http://www.minbuza.nl/content.asp?Key=417284
Aan de Voorzitters van de Algemene Commissie
voor Europese Zaken en van de Vaste Commissie voor Buitenlandse Zaken van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Directie Integratie Europa Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag
Datum 22 juni 2001 Auteur Guusje Korthals Altes
Kenmerk DIE/324/01 Telefoon 070-3484182
Blad 1/9 Fax 070-3486381
Bijlage(n) - E-mail die@minbuza.nl
Betreft Verslag van de Raad voor Ontwikkelingssamenwerking d.d. 31 mei 2001
Zeer geachte Voorzitter,
Conform de bestaande afspraken heb ik de eer U hierbij het verslag aan te
bieden van de Raad voor Ontwikkelingssamenwerking die plaatsvond in Brussel
op 31 mei 2001.
Een verslag van het Raadsecretariaat in Brussel kunt u vinden op Internet,
via de webpagina http://ue.eu.int/newsroom.
De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking
Verslag Ontwikkelingsraad 31 mei 2001
De Raad van Ministers voor Ontwikkelingssamenwerking van 31 mei 2001 werd
door het Zweeds Voorzitterschap in twee delen gesplitst. De ochtend wijdde
de Raad aan het onderwerp "
verbetering van de effectiviteit van de Europese ontwikkelingssamenwerking:
implementatie van het ontwikkelingsbeleid",
terwijl in de middag het thema
" conflict en ontwikkeling"
op de agenda stond.
A Verbeteren van de effectiviteit van EG Ontwikkelingssamenwerking:
implementatie van het Ontwikkelingsbeleid
In de ochtend is tijdens het algemene deel aan de hand van een
discussiepaper van het Voorzitterschap over de effectiviteit van de Europese
ontwikkelingssamenwerking een debat gevoerd. Alle Lidstaten spraken hun
steun uit voor het nieuwe beleid, dat 10 november 2000 tijdens de vorige
Ontwikkelingsraad is geconcretiseerd. De implementatie van het beleid kost
echter tijd en gaat langzamer dan gedacht, met name door toedoen van de
interne reorganisatie die de Commissie is begonnen.
Commissaris Nielson vergeleek het proces waar de Commissie zich momenteel in
bevindt met een motor waarvan men heeft geconstateerd dat deze niet meer
werkt, die uit elkaar is gehaald en waarvan alle onderdelen los op de grond
liggen. Nu moeten reserve onderdelen worden aangeschaft en moet de motor
opnieuw in elkaar worden gezet. De financiële vooruitzichten voor 2001
blijven dan ook achter bij eerdere ramingen, zowel wat betreft
committeringen als wat betreft betalingen. Nielson indiceerde dat een
discussie met de Lidstaten nodig is over de bereidheid tot het financieren
van 'recurrent costs' en over de bereidheid meer risico te aanvaarden om
sneller resultaten te bereiken.
Ik heb aangegeven dat ik begrip heb voor de situatie en de moeilijkheden die
een reorganisatie met zich meebrengt. De Commissie beweegt zich in de goede
richting (ownership, resultbased-budgetting, swaps, intentie tot delegatie
naar het veld). Het wordt echter tijd om met resultaten te komen, de
Lidstaten worden ongeduldig. Het Actieprogramma en het Jaarverslag lenen
zich uitstekend om aan te geven welke resultaten de Commissie voorziet en
welke resultaten behaald zijn. Op deze wijze kan de Raad haar monitorfunctie
op adequate wijze uitvoeren.
De voorgenomen delegatie naar het veld verloopt moeizaam. De EG-missies
kampen met onderbezetting. Delegaties worden geconfronteerd met
micromanagement vanuit Brussel, alwaar men niet altijd beschikt over
landenspecifieke kennis. Bovendien blijft de Commissie in veel gevallen een
projectmatige benadering hanteren. Ik heb bij de Commissie aangedrongen meer
samen te werken ter plaatse met Lidstaten en met andere donoren. De
Commissie en de Lidstaten zouden meer gebruik moeten maken van expertise van
anderen. Op deze wijze is het niet nodig voor iedere donor om op elk gebied
expertise op te bouwen.
Daarnaast heb ik de Commissie opgeroepen het hulpbeleid ten aanzien van de
Minst Ontwikkelde Landen (MOL's) te herzien. Niet alleen moet de Commissie
gehoor geven aan de richtlijnen die in DAC/OESO verband zijn aangenomen over
gehele ontbinding van hulp ten aanzien van de MOL's, ook zou het vergroten
van het deel van de hulp dat naar de MOL's gaat de armoedefocus van de hulp
ten goede komen.
Tenslotte merkte ik op dat problemen van absorptiecapaciteit in de
partnerlanden door de donoren, w.o. de Commissie, zelf zijn gecreëerd via
proliferatie van eigen procedures en prioriteiten. Die problemen dienen dus
ook door hen te worden opgelost door harmonisatie, vereenvoudiging en
taakverdeling. Ik betuigde in dit verband mijn steun aan het voorstel van
Commissaris Nielson een discussie in de Raad te voeren over financiering van
'recurrent costs'.
In het ochtenddeel behandelde de Raad vervolgens de volgende specifieke
onderwerpen:
Actieprogramma: Ontwikkelingsbeleid van de Gemeenschap
(staff working document)
Het Actieprogramma van de Commissie, dat is verschenen, biedt inzage in de
voortgang van de implementatie van het beleid. Het Actieprogramma beslaat
niet alleen de reorganisatie van de Commissie, maar geeft ook op verzoek van
de Raad, een breed overzicht van alle activiteiten op het gebied van
ontwikkelingssamenwerking.
De Raad had aangegeven concrete doelstellingen en indicatoren te willen
terug zien in het Actieprogramma. Dit vindt nog onvoldoende weerslag in de
huidige versie.
Ik heb aangegeven dat ik het Actieprogramma met name heb bekeken op de
coherentie aspecten en doelstellingen op het gebied van de hoeveelheid hulp
die naar Minst Ontwikkelde Landen (MOL's) gaat. Waar het coherentie betreft
schiet de Commissie tekort op het gebied van de bezetting. Het focal point
for coherence betreft slechts één fte, die momenteel bovendien niet is
ingevuld. De Commissie gaf aan bezig te zijn een meer structurele inbedding
van het focal point binnen de Commissie na te streven.
Ik bepleitte een netwerk te creëren van het focal point met de coherentie-units van de lidstaten, waarvan ook die lidstaten gebruik kunnen maken die geen coherentie expertise in huis hebben.
Rapport van de Europese Rekenkamer
Eind 2000 heeft de Europese Rekenkamer een Rapport gepubliceerd over het
management van de externe hulpprogramma's van de Commissie. Het rapport
omvat elementen als landenprogrammering, projectvoorbereiding en de rol van
de delegaties. De aanbevelingen zijn deels achterhaald gezien het proces van
reorganisatie dat de Commissie heeft ingezet.
Kern van de aanbevelingen van de Rekenkamer is dat een vergroting van de
effectiviteit van hulp gepaard dient te gaan met verandering naar een
flexibeler en meer resultaat georiënteerde management cultuur. De Raad gaf
aan verheugd te zijn dat vele aanbevelingen van de Rekenkamer reeds door de
Commissie zijn opgepakt in het proces van reorganisatie, maar dat een
cultuuromslag een vereiste voor succes blijft. Ik heb nogmaals benadrukt dat
het van belang is dat de concrete acties die uit de aanbevelingen van het
Rapport naar voren komen worden opgenomen in het Actieprogramma. Slechts dan
kan duidelijk worden of het gewenste resultaat of vooruitgang is geboekt.
Follow-up van het ontwikkelingsbeleid van de EG
Onder dit punt op de agenda is ingegaan op de concrete stappen die de
Commissie sinds mei 1999 heeft gezet. Naar aanleiding van Raadsconclusies
ten aanzien van de resultaten van de Evaluatie: 'Effectiviteit van de
ontwikkelingssamenwerkingsinstrumenten en - programma's van de EG' is in mei
1999 een traject ingezet dat de effectiviteit van de EG
ontwikkelingssamenwerking moet verbeteren. De Commissie schetste kort de
geboekte vooruitgang (nieuwe beleidsstrategie, standaard Raamwerk voor
Landenbeleidsdocumenten, de managementhervormingen binnen de Commissie, de
voorgenomen herziening van het Financieel Reglement). De Raad nam hier
kennis van. De Raad heeft de Commissie in mei 1999 tevens verzocht een
Actieplan en een Jaarverslag te publiceren.
De Raad is gedurende deze zitting specifiek ingegaan op het doel, de vorm en
de inhoud van beide documenten, teneinde effectieve monitoring te kunnen
waarborgen. Ik heb de Commissie verzocht meetbare doelstellingen in het
Actieprogramma op te nemen zodat de resultaten van de Commissie, die in het
Jaarverslag worden weergegeven, op juiste wijze en in relatie tot het
algemeen uitgezette beleid beoordeeld kunnen worden. Daarnaast heeft de Raad
aangegeven dat het Jaarverslag een vooruitblik moet bieden op het komende
jaar en als basis kan dienen voor het prioriteitendebat in de Algemene Raad.
Het eerste Jaarverslag wordt in november van dit jaar verwacht.
Coherentie
De samenhang tussen beleid voor ontwikkelingssamenwerking en andere
beleidsterreinen is regelmatig onderwerp van overleg in diverse nationale en
internationale fora. Tijdens de Raad van Ministers voor
Ontwikkelingssamenwerking van 10 november jl. is het Nederlands initiatief
om het onderwerp coherentie als vast punt op de agenda van de
Ontwikkelingsraad aangenomen.
Ik heb tijdens deze Raad specifieke aandacht gevraagd voor coherentie op het
gebied van Visserij en Armoedebestrijding aan de hand van de Mededeling van
de Commissie over Visserij en Armoedebestrijding. Kern van mijn interventie
was dat de Mededeling waardering verdient, omdat het coherentieprobleem
scherp gedefinieerd wordt. Er dient een balans te zijn tussen de economische
belangen van de ontwikkelingslanden en de mondiale belangen van duurzaamheid
enerzijds en de commerciële en sociale belangen van Europese consumenten en
vissers anderzijds. Belangrijker is echter dat de visie die in het document
aan de dag wordt gelegd in praktijk ook geïmplementeerd wordt. Ik heb België
verzocht de mededeling onder haar Voorzitterschap zowel voor de
Ontwikkelingsraad als voor de Visserijraad te agenderen. België heeft gezegd
zich hiervoor in te zullen spannen.
Daarnaast heb ik de Commissie nogmaals gewezen op het belang van het
betrekken van de locale visserijorganisaties bij het vaststellen van de
nieuwe overeenkomsten, specifiek in de onderhandelingen die nu in Mauritanië
worden gevoerd.
Tenslotte heb ik in het kader van coherentie de Commissie gewezen op de
noodzaak om door middel van concrete actie nù ("downpayment") vertrouwen te
scheppen bij ontwikkelingslanden in een nieuwe WTO ronde.
Transport en duurzame ontwikkeling
De Raad heeft ingestemd met het beleid van de Commissie op het gebied van
Transport en duurzame ontwikkeling. Transport is een van de zes
beleidsterreinen waar de Commissie een duidelijke toegevoegde waarde heeft.
Ik ben geslaagd in mijn streven dat, in het kader van steun aan de
allerarmsten, het belang van niet-gemotoriseerd vervoer (b.v. fietsen) door
de Raad benadrukt werd. Bovendien heeft de Raad de Commissie opgeroepen de
steun aan de transport sector in het kader van armoedebestrijding te
plaatsten en coherent te laten zijn met de nationale plannen voor
armoedebestrijding.
Strategie voor de integratie van milieu in het
ontwikkelingssamenwerkingsbeleid
Tijdens de Europese Raad van Cardiff (juni 1998) zijn alle vakraden
uitgenodigd een strategie op te stellen teneinde milieudoelstellingen in de
hen betreffende beleidsterreinen te integreren. Dit was het begin van het
zogenaamde externe integratie proces, ook wel het Cardiff-proces genoemd.
Inmiddels is aan negen vakraden gevraagd om tijdens de Europese Raad in
Gotenburg (juni 2001) de bedoelde strategieën te presenteren en over de
voortgang te rapporteren.
Het Commissie-document zet een strategie uit voor de Ontwikkelingsraad,
waarbij milieu overwegingen systematisch worden opgenomen in de
voorbereidingen van alle strategische plannen en programma's voor EG-
ontwikkelingsbeleid, in het bijzonder de Landenbeleidsdocumenten en de
indicatieve programma's.
Binnen de Raad is Nederland altijd één van de voorvechters om milieu en
duurzame ontwikkeling te laten doorklinken in het EG-instrumentarium voor
het externe beleid. Milieu is bij uitstek een terrein waar coherent beleid
geboden is. Bij implementatie van het voorgenomen beleid staat het
'ownership aspect' voorop, slechts dan hebben goede beleidsintenties kans
van slagen.
Rio +10
Tien jaar na de United Nations Conference on Environment and Development
(UNCED, Rio de Janeiro, 1992) en vijf jaar na Rio+5 (New York, 1997) zal in
2002 de vervolgconferentie World Summit on Sustainable Development, ook wel
genoemd Rio+10, worden gehouden. De Conferentie vindt plaats in Zuid-Afrika
(Johannesburg, september 2002). Het voorbereidingstraject zoals dat nu is
vastgelegd zal nauwlettend door de Raad gevolgd worden. Nederland zal onder
Belgisch Voorzitterschap de Raad aanmoedigen een actieve rol op zich te
nemen.
Effectieve samenwerking VN: ontwikkelingssamenwerking en Humanitaire Hulp
De Raad heeft aangegeven verheugd te zijn over de voorgenomen samenwerking met de VN. Nederland streeft al jaren naar een betere en effectieve samenwerking tussen de EU en de VN. Het belang van de VN als organisatie met speciale mandaten en met een coördinerende rol is steeds benadrukt.
De Commissie realiseert zich dat zij grote stappen moet nemen om de
samenwerking in praktijk te brengen. Ik heb erop gewezen dat een van de
belangrijkste stappen de hervorming van het Financieel Reglement is. Deze
hervorming zal derhalve ook door alle Lidstaten in andere fora (Ecofin)
gesteund moeten worden.
Ik heb benadrukt dat ik het streven naar meer EU-samenwerking in VN-verband
kan steunen, onder de voorwaarde dat het gaat om de 'policy fora' (zoals de
Veiligheidsraad) en niet de 'executive council'of 'boards'. Over het laatste
aspect kan worden gesproken naarmate meer EU-Lidstaten dan de huidige vier
aan hun ODA-verplichtingen voldoen en er een evenwichtige lastenverdeling in
de financiering van de VN ontstaat. Immers het merendeel van de EU lidstaten
draagt daaraan nu niet of nauwelijks bij.
B Conflict en Ontwikkeling
Tijdens het middagdeel van de zitting voerde de Raad opnieuw op basis van
een discussiepaper van het Voorzitterschap een algemeen debat over
conflictpreventie en de wijze waarop de ontwikkelingsinstrumenten kunnen
worden ingezet op dit gebied. Nederland heeft aangegeven dat er voldoende
adequate mechanismen voor politieke dialoog en voor early warning zijn. Waar
het aan schort echter is early action. Op handen zijnde conflicten zouden
eerder op de agenda van de Raad moeten komen. Op deze wijze kan de Raad
vroegtijdig acties bepalen en structurele risico's in kaart brengen. De
reactiesnelheid kan worden opgevoerd door verbeterde samenwerking en
coherente aanpak. Bovendien is het goed om duidelijk in beeld te brengen
welke acties door wie en op welke wijze kunnen worden uitgevoerd. Een
dergelijke inventarisatie kan als handvat gebruikt worden bij daadwerkelijk
ingrijpen. De Raad heeft in de Conclusies nogmaals het belang van
ontwikkeling in het kader van conflictpreventie benadrukt en nauwe
samenwerking tussen de Raad, de Commissie en de Lidstaten bepleit. Besloten
werd op de volgende Ontwikkelingsraad operationele conclusies aan te nemen
over verbeterde samenwerking bij conflicten in ACS-landen.
In het middagdeel stelde de Raad vervolgens de volgende specifieke
onderdelen aan de orde.
Verband tussen Noodhulp, Rehabilitatie en Ontwikkeling
De Raad verwelkomde de Mededeling van de Commissie die ingaat op de
problematiek rondom het grijze gebied dat bestaat tussen noodhulp,
rehabilitatie en het opgang komen van structurele hulp. De Raad wees de
Commissie op het belang van het vroegtijdig opnemen van conflictindicatoren
in de Landenbeleidsdocumenten. Bovendien vroeg de Raad de Commissie deel te
nemen aan reeds bestaande overleg- en coördinatiestructuren. Commissaris
Nielson gaf in een korte toelichting aan dat de Commissie en de Lidstaten
wanneer zij opereren in dit grijze gebied bereid moeten zijn in sommige
gevallen risico's te nemen en eerder over te gaan op structurele hulp. Dit
vereist politieke wil.
Verkiezingswaarneming in EU verband
De Mededeling inzake verkiezingssteun schept een kader voor
verkiezingswaarneming. De Mededeling is tot stand gekomen op verzoek van het
Europees Parlement (EP). Het EP vroeg om een analyse van de participatie van
de EU in verkiezingswaarnemingsmissies gedurende de afgelopen jaren.
Nederland heeft waardering uitgesproken voor de coherente aanpak van
verkiezingswaarneming. De Raad benadrukte de noodzaak van aansluiting bij
internationale organisaties die op dit terrein actief zijn. Nederland kon
uiteindelijk met de Raadsconclusies instemmen omdat deze zowel aan de Raad
als aan de Commissie mogelijkheid laten acties op het gebied van
verkiezingswaarneming te initiëren.
Anti-personeel mijnen
In november 2000 is de Raad akkoord gegaan met het voorstel van de Commissie
twee gelijke verordening uit te brengen op grond waarvan actie tegen
opgeslagen anti-personeel mijnen en tegen die in het veld kan worden
ondernomen zowel in ontwikkelingslanden als in derde landen. De Raad wees op
het belang van samenwerking met ander organisaties. De VN beschikt in dit
verband over adequate structuren (UNMAS). De Raad heeft zijn goedkeuring
uitgesproken voor beide Verordeningen.
Diversen
Onder diversen zijn drie onderwerpen ter sprake gebracht:
Co-développement, de ratificatie van het Cotonou akkoord en de digitale
kloof.
Ratificatie Cotonou
Commissaris Nielson heeft op verzoek van de ACP landen de Lidstaten gevraagd
aan te geven wanneer zij de ratificatie van het Akkoord door hun parlement
verwachtten. Aangegeven is dat de Memorie van Toelichting bij het Verdrag de
Kamer op 12 april jl. is toegezonden en dat het Nederlands parlement het
Akkoord hopelijk in het vierde kwartaal van dit jaar zal ratificeren.
Digitale kloof
Commissaris Nielson heeft aangegeven dat ICT als sector op zich geen
prioriteit heeft voor de Commissie, omdat het niet valt binnen de zes
beleidsterreinen. ICT is een middel dat kan worden ingezet om de
ontwikkeling binnen deze zes sectoren tot stand te brengen. Ik kan mij
geheel vinden in het standpunt van de Commissie.
Co-développement'
(migratie en ontwikkeling)
Op Deens verzoek en met steun van Frankrijk is, evenals in november,
gesproken over 'Co-développement'.
De Commissie heeft aangegeven dat de Ontwikkelingsraad niet het aangewezen
forum is om dit onderwerp uit te werken. De Ontwikkelingsraad richt zich
specifiek op armoedebestrijding in de armste landen. Het idee van
Co-développement richt zich met name op migranten die veelal niet uit de
armste landen komen. Het idee op zich verdient steun, maar kan op juiste
wijze uitgewerkt worden in nauwe samenwerking met de High Level Working
Group Asylum and Migration (HLWG). De interventie van de Commissie vond
brede steun bij de Lidstaten. Nederland heeft ingestemd met het beleid van
de Commissie. Op deze wijze voorkomt de Commissie versnippering van de
alomvattende aanpak van migratie.
Diner
Het Zweeds Voorzitterschap had dr. Gro Harlem Brundlandt,
Secretaris-generaal van de WHO, uitgenodigd voor het diner. Tijdens het
diner is met name gesproken over de oprichting van het Global HIV/AIDS and
Health Fund. De Raad heeft tijdens de zitting een verklaring aangenomen
waarin de Raad aangaf de oprichting van het Fonds te steunen. De wijze
waarop invulling zal worden gegeven aan het Fonds wordt nog verder
uitgewerkt. Ik heb benadrukt dat het Fonds niet slechts ter bestrijding van
AIDS/HIV moest dienen, maar ook ter verbetering van de basis gezondheidszorg
en ter bestrijding van andere infectieziekten. Tevens waarschuwde ik voor
eventuele condities verbonden aan de VS-pledge aan het Fonds met betrekking
tot het ontnemen van ruimte voor ontwikkelingslanden in TRIPS om medicijnen
via dwanglicenties zelf te produceren of parallel te importeren. Een
dergelijke prijs kan ontwikkelingslanden miljarden kosten en is het Health
Fund niet waard.
Lunch
Tijdens de lunch sprak de Raad over de follow-up van de MOL's Conferentie en
de humanitaire hulp situatie in de Grote Meren, waarbij de DRC specifiek aan
de orde kwam. Daarnaast heeft de Franse minister van Buitenlandse Zaken,
Josselin, verslag gedaan van het recent door hem en zijn Britste collega,
Clare Short, afgelegde bezoek aan Siërra Leone en Guinee.
Ten aanzien van de follow-up van de MOL's Conferentie bepleitte ik de middelen die vrijvallen uit gebonden budgetten ten gevolge van ontbinding, maar ten aanzien waarvan immers is afgesproken dat ze ten behoeve van de MOL's beschikbaar blijven, te storten in een multilaterale faciliteit ter financiering van handelsgerelateerde infrastructuur in de MOL's.
Wat betreft de Grote Meren en Siërra Leone memoreerde ik het belang van
tijdige 'Demobilisation Disarmament Rehabilitation and Repatriation' (DDRR)
zodra vrede zich lijkt aan te dienen en mijn bereidheid hier genereus aan
bij te dragen.
Kenmerk
Blad /9
===