European Union

EEA COUNCIL : CONCLUSIONS / 15th Meeting Press Release: Luxembourg (25-06-2001) - Press: 273 - Nr: 1605/01


Luxemburg, 25 juni 2001

EEE 1605/01 (Presse 273)

PERSMEDEDELING

Onderwerp :

CONCLUSIES VAN DE 15e ZITTING

VAN DE EER-RAAD

OP 25 JUNI 2001


1. De vijftiende zitting van de EER-Raad heeft op 25 juni 2001 in Luxemburg plaatsgevonden onder voorzitterschap van mevrouw Anna LINDH, minister van Buitenlandse Zaken van Zweden en voorzitter van de Raad van de Europese Unie. De zitting werd bijgewoond door leden van de Raad van de Europese Unie, het bevoegde Commissielid en leden van de regeringen van de EVA-staten die partij zijn bij de EER-overeenkomst ( 1).
2. De EER-Raad nam er nota van dat de ministers van Buitenlandse Zaken de transatlantische betrekkingen, alsmede Rusland (met inbegrip van de noordelijke dimensie), binnen het kader van de politieke dialoog bespraken.

3. Verwijzend naar de vastbeslotenheid van de EU om het uitbreidingsproces te voltooien in overeenstemming met het door de Europese Raad van Nice goedgekeurde draaiboek, alsmede naar de gevolgen hiervan voor de EER, benadrukte de EER-Raad de gemeenschappelijke doelstelling om de nieuwe leden gelijktijdig tot de EU en tot de EER te laten toetreden, teneinde de homogeniteit van de Europese Economische Ruimte in stand te houden. De EER-Raad herinnerde eraan dat uitbreiding van de Europese Economische Ruimte onder artikel 128 van de EER-overeenkomst valt en benadrukte dat bij de toetreding van nieuwe lidstaten tot de EU juridische lacunes moeten worden vermeden. De EER-Raad verzocht het Gemengd Comité van de EER om de evaluatie van de situatie af te ronden. De EER-Raad overwoog om de uitwisseling van informatie tussen de EU en de EER/EVA-staten over belangrijke kwesties bij de uitbreidingsonderhandelingen voort te zetten en toonde zich ingenomen met de bijdragen van de EER/EVA-staten aan dit proces. Het voorzitterschap van de Raad van de EU en de Commissie zullen binnen de structuren van het Gemengd Comité van de EER informatie blijven verstrekken over de uitbreiding van de EU.

4. De EER-Raad toonde zich ingenomen met de resultaten van de Top van Stockholm, met name de hernieuwde verbintenis om de interne markt te voltooien, vooruitgang te boeken in de richting van een kennismaatschappij, meer en betere banen te scheppen, het Europees sociaal model te moderniseren en een duurzame ontwikkeling te waarborgen. De EER-Raad toonde zich tevreden met de bijdrage van de EER/EVA-staten aan de voorbereiding van de Top van Stockholm. De EER-Raad wees op de wederzijdse voordelen van een intensievere uitwisseling van informatie tussen de EU en de EER/EVA-staten op alle gebieden die onder de Lissabon-strategie vallen, onder andere werkgelegenheid, economische hervormingen, onderzoek en innovatie, sociale cohesie en duurzame ontwikkeling. In dit verband zou de EER-Raad bijdragen van de EER/EVA-staten aan de follow-up-vergadering in Barcelona gaarne tegemoet zien en kwam hij overeen de mogelijkheden te zullen bestuderen om de EER/EVA-staten actiever te betrekken bij de follow-up van de Lissabon-strategie.

5. De EER-Raad besprak de kwestie van milieu en duurzame ontwikkeling en benadrukte het belang van dit element voor de follow-up van de Toppen van Stockholm en Göteborg, waarvan de belangrijke onderdelen ook voor de EER zullen gelden.
6. Met betrekking tot de regelmatige evaluatie van de lopende werkzaamheden in de EER-samenwerking, nam de EER-Raad nota van het voortgangsverslag, dat werd toegelicht door de voorzitter van het Gemengd Comité van de EER, en beoordeelde hij de algemene werking en de huidige ontwikkeling van de EER-overeenkomst.

De EER-Raad:


- toonde zich ingenomen met het feit dat de overeenkomst goed blijft functioneren;

- nam er nota van dat het Gemengd Comité van de EER, sinds de laatste zitting van de EER-Raad, 134 besluiten heeft aangenomen waarbij 364 communautaire wetgevingsbesluiten betreffende de diverse gebieden die onder de overeenkomst vallen, met name de vier vrijheden en EU-programma's, in de EER-overeenkomst zijn opgenomen;

- deed aanbevelingen aan het Gemengd Comité voor maatregelen ter verbetering van de doeltreffendheid van de procedures, alsmede van de transparantie van de EER-overeenkomst, en riep genoemd comité op om de inspanningen ter instandhouding en verbetering van de homogeniteit van de EER voort te zetten;

- wees erop dat, hoewel er vooruitgang is geboekt, een aantal EU-wetgevingsbesluiten in de voedingssector, waarvan de bespreking vertraging heeft opgelopen, tot op heden nog niet in de overeenkomst is opgenomen en dat, ofschoon er vorderingen zijn gemaakt met betrekking tot de uitvoering, ook in de EER/EVA-staten, van de richtlijn betreffende de interne markt voor aardgas, het besluit van het Gemengd Comité nog altijd niet is aangenomen, waardoor de homogeniteit van de EER op deze twee belangrijke gebieden wordt aangetast;

- nam nota van de ruime deelname van de EER/EVA-staten aan de besluitvorming betreffende EG-wetgeving en EU-programma's die relevant zijn voor de EER, en binnen de werkingssfeer van de Commissie vallen, en sprak de hoop uit dat deze deelname wordt gehandhaafd en geïntensiveerd, in overeenstemming met de desbetreffende bepalingen van de overeenkomst; hij benadrukte dat het van belang is om te zorgen voor een adequate EER/EVA-participatie aan de comités die van belang zijn voor het goed functioneren van de overeenkomst;

- toonde zich ingenomen met de betrokkenheid waarvan de EER/EVA-staten van meet af aan blijk hebben gegeven bij de werkzaamheden betreffende de implementatie van de Europese onderzoeksruimte en de voorbereiding van het zesde kaderprogramma;
- nam nota van de voortgaande samenwerking in een toenemend aantal EU-programma's en toonde zich ingenomen met pragmatische oplossingen om de continuïteit in de deelname te verzekeren; de EER-Raad herinnerde eraan dat het van belang is dat beide partijen het tijdig creëren van de juridische en budgettaire basis voor de deelname aan deze programma's zoveel mogelijk moeten bevorderen;
- zag de voltooiing tegemoet van Protocol nr. 3, inzake verwerkte landbouwproducten, bij de EER-overeenkomst en kwam overeen dat er een verdere liberalisering zal plaatsvinden;
- herinnerde aan de oproep aan de partijen bij de overeenkomst om de liberalisering van de handel in landbouwproducten voort te zetten, overeenkomstig artikel 19 van de overeenkomst;
- nam er nota van dat er in 1999 technische besprekingen waren begonnen met het oog op de verduidelijking van bepaalde kwesties in verband met Protocol nr. 9 over de handel in vis en andere producten van de zee en dat de bespreking van deze kwestie zal worden voortgezet; de Raad nam er eveneens nota van dat de kwestie van de toepassing van de bestaande bepalingen inzake de doorvoer van vis zal moeten worden opgehelderd;

- toonde zich ingenomen met de vooruitgang die is geboekt om te komen tot een regeling van het geschil betreffende de invoering van een transitregeling voor vrachtwagens in Liechtenstein;
- herinnerde eraan dat de Gemeenschap met derde landen onderhandelt over overeenkomsten inzake wederzijdse erkenning (MRA's) betreffende conformiteitsbeoordeling en er daarbij van uitgaat dat die derde landen parallelle overeenkomsten zullen sluiten met de EER/EVA-staten en verzocht de Commissie deze bepalingen in de besprekingen met de betrokken derde landen, op dit moment de landen van Midden- en Oost-Europa, de VS en Japan, aan de orde te stellen, overeenkomstig Protocol nr. 12 van de EER-overeenkomst, gelet op de noodzaak om de homogeniteit van de uitgebreide interne markt te waarborgen.

7. De EER-Raad sprak er zijn voldoening over uit dat de ministers van de EU en van de EER/EVA-staten die verantwoordelijk zijn voor de interne markt en voor consumentenzaken op 27 en 28 april 2001 in Lund zijn bijeengekomen en dat de ministers van Cultuur van de EU en van de EER/EVA-staten van 20 t/m 22 mei 2001 in Falun zijn bijeengekomen en wees erop dat ook op andere gebieden die onder de overeenkomst vallen bijeenkomsten op politiek niveau zouden kunnen worden overwogen.

8. De EER-Raad toonde zich ingenomen met de follow-up van de strategie voor de interne markt die binnen de EER-structuren plaatsvindt, teneinde de resultaten van relevante operationele doelstellingen voortdurend in de EER-overeenkomst op te nemen en nam nota van de doelstelling van de EER/EVA-staten om een actieplan voor de interne markt op te stellen.
9. De EER-Raad verwees naar de voortgaande werkzaamheden om te komen tot de instelling van Europese autoriteiten, agentschappen of andere fora, die specifieke taken krijgen toebedeeld welke ook voor de EER-samenwerking van belang zijn.
In dat verband heeft de EER-Raad:


- nota genomen van de blijvende verbintenis van de EER/EVA-staten ten aanzien van de oprichting en werking van de Europese autoriteit voor de voedselveiligheid en verklaard dat hun betrokkenheid bij die autoriteit van belang is voor het handhaven van de homogeniteit in de gehele EER;

- herhaald dat de modaliteiten moeten worden vastgesteld voor de deelname van de EER/EVA-staten aan de werkzaamheden met betrekking tot de oprichting van de Europese autoriteit voor de veiligheid van de luchtvaart en de Europese autoriteit voor de veiligheid op zee;

- zich ingenomen getoond met de vooruitgang die is geboekt bij het vinden van een oplossing voor de institutionele voorwaarden voor de deelname van IJsland en Noorwegen aan de Europese gemeenschappelijke luchtvaartruimte.


10. Onder verwijzing naar de conclusies van de Europese Raad van Helsinki, herinnerde de EER-Raad eraan dat het voorzitterschap van de EU-Raad aan de EER/EVA-staten regelmatig informatie heeft verstrekt over de intergouvernementele conferentie en dat deze werkwijze zou worden voortgezet met betrekking tot de follow-up van Nice.


11. De EER-Raad nam, met waardering voor hun regelmatige nuttige en belangrijke bijdragen, nota van de resoluties van het Gemengd Parlementair Comité van de EER over e-handel en EER-wetgeving en over EER/EVA-deelname aan de EG-programma's, alsmede van de resoluties van het Raadgevend Comité van de EER over De Europese sociale agenda en over De nieuwe kennismaatschappij - eEurope.


Footnotes:

( 1) De EVA/EER-delegatie werd geleid door de heer Ernst WALCH, minister van Buitenlandse Zaken van Liechtenstein, en bestond verder uit de heer Halldór ÁSGRÍMSSON, minister van Buitenlandse Zaken van IJsland, en de heer Thorbjørn JAGLAND, minister van Buitenlandse Zaken van Noorwegen.