Gemeente Gent

M o s t e r d . . . s p e c e r i j k e l i j k i n h e t M I A T (08/06/2001)

Meer dan 400 jaar voor onze tijdrekening beweerde Pythagoras dat het eten van mosterd het verstand vergrootte en opwekkende eigenschappen had. Grieken en Romeinen waren inderdaad zonder twijfel grote mosterdliefhebbers. Er zijn vele aanwijzingen waaruit we met zekerheid kunnen afleiden dat alle oude culturen en beschavingen mosterd kenden en gebruikten Men gebruikte de zaadjes door ze te malen en als een soort peper over de spijzen te strooien; de jonge bladeren werden gebruikt als groenten of om er soep mee te maken.

Dat de plant bekend was in de Oudheid wordt bewezen door de bijbelse parabel van het mosterdzaadje waarin de verbreiding van het geloof wordt gelinkt aan het groeivermogen en de kracht van het mosterdzaadje: "Waarmee zullen we het Koninkrijk Gods vergelijken? Het is als een mosterdzaadje: wanneer men het zaait in de aarde is het t kleinste van alle zaden, maar eenmaal gezaaid groeit het op en wordt groter dan alle tuingewas." (Markus IV, 31-32)

Het waren de Romeinen die voor het eerst de mosterd gebruikten als een soort pasta zoals we die nu kennen. De oudste beschrijving en het recept van een dergelijke mosterd vinden we in de eerste eeuw na Christus in "De re rustica" ("Over de landbouw") van Columella. Mosterd behoorde tot de nuttige planten die niet alleen in de keuken, maar ook als trefzekere remedie gebruikt werden tegen allerlei kwalen. Zo vinden we mosterd uitvoerig beschreven in bijna alle klassieke kruidenboeken, onder meer bij Dodoens en de plantkundige de lObel.

Mosterd, of tenminste de zaadjes, werden aangewend bij reumatische aandoeningen en andere inwendige pijnen in de vorm van cataplasmen (kompressen), maar ook de inname van mosterdzaadjes was doeltreffend bij aandoeningen van de maag, bij waterzucht, tegen beroertes, Het eten van mosterd was ook aangewezen in geval van neerslachtigheid.

Hoewel vele van deze toepassingen in onze huidige samenleving grotendeels achterhaald zijn, staat het toch onomstreden vast dat mosterd de eetlust aanwakkert en op dynamische wijze onze spijsvertering activeert.

Mosterd is door de tijden heen een belangrijke smaakmaker geweest. Zo zijn er in meerdere steden - onder meer in Ieper, Bergen, Dendermonde
- in de 15de, 16de en 17de eeuw ordonnanties uitgevaardigd die bepalen dat mosterd moest gemaakt worden van goede zaden en azijn.

Vele groten der aarde verkozen mosterd. Zo is er het verhaal van Lodewijk XI (koning van Frankrijk van 1461 tot 1483) die nooit zijn kasteel verliet zonder een pot mosterd mee te nemen. Ooit nam een paus een eigen mosterdmaker in dienst en zelfs onze Keizer Karel beschouwde mosterd als onmisbaar bij het eten van een stuk hesp.

Is mosterd een kruid of een specerij? Mosterd is eigenlijk een bereid product, een soort saus, waarvan de gemalen mosterdzaadjes de belangrijkste ingrediënten zijn.

Canada is de belangrijkste producent van mosterdzaad waar het op immense oppervlakten wordt geteeld. Qua volume bekleedt mosterdzaad zelfs de eerste plaats in de rangorde van de specerijen die over de hele wereld worden gebruikt.

Er bestaan meerdere variëteiten:


- gele mosterdzaadjes (Sinapis alba) zorgen voor de smeuïgheid en de mildheid van de mosterd.


- zwarte mosterdzaadjes (Brassica nigra) zorgen voor de scherpe smaak en de adembenemende aromas; deze zaden zijn echter onmogelijk mechanisch te oogsten en worden nog nauwelijks gezaaid en meestal vervangen door


- bruine mosterdzaadjes (Brassica juncea) die minder scherp smaken, maar toch een waardige vervanger zijn.

Een met zorg gekozen menging van deze zaden wordt gebroken en vermengd met water, azijn en zout. Eventueel worden hieraan ook nog andere kruiden of specerijen toegevoegd.

De specifieke mengeling van de zaden en andere grondstoffen is het grote geheim van elke fabrikant. Het aanbod is zeer verscheiden: van eerder zacht tot bijtend scherp; van een mosterd waarin de zaadjes slechts grof zijn vermalen tot een product gemalen tot een gladde pasta. Elke soort heeft specifieke eigenschappen en net als bij kaas kan men beter de eigen smaak uitzoeken.

Niet enkel de eigen voorkeur, maar ook de toepassing is bepalend voor de keuze van de soort mosterd. Een mosterd waarin de zaadjes grof gemalen zijn, kan in een saus of bereiding zorgen voor een decoratief element, maar is niet geschikt om een mooie gladde saus te bekomen.

Dijonmosterd is geen beschermde herkomstbenaming: het is enkel een manier van produceren waarbij wordt bepaald dat alleen mosterdzaden van de variëteiten Brassica nigra of Brassica juncea worden gebruikt en slechts een beperkte hoeveelheid van de zemelen van het mosterdzaad mogen in het eindproduct blijven.

Vroeger was mosterd, behalve zout, vaak de enige smaakmaker, maar door de opkomst van andere producten als ketchup en sausen afgeleid van mayonaise verminderde het verbruik van mosterd. De jongste jaren is mosterd opnieuw erg populair, ook doordat de horeca de eigenschappen van dit fantastische product herontdekte en perfect weet te gebruiken. Bereidingen waarin mosterd voorkomt, staan op de kaart van elke zichzelf respecterende zaak. Ook in de dagdagelijkse keuken heb je met mosterd vele mogelijkheden.

De Gentse mosterd, onafscheidelijk verbonden met de naam Tierenteyn, geniet wereldfaam. Het hoeft dan ook niet te verwonderen dat mosterd in Gent in de kijker wordt geplaatst. Van 23 juni tot 28 oktober organiseert het MIAT (Museum voor Industriële Archeologie en Textiel) een tijdelijke tentoonstelling waarin mosterd centraal staat: "Mosterdspecerijkelijk".

Niet enkel de geschiedenis of de plant komen aan bod, er wordt eveneens aandacht geschonken aan de productie en producenten, het gebruik in de geneeskunde en tal van andere gekende of ongekende facetten.

Behalve de opstelling van de oude productiemachines van de mosterdfabriek van Tierenteyn-Verlent kan het museum voor de duur van de tentoonstelling beschikken over de unieke collectie mosterd-items van André Delcart, auteur van het boek MOSTERD, een culinaire en historische ontdekkingstocht gepubliceerd door de uitgeverij "Stichting Mens en Cultuur" in Gent dat een schat aan wetenschappelijke informatie bevat.

Praktisch

Tentoonstelling van 23 juni tot 28 oktober 2001, elke dag van 9.30 tot 17 uur (vanaf 3 juli elke dag van 10 tot 18 uur!) behalve op maandag.

De toegangsprijs bedraagt 100 frank/50 frank en er is een brochure beschikbaar voor 150 frank.

Informatie

MIAT, Minnemeers 9, 9000 Gent,

tel. (09)223 59 69, fax (09)233 07 39, e-mail museum.miat@gent.be

De tentoonstelling werd mogelijk gemaakt dank zij sponsoring van de firmas Ferdinand Tierentyn, Tierentyn-Verlent, De Vos-Lemmens, Bister.

Bevoegd

de heer Sas van Rouveroij, schepen van Cultuur en Toerisme.