële controle noodzakelijk op de wijze waarop het interview werd afgenomen. Na het afschaffen van de bezwaarfase bij de invoering van de Nieuwe Vreemdelingenwet is het verslag van het nader gehoor nog belangrijker geworden.


2 Amnesty International vindt dat de Nederlandse overheid informatie dient te verzamelen over de veiligheid van derde landen (landen van eerder verblijf).

Momenteel rust voornamelijk op de asielzoeker de bewijslast om aan te tonen dat het derde land, waar hij eerder heeft verbleven of doorheen is gereisd, niet veilig voor hem is. Amnesty vindt dit een onmogelijke opgave voor asielzoekers en vindt dat deze bewijslast bij overheden hoort te liggen.


3 Amnesty International bepleit de instelling van een internationaal, onafhankelijk documentatiecentrum, bij voorkeur onder auspiciën van de Verenigde Naties. De Nederlandse overheid dient de oprichting van zon centrum actief te bevorderen.

Gemeenschappelijke informatievergaring en beoordeling van de situatie in herkomstlanden van asielzoekers is een voorwaarde voor een gemeenschappelijk Europees toelatingsbeleid. Daarom is de oprichting van een internationaal documentatiecentrum noodzakelijk om te komen tot een geharmoniseerde uitleg van het Vluchtelingenverdrag.

Een dergelijk documentatiecentrum dient bij voorkeur onder auspiciën van de Verenigde Naties te komen omdat het Vluchtelingenverdrag een mondiaal verdrag is en regionalisering van het asielrecht nadelige gevolgen kan hebben voor de bereidheid van andere landen om het Verdrag na te leven. Bij een Europees documentatiecentrum, onder auspiciën van de EU, zou de onafhankelijkheid van informatie in het geding komen.

Amnesty International afdeling Nederland