Den Haag, 26 juni 2001
VRAGEN VAN HET LID KOENDERS (PVDA) AAN DE MINISTERS VAN FINANCIËN EN VOOR
ONTWIKKELINGSSAMENWERKING
1. Hoe beoordeelt u de uitlating van de Directeur Azië van het Instituut
voor Internationale Financiën dat het IMF zal falen in Indonesië als gevolg
van de eis om de complete hervormingen simultaan uit te voeren? Bij welke
hervormingen legt het IMF de prioriteit en welke positie neemt de
Nederlandse regering hierbij in? Hoe verhoudt zich dit tot het feit dat
Indonesië een grote hoeveelheid buitenlandse reserves heeft en het IMF zich
wil toespitsen op vermindering van het bereid van conditionaliteit?
2. Op welke wijze is de conditionaliteit t.a.v. Turkije gelieerd aan het verminderen van subsidies voor boeren en privatisering en waarom is er geen opmerking gemaakt t.a.v. het budget voor defensie-uitgaven?
3. Wat is de relatie tussen het focaliseren van conditionaliteitsbeleid en de druk op Argentinië om gezondheids- en pensioenssystemen voor buitenlanders te openen? Wat vindt de Nederlandse regering van het door minister Cavallo ingezette beleid van exportsubsidies?
4. Hoe beoordeelt u de relatie tussen belastingontduikingen en witwassen van
geld in het kader van discussie daarover in OECD, het G7 forum terzake
(FATF) en het IMF? Welke positie neemt u daarbij in t.a.v. de nieuwe
VS-Administratie t.a.v. off-shore belastingparadijzen en op welke wijze
heeft u uw ongenoegen terzake overgebracht?