Gemeente Den Haag

Actuele berichten >> Persberichten >>

2001-06-26: Plan anticipeert onvoldoende op ruimtelijke keuzes na 2010 pag.nr.=7400

Hoewel het Regionaal Structuurplan Haaglanden (RSP) voor de periode tot 2010 grotendeels overeenstemt met de Haagse ambities en belangen, ziet het college van B&W zich genoodzaakt kanttekeningen te plaatsen bij het knooppuntenbeleid, het voorzieningenbeleid en de nadere uitwerking voor de Vlietzone. Voor de periode na 2010, de zogeheten doorkijk 2010-2020, constateert het bestuur dat er wel ambities worden gesteld en dilemmas worden geconstateerd, maar nog geen keuzes worden gemaakt. Dit blijkt uit de reactie op het RSP die het Haagse college vandaag heeft toegezonden aan de raad.

Op 23 mei 2001 heeft het dagelijks bestuur van het stadsgewest Haaglanden het RPS voorlopig vastgesteld. Nu ligt het plan ter inzage. Reagerend op het RPS is het college van mening dat het plan in algemene zin steun en waardering verdient. Een belangrijk punt van kritiek is echter de onvoldoende uitwerking van de doorkijk op de periode 2010-2020. De ambitie van het RSP om tot de top drie van Nederlandse regios te blijven behoren, vertaalt zich te weinig in de doorkijkparagraaf. Om de ruimtelijke opgave voor wonen en werken te kunnen realiseren, zullen zoekgebieden moeten worden aangewezen. Het RSP maakt in dat opzicht nauwelijks keuzes en houdt daarbij te sterk vast aan behoud van de glastuinbouw. Terecht wordt in het plan geconstateerd dat er na 2010 een substantieel tekort dreigt aan bedrijventerreinen. Het definitieve RSP zal daarom zoekgebieden moeten aanwijzen voor deze periode. Ook is er bijvoorbeeld geen rekening gehouden met noodzakelijke ruimte voor milieuhinderlijke bedrijven.

Terecht wordt in het plan geconstateerd dat er na 2010 een substantieel tekort dreigt aan bedrijventerreinen. Het definitieve RSP zal daarom zoekgebieden moeten aanwijzen voor deze periode. Ook is bijvoorbeeld geen rekening gehouden met de noodzakelijke ruimte voor milieuhinderlijke bedrijven.

Daarnaast zet Haaglanden sterk in op het bouwen in bestaand stedelijk gebied en op kleinschalige uitbreiding van steden en dorpen. Den Haag steunt dit streven: het college wil de komende decennia de helft van de woningbouwopgave binnen bestaand stedelijk gebied realiseren. Er is echter meer aandacht nodig voor de randvoorwaarden, zoals de financiering van die opgave. Den Haag constateert dat daarvoor een dringend beroep met worden gedaan op financiering door het rijk.

Voor wat betreft het knooppuntenbeleid vindt het college dat de knooppunten Centraal Station, Hollands Spoor en Prins Clausplein/Ypenburg moeten worden gezien als één ontwikkelingszone en dat ze belangrijker zijn dan in het RSP aangegeven. Bovendien pleit het college voor een strengere selectie van overige knooppunten in de regio; het RSP is nog te weinig selectief. In het hoofdstuk voorzieningenbeleid worden bepaalde typen voorzieningen (bijvoorbeeld evenementen-hallen) ten ontrechte buiten beschouwing gelaten.

26 juni 2001

last update: 27 juni 2001 ;pag.: 7400; auteur: 112