Milieudefensie

Uitnodiging voor de pers

Presentatie rapport over gevolgen olieproject in Tsjaad en Kameroen
Wereldbank houdt zich niet aan beloftes

Amsterdam, 20 juni 2001 --- Vrijdag presenteren Raphael Yimga Tatchi en Ndi Ombgwa Felix Devalois van Friends of the Earth Cameroon (een zusterorganisatie van Milieudefensie in Kameroen) het rapport Broken Promises. The Chad Cameroon Oil and Pipeline Project; Profit at Any Cost? Dit rapport brengt in kaart wat er terechtgekomen is van de beloftes die de Wereldbank verbond aan haar vorig jaar verstrekte leningen van meer dan 200 miljoen dollar aan Tsjaad en Kameroen voor het olie- en pijpleidingproject van beide landen. En dat is bar weinig.

De presentatie vindt om 15.30 uur plaats tijdens een Politiek Café in het Transnational Institute in Amsterdam. Wij nodigen u uit hierbij aanwezig te zijn. Er is gelegenheid voor interviews.

Wat: presentatie rapport Broken Promises. The Chad Cameroon Oil and Pipeline Project; Profit at Any Cost?
Waar: vergaderzaal Transnational Institute, Paulus Potterstraat 20, Amsterdam Wanneer: vrijdag 22 juni vanaf 15.30 uur

De olievelden bevinden zich in het vruchtbaarste gebied van Tsjaad, dat van groot belang is voor de drinkwatervoorziening en de landbouw. Niet alleen gaat dit gebied verloren voor de landbouw, de oliewinning zal ook grote hoeveelheden water aan het gebied onttrekken. In Kameroen wordt de pijpleiding die de olie afvoert dwars door het tropisch regenwoud aangelegd. De oliepijpleiding doorsnijdt belangrijke rivieren in Tsjaad en Kameroen, wat bij lekkages tot vervuiling van grote omvang kan leiden.
De regeringen van Kameroen en Tsjaad behoren tot de meest corrupte regimes ter wereld. In Tsjaad woedt al vele jaren een burgeroorlog.

Na goedkeuring van het project door de Wereldbank verleende de Europese Investeringsbank een additionele lening van 120 miljoen dollar. Een consortium van particuliere investeerders, waarin ABN AMRO een leidende rol speelt, staken vervolgens 200 miljoen dollar in het project. Voor deze politiek en ecologisch riskante onderneming vertrouwt ABN AMRO op de 'garanties' van de Wereldbank.

Voor de Wereldbank geldt het olie- en pijpleidingproject als een voorbeeldproject. Ondanks felle waarschuwingen van milieu- en mensenrechtenorganisaties keurde de Wereldbank in juni 2000 het project goed. In oktober begon men met de aanleg.
Volgens de Wereldbank zou het milieu er niet onder lijden en de opbrengst zou ten goede komen aan de arme bevolking van beide landen. Er waren immers strenge voorwaarden aan het project verbonden. In praktijk blijkt daar niets van terecht te komen.

De Amerikaanse regering rapporteerde in februari 2001 flagrante schendingen van de mensenrechten in Tsjaad en Kameroen.
Twee weken geleden zette president Debry van Tsjaad belangrijke vertegenwoordigers van de oppositie gevangen, omdat ze protesteerden tegen de manipulaties bij de presidentsverkiezingen. Een aantal van hen liet hij doodschieten. Vorige week joeg hij een vreedzame demonstratie van vrouwen met traangas uiteen.

De aan het project deelnemende oliemaatschappijen betaalden de regering van Tsjaad een 'bonus' van 25 miljoen dollar; Tsjaad kocht meteen voor 4,5 miljoen dollar wapens. De pijpleiding loopt in Kameroen door het woon- en leefgebied van Bakola pigmeeën. Deze worden verdreven en ontvangen geen compensatie, omdat ze formeel geen eigenaar zijn van de grond.

Alle contracten voor de aanleg van de pijpleiding en de bouw van een overslagterminal aan de kust zijn naar buitenlandse bedrijven gegaan. Die betalen geen belasting aan Kameroen. Ze hebben wel lokale mensen in dienst, maar de arbeidsomstandigheden zijn zo bar, dat er om de haverklap stakingen plaatsvinden.

In het rapport Broken Promises zijn de beloftes op een rijtje gezet, gevolgd door wat er in de praktijk gebeurt.