Toelichting collegebesluit
22 juni 2001
Toelichting van het college Leeuwarden op het collegebesluit d.d. 22
juni 2001 omtrent de relatie buitengewoon ambtenaar der burgerlijke
stand (BABS) en huwelijken tussen personen van hetzelfde geslacht.
1. Naar aanleiding van de recente publiciteit rondom huwelijken
tussen personen van hetzelfde geslacht heeft het college aan de
stadsadvocaat om juridisch advies verzocht omtrent deze kwestie.
2. Hierbij is gebleken dat bij de kwestie rechtspositionele aspecten
en het vastgestelde collegebeleid aan de orde zijn.
Met betrekking tot aspecten van rechtspositionele aard:
1. Het college heeft hedenmorgen besloten tot herbenoeming van de
betrokken BABS tot buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand
voor de periode 1 januari 2000 tot 1 september 2001.
2. Deze herbenoeming was noodzakelijk omdat is gebleken dat zij op 23
januari 1996 was benoemd voor de periode van 1 januari 1995 tot 1
januari 2000.
3. In de afgelopen periode werd er stelselmatig vanuit gegaan dat zij
in 2003 zou moeten worden herbenoemd. Na het juridisch advies is
gebleken dat dit niet overeen komt met de feitelijkheid.
4. De betrokken BABS is hedenmorgen door wethouder Bilker persoonlijk
geinformeerd over de herbenoeming tot 1 september 2001. Er is haar
bericht dat het college heeft besloten om alle buitengewoon
ambtenaren van de burgerlijke stand schriftelijk te laten
verklaren dat zij alle wettelijke taken - die bij het ambt van
buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand behoren - zal
uitvoeren. Met andere woorden: indien de betrokken BABS
schriftelijk instemt met deze verklaring zal zij na 1 september
2001 worden herbenoemd.
Collegebeleid (en achtergronden):
1. Met betrekking tot partnerregistratie - en nadien huwelijken - van
personen van het gelijke geslacht heeft het college van Leeuwarden
op 20 juni 2000 besloten dat als beleidslijn geldt dat personen
die als buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand hun ambt
vervullen in Leeuwarden alle wettelijke bij hun functie horende
taken dienen uit te voeren. Dit beleid is behandeld in de
raadscommissie Bestuur en Middelen. Het beleid is feitelijk
vastgesteld op 12 juli 2000 in de raadscommissie Bestuur en
Middelen; tegen het collegevoorstel stemde destijds alleen de
GPV/RPF/SGP-fractie.
2. In het najaar van 2000 vond in het parlement een discussie plaats
over de wetgeving die gaat over huwelijken tussen personen van het
hetzelfde geslacht. Naar aanleiding van deze discussie heeft het
college van Leeuwarden op 28 september 2000 een brief verstuurd
naar de VNG waarin o.a. wordt aangegeven dat het college problemen
heeft met de wijze waarop het kabinet - bij monde van de
staatssecretaris - gereageerd heeft inzake de gewetensbezwaarden.
Aan de VNG is toen verzocht met klem uit te spreken dat het
toelaten van gewetensbezwaarden niet strookt met de Grondwet en
anderzijds te bevestigen dat het aantstellen van ambtenaren van de
burgerlijke stand een louter gemeentelijke taak is waar geen
bemoeienis past van het Rijk.
3. Op 14 november 2000 heeft het kabinet (in een brief aan de
voorzitter van de Tweede Kamer) een toezegging gedaan aan de
Tweede Kamer m.b.t. gewetensbezwaarden op dit punt. Deze
toezeggingen worden nadien niet in wetgeving opgenomen.
4. Op 12 februari 2001 heeft de VNG per brief naar Leeuwarden
gereageerd. In deze brief wordt gesteld dat gemeenten zelfstandig
beleid kunnen voeren op dit punt (`gemeenten kunnen hun regelingen
terzake op een strikte manier toepassen'), terwijl voorts wordt
gesteld dat het `onzes inziens mogelijk is om gewijzigde
voorwaarden - zoals de verplichting tot het sluiten van een
huwelijk tussen personen van gelijk geslacht - op te nemen in een
nieuwe aanstelling volgende op een aanstelling voor bepaalde tijd
die van rechtswege eindigt'.
5. Op 27 maart 2001 stuurt het COC Friesland een brief met vragen of
in Leeuwarden processen al zo zijn ingericht dat niet alleen
uitgegaan wordt van heteroseksuele paren. Deze vragen worden op 11
mei 2001 beantwoord.
6. Op 2 april 2001 gaan twee personen van hetzelfde geslacht in
ondertrouw; nadat ze vernemen dat de gekozen buitengewoon
ambtenaar der burgerlijke stand moeite heeft met het sluiten van
een huwelijk, kiezen ze voor een andere ambtenaar. In een gesprek
met de wethouder geven ze aan dat de eerstgekozen buitengewoon
ambtenaar weigert hun huwelijk te sluiten. De betrokken
buitengewoon ambtenaar laat nadien weten dat ze behoort tot de
groep buitengewoon ambtenaren die vanuit hun levensovertuiging
moeite hebben met het homohuwelijk.
7. De COC-voorzitter liet op 2 juni 2001 via de media weten dat er in
Leeuwarden een buitengewoon ambtenaar is die weigert het huwelijk
tussen hem en zijn vriend te sluiten.
8. Gelet op de ontstane situatie en het in Leeuwarden vastgestelde
beleid besluit het college op 5 juni 2001 juridisch advies in te
winnen. Hiervan wordt dezelfde dag melding gemaakt in de
persconferentie na afloop van de collegevergadering.
9. Nadat op 13 juni 2001 in de nieuwsmedia wordt gemeld dat wederom
een buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand een huwelijk
tussen personen van hetzelfde geslacht heeft geweigerd, wordt door
de college-woordvoerder een toelichting gegeven op het bestaand
beleid op dit punt en de aanvraag voor juridisch advies.
Op basis van het juridisch advies en na ruggespraak met de VNG en het
ministerie van BZK wordt het collegebesluit op 22 juni 2001 genomen en
vastgesteld.