PUBLICATIES/Pers
Persbericht d.d. 26/06/01
Meer fraudeonderzoeken bij werknemers en werkgevers
In het afgelopen jaar zijn meer fraudeonderzoeken gedaan bij de
uitvoering van de werknemersverzekeringen. Het aantal geconstateerde
fraudegevallen is hierdoor gestegen. Tegelijkertijd is het totale
bedrag aan fraude gedaald, evenals het gemiddelde bedrag per
fraudegeval en per uitgevoerd fraudeonderzoek. Dit kan het gevolg zijn
van een snellere opsporing van fraude. Deze conclusies worden
getrokken uit de publicatie 'Kerncijfers fraude
werknemersverzekeringen 2000' van het Lisv. Daarin staan gegevens over
fraudeonderzoeken, geconstateerde gevallen van fraude en het bedrag
waarvoor de uitvoeringsinstelling is benadeeld door werkgevers en
werknemers. Een fraudeonderzoek wordt gedaan als er een redelijk
vermoeden is dat er een strafbaar feit is gepleegd. De omvang van alle
feitelijk gepleegde fraude is onbekend. Premiefraude door werkgevers
Het aantal onderzoeken naar premiefraude door werkgevers steeg van 802
in 1999 naar 926 in 2000 (plus 15%) en dit leverde 33% meer
geconstateerde fraudegevallen op (van 324 in 1999 naar 432 in 2000).
Het geconstateerde fraudebedrag is in 2000 fors gedaald met 41% ten
opzichte van 1999(van f 37,4 miljoen in 1999 naar f 22,9 miljoen in
2000). Het geconstateerde fraudebedrag in 1999 wijkt af van andere
jaren door één zeer grote fraude van f 11,6 miljoen. Gecorrigeerd voor
dit bedrag is de daling van het geconstateerde fraudebedrag in 2000 15
%. Het gemiddelde bedrag waarvoor in 2000 door werkgevers is
gefraudeerd bedraagt f 50.750,- (min 56 % ten opzichte van 1999 = f
115.321,-). Het gemiddelde bedrag per ingesteld onderzoek is gedaald
van f 46.589,- in 1999 tot f 23.676,- in 2000. Uitkeringsfraude Het
aantal onderzoeken naar fraude met uitkeringen door werknemers is fors
gestegen van respectievelijk 20.021 in 1999 naar 29.447 in 2000 (plus
47%). Ook het aantal geconstateerde fraudegevallen is gestegen, met
49% (van 17.954 naar 26.734). Deze toename wordt voor een belangrijk
deel verklaard doordat het Gak in 2000 58% méér onderzoeken heeft
gedaan dan in 1999. Het gaat hierbij vooral om gevallen die met een
waarschuwing kunnen worden afgedaan. Een waarschuwing kan bij vormen
van fraude zonder schade worden gegeven, maar alleen als de
overtreding in de voorafgaande twee jaar niet eerder is begaan. Sinds
de invoering per 1 mei 1999 van de mogelijkheid voor de uvi om een
waarschuwing te geven is de registratie van fraudegevallen zonder
schade sterk toegenomen.
Er is in 2000 voor een bedrag van ruim f 41,8 mln. aan
uitkeringsfraude opgespoord, f 4,8 mln. minder dan in 1999 (min 10%).
Het gemiddelde bedrag per fraudegeval daalde daardoor naar f 1.565,-
(1999 = f 2.597,-). Deze daling van het gemiddeld fraudebedrag (en per
onderzoek) doet zich bij alle wetten voor. Bij de ZW en de
arbeidsongeschiktheidswetten (WAO, WAZ, Wajong) is deze daling het
sterkst. Witte en zwarte fraude Van alle geconstateerde gevallen van
uitkeringsfraude is in 49% sprake van witte fraude. Het aantal
opgespoorde gevallen van witte fraude steeg in 2000 tot 13.162 (1999 =
12.711). Bij witte fraude gaat het om het verzwijgen van inkomsten die
administratief zijn op te sporen. 58% van de witte fraude komt dan ook
aan het licht door bestandsvergelijking. Het aantal gevallen van
zwarte fraude steeg van 764 in 1999 naar 806 in 2000. Zwarte fraude is
moeilijk aan te tonen en daardoor de belangrijkste oorzaak van het
ontbreken van inzicht in de totale omvang van fraude met
werknemersverzekeringen. Overige fraude Het aantal gevallen van
geconstateerde overige fraude is fors toegenomen van 4.532 keer in
1999 naar 12.844 keer in 2000. Het grootste gedeelte van deze
fraudegevallen betreft een te late melding van herstel bij de
Ziektewet. Sinds de uvi's hiervoor een waarschuwing kunnen geven
zolang er nog geen schade is opgetreden, is de registratie van dit
soort overtredingen sterk toegenomen. Andere vormen van fraude zijn
verminderde beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt door bijvoorbeeld
vakantie zonder melding hiervan aan de uvi of het doen van
vrijwilligerswerk zonder toestemming van de uvi, onjuiste opgave van
leefvorm (alleenstaand/samenwonend) bij de Toeslagenwet of het
fingeren van de verzekerdenstatus.
Dit persbericht is gebaseerd op de volgende statistische publicatie:
Kerncijfers fraude 2000.