26 juni 2001
HET FRANSTALIG CASINO VAN LAMBERMONT
Hoeveel mag een communautair akkoord kosten? Na de Vlaamse centen is Verhofstadt nu ook bereid om de machts- en taalverhouding in ons land en het laatste restje politiek fatsoen in te zetten in het casino van de Lambermont.
Van bij het begin heeft de CVP gewezen op de zware prijs die Vlaanderen betaalt voor het Paars-Groene communautair avontuur. De Vlaamse liberalen wezen een Vlaamse frontvorming af bij de onderhandelingen met de Franstaligen. Nu rest premier Verhofstadt niets anders dan het lot van de regering volledig in handen van de PSC te leggen. Hij staat nu duidelijk met de billen bloot en met de rug tegen de muur.
De PSC kan de prijs tot zelden vertoonde hoogte opdrijven. Na nog meer centen, proberen de Franstaligen nu ook te sleutelen aan de politieke machts- en taalverhoudingen in Belgie. Ze doen dat op twee manieren:
1. De Franstaligen grijpen het verdrag inzake nationale minderheden aan om
bijkomende rechten en faciliteiten af te dwingen voor de Franstaligen die
in Vlaanderen wonen. Dat heeft niets meer te maken met de doelstellingen
van dit verdrag, dat tot stand kwam om de spanningen te verminderen tussen
de klassieke nationale minderheden in landen van Centraal- en Oost-Europa.
De CVP heeft er allerminst problemen mee dat dit verdrag wordt goedgekeurd.
Op voorwaarde althans dat Belgie uitdrukkelijk verklaart dat Vlamingen en
Franstaligen nergens in Belgie kunnen worden beschouwd als een nationale
minderheid, die zich kan beroepen op de bepalingen van het verdrag.
Vlamingen en Franstaligen zijn op gelijke wijze vertegenwoordigd in de
federale regering. Via alarmbelprocedures en bijzondere meerderheden worden
de Franstaligen afdoende beschermd.
Nieuwe faciliteiten en rechten pogen af te dwingen via de raamovereenkomst
inzake nationale minderheden zet het evenwicht van het Belgisch
institutioneel bestel stevig onder druk.
Bovendien getuigt die houding van de Franstaligen van een vernederende
achterdocht ten aanzien van de Vlaamse politieke verantwoordelijken, die
bijna als verfoeilijke onderdrukkers worden afgeschilderd die de
rechtmatige aanspraken van de Franstaligen fnuiken. Voor Verhofstadt en de
Nederlandstalige ministers in de federale regering is kennelijk geen
vernedering te veel.
2. De Franstalige politici ondermijnen ook de Vlaamse rechters en in het
bijzonder de Raad van State. Zo eisen ze dat de Vlaamse randgemeenten
ressorteren onder een tweetalige kamer van de Raad van State en niet onder
een Nederlandstalige Kamer, die volgens hen niet objectief zou oordelen.
Met dergelijke verdachtmakingen van partijdigheid wordt het gezag van
rechters ondermijnd door politici.
Bovendien voorziet het Lambermont-akkoord reeds een nieuwe toegeving aan de
burgemeesters van de randgemeenten. Als zij tuchtrechtelijk worden
gesanctioneerd omdat zij Vlaamse decreten en besluiten en taalregels niet
naleven, kunnen ze in de loop van de procedure bij de Raad van State
(eentalige Kamer) een prejudiciele vraag laten stellen. De verenigde
vergadering van de Raad van State of het Arbitragehof (tweetalige colleges)
moeten dan over de (grond)wettigheid van deze regels oordelen. Het antwoord
op die vraag, geveld door een tweetalige Kamer, is bindend voor de
eentalige Kamer. Bovendien vervalt een belangrijke voorwaarde om de
schorsing van een dergelijke beslissing te kunnen bekomen. Zo moeten
Franstaligen in de rand anders dan de andere Belgen die de schorsing van
een overheidsbeslissing beogen geen moeilijk te herstellen ernstig nadeel
aantonen, de belangrijkste hinderpaal om toegelaten te worden tot de
schorsingsprocedure.
Tot slot vragen de Franstaligen naar goede gewoonte nog bijkomend geld en
pogen zij federaal wetswijzigingen af te dwingen die enkel Wallonie ten
goede komen en een extra kost voor Vlaanderen betekenen. De Franstaligen
verwerven een betere financiele behandeling voor de vrije scholen in de
Franse gemeenschap (vast recht van 1000 fr. in plaats van het
registratierecht van 1,1%) voor de inbreng van schoolgebouwen in een
patrimoniale VZW. Het gaat hier om een federaal bekostigd fiscaal voordeel
dat voornamelijk de scholen in de Franse Gemeenschap ten goede komt, omdat
de meeste Vlaamse scholen reed lang een VZW-structuur hebben. Bovendien
vragen zij een vrijstelling voor deze VZW's van de jaarlijkse taks van
0,17% op VZW's. Beide maatregelen samen kosten Vlaanderen zo'n slordige 1,1
miljard Belgische frank!
Na het Lambermont-akkoord zelf (met zijn slechte
prijs-kwaliteit-verhouding) en de slechte regeling voor Brussel, worden de
Vlamingen dus verder uitgekleed. De Vlaamse meerderheidspartijen staan
erbij en kijken ernaar.
Stefaan De Clerck
Algemeen Voorzitter
Contact: Luk Vanmaercke 02 238 38 76