Nederlandse Vereniging van journalisten

Reza Sam:
'Iran mag dan een onbegrijpelijk land zijn, hier zet ik ook mijn vraagtekens.'

Zeven jaar geleden vluchtte hij naar Nederland, maar nog steeds verkeert de Iraanse journalist Reza Sam in grote onzekerheid of hij mag blijven. Het Ministerie van Justitie heropende het onderzoek omdat de authenticiteit van een document in twijfel was getrokken. En dat, terwijl Reza Sam in februari nog in het gelijk werd gesteld door de Rechtbank. De NVJ reageert geschokt.

Een A-status leek in februari dichterbij dan ooit. De Rechtbank in Den Bosch verklaarde toen het beroep van Reza Sam gegrond tegen het besluit van de Staatssecretaris van Justitie om hem geen asiel te verlenen. Maar terwijl Reza Sam in afwachting was van de verdere asielprocedure, kreeg hij op 20 juni het bericht dat het onderzoek door de staatssecretaris van Justitie was heropend. Advocaat Uco Koopmans reageert furieus. 'De IND maakt zich schuldig aan het geestelijk mishandelen van mijn cliënt. De beoordeling van het asielverzoek is ambtelijk broddelwerk.'
Al op 12 maart verzocht justitie aan het Ministerie van Buitenlandse Zaken om een nader onderzoek naar de authenticiteit van een document dat Reza Sam in het verleden had overlegd. Deze brief van het Persagentschap van de Iraanse Republiek zou verdenkingen bevatten jegens Reza Sam. Op basis van onderzoek trok buitenlandse zaken dit ernstig in twijfel en gaf justitie op 26 april antwoord in een individueel ambtsbericht. Reza Sam en zijn advocaat werden al die tijd niet geïnformeerd over het opnieuw laten uitvoeren van dit onderzoek. De IND geeft nu toe dat het individuele ambtsbericht niet in het dossier van Reza Sam terecht is gekomen. 'De onbeschofte en grenzeloos slordige wijze, waarop de IND meent ook deze zaak te kunnen behandelen zal zeker aanleiding geven tot nadere stappen', aldus Koopmans. Na overleg met zijn cliënt gaat Koopmans hoogstwaarschijnlijk in beroep.

De NVJ zag in Reza Sam het voorbeeld voor journalisten die in eigen land hun leven riskeren voor een grotere persvrijheid. NVJ-voorzitter Ron Abram reageert geschokt over de gang van zaken. 'Dit duurt nu al zeven jaar. De NVJ heeft in de afgelopen jaren herhaaldelijk aandacht gevraagd voor zijn zaak. Ook hebben we de toenmalige staatssecretaris Cohen vergeefs verzocht om een toelichting. Het is een regelrechte schande. Klaarblijkelijk maakt de opvolgster van Cohen dezelfde fout. In de afgelopen jaren zijn alle bezwaren van de staatssecretaris weerlegd. De NVJ verkeerde in de veronderstelling dat nadat de rechter de beschikking had gekraakt in februari, de A-status van Reza Sam veilig was gesteld. Nu begint de staatssecretaris weer helemaal opnieuw en volgt kennelijk de IND, de dienst die niet wil erkennen dat ze prutswerk levert. Dit is het geval van één journalist, maar als dit maatgevend is voor het niveau waarop asielaanvragen worden behandeld, dan is er iets heel alarmerends aan de hand.'
Uco Koopmans noemt deze ontwikkeling sarren, omdat de IND al twee maal door de Rechtbank in het ongelijk is gesteld. 'Ze willen gewoonweg niet toegeven dat ze slordige beslissingen hebben genomen. Ze willen nu met de heropening van het onderzoek perse hun gelijk. Maar het gaat wel over de ruggen van mensen. En dat is het ergste. Weer een verblijfsvergunning weigeren, is niet meer humaan.'

Het geduld van Reza Sam wordt danig op de proef gesteld. 'Iran mag dan een onbegrijpelijk land voor jullie zijn, maar hier zet ik ook mijn vraagtekens.' Na februari bleef het ijzingwekkend stil omtrent de voortgang van de asielprocedure. Advocaat Koopmans diende begin mei een klacht in bij de IND, waarop deze beloofde Reza Sam uiterlijk voor 18 juni in te lichten. Reza Sam: 'Dit wachten is misschien wel het allermoeilijkst. Als ik vandaag niet weet waar ik aan toe ben, hoe kan ik dan aan mijn toekomst denken?'

Reza Sam raakte in 1994 betrokken bij een omstreden petitie van 134 Iraanse schrijver die de overheid opriep een einde te maken aan de censuur. Enkele ondertekenaars werden vermoord, anderen liepen levensgevaar. Reza Sam verliet het land, toen uitlekte dat zijn vrouw asiel in het buitenland had aangevraagd. De journalist en zijn vrouw en twee kinderen leefden jarenlang in onzekerheid of ze in Nederland mochten blijven.
Al die tijd woont het gezin in een caravan in het asielzoekerscentrum in Den Bosch. Ze hebben geluk dat ze een gezin vormen en de kleine ruimte niet hoeven te delen met andere nationaliteiten. 'Op een klein oppervlak leven mensen met allemaal hun eigen problematiek. Daar is geen ontsnappen aan. Daarom vind ik het ook zo schrijnend dat asielzoekers zo negatief worden afgeschilderd in de Nederlandse media, alsof we criminelen zijn. Misschien kan de NVJ haar best doen om een einde te maken aan onterechte negatieve beeldvorming.' In Iran loopt Reza Sam nog steeds gevaar. Hij noemt het zelf een smeulend land en niemand weet wanneer het vuur weer oplaait. De verkiezingsdag in Iran een maand geleden was voor hem geen reden tot juichen. President Mohammad Khatami mag dan hervormingsgezind zijn en daarom populair bij het volk, van grote veranderingen is het nog niet gekomen. De economie is dramatisch slecht en van persvrijheid is geen sprake. 'Als ik mijn broer bel, laat ik hem het woord doen. Onze gesprekken worden nog altijd afgeluisterd en hij weet tot hoever hij kan gaan. Ik wil hem niet in gevaar brengen.'
Zolang de geestelijk leider boven de wet staat, kan er geen sprake zijn van democratie, vindt Reza Sam. Verkiezingskandidaten, ook Khatami, worden aangewezen door een machtige geestelijke raad. Elke wetgeving die niet bevalt, kan worden teruggedraaid. Daarmee blijft de invloed van een president beperkt. 'Khatami is de minst slechte van alle kandidaten. Hij heeft de rol van een stiefmoeder die erg probeert haar best te doen.'

Dagelijks hoort Reza Sam over de gevolgen van de beknotte persvrijheid in Iran. Vorig jaar werden meer dan dertig kranten en tijdschriften verboden. Hij kent vele voorbeelden van aanslagen en wantoestanden. 'Ook op dit moment zitten meer dan tien Iraanse journalisten gevangen. Een journalist is geëxecuteerd, omdat hij de naam van de profeet Mohammed in spreektaal spelde. Het is wettelijk verboden om met buitenlanders over politiek of economie in Iran te praten. Op internet is recent een website over islam verboden. De makers waren namelijk geen islamitische autoriteit.'
De laatste jaren doen journalisten een voorzichtige poging zich te organiseren, maar volgens Reza Sam hebben ze nauwelijks gezag. 'Het enige wat ze kunnen doen is gezamenlijk wegen te vinden om toch hun werk te kunnen doen.' Toch ziet hij een minieme vooruitgang. 'Er zijn manieren om kritische noten tussen de regels te schrijven. Journalisten laten zich niet meer louter dicteren door het officiële Iraanse persbureau INRA, maar worden zelf actief.'