Ministerie van Buitenlandse Zaken

http://www.minbuza.nl/content.asp?Key=417269



Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Directie Mensenrechten en Vredesopbouw Afdeling Mensenrechten Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag

Datum 25 juni 2001 Auteur Mira Woldberg

Kenmerk DMV/MR-500/01 Telefoon 070-3484584

Blad /2 Fax 070-3486639

Bijlage(n) - E-mail DMV@minbuza.nl

Betreft Antwoord op vragen van het lid Weisglas over het beëindigen van het lidmaatschap van de VS van de VN-mensenrechtencommissie

Zeer geachte Voorzitter,

Onder verwijzing naar de brief van de Griffier uwer Kamer d.d. 18 juni 2001, kenmerk 2000112320, waarbij gevoegd waren de door het lid Weisglas overeenkomstig artikel 134 van het Reglement van Orde van de Tweede Kamer bij u ingediende vragen, heb ik de eer u, als bijlage dezes het antwoord op de gestelde vragen te doen toekomen.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Antwoord van de heer Van Aartsen,

Minister van Buitenlandse Zaken, op vragen van het kamerlid Weisglas.

Vraag 1

Op grond waarvan is het u bekend dat het niet herkiezen van de VS in de VN-mensenrechtencommissie "niet het gevolg is van negatieve intenties tegen de VS, maar van voorkeuren voor andere landen en een wellicht minder effectieve campagnevoering van de VS" 1) 2), terwijl het u niet bekend is wat het stemgedrag van de verschillende landen was? 3)

Antwoord

Deze indruk is ontstaan na de stemming, op grond van indicaties die door andere landen informeel zijn afgegeven in verschillende multilaterale fora, voornamelijk bij VN-bijeenkomsten in Geneve en New York, alsmede in EU-kader.

Vraag 2

Wilt u de vraag of u het niet vrij
bizar vindt dat in de VN-Mensenrechtencommissie nu wel een aantal landen zit waar de mensenrechten op grove wijze worden geschonden, maar niet in de VS, alsnog inhoudelijke beantwoorden? 3)?

Antwoord

Vanzelfsprekend bestaat de voorkeur voor een VN-Mensenrechtencommissie die qua samenstelling een zo positief mogelijke invloed kan aanwenden om wereldwijd mensenrechten te beschermen en te bevorderen. Maar bij verkiezingen voor VN-lichamen en organen concurreert, gelet op antwoord op vraag 8 van uw vragen d.d. 21 mei 2001(Kamervragen met antwoord 2000-2001, nr. 1324, Tweede Kamer), een Lidstaat enkel met de staten binnen zijn eigen kiesgroep. In de meeste regionale kiesgroepen wordt er een agreed slate
overeengekomen. Dit houdt in dat er precies evenveel landen kandidaat worden gesteld door de regionale groep als er zetels beschikbaar zijn. Deze landen lopen derhalve niet het risico om niet gekozen te worden. In de Westerse Groep zijn er gewoonlijk meer kandidaten dan beschikbare zetels waardoor dit risico wel bestaat.

Kenmerk
Blad /1

===