Tussen God en gekte: een vergelijking tussen psychose en religie
Wat zijn de verschillen en overeenkomsten tussen de psychoticus ten
opzichte van zijn waan en de gelovige ten opzichte van zijn geloof?
Dat is een van de vragen die drs. Sytze Ypma stelt in zijn
proefschrift Tussen God en gekte. Zijn centrale vraagstelling is:
'wat leert de studie van de psychose ons over zekerheid en
symboliseren in het geloven?' Ypma promoveert op 21 juni 2001 aan
de Rijksuniversiteit Groningen.
Aan de hand van de psychoanalytische werken van Freud, Lacan, Bion
en Klein schetst Ypma hoe een psychose ontstaat en eventueel kan
worden behandeld. Ypma hecht veel belang aan het
container-containedmodel van Bion. Volgens dit model functioneert
de therapeut als een container. Dat is een mentale ruimte waarin de
therapeut de hevige emoties en waandenkbeelden van de psychoticus
opvangt. Hij probeert vervolgens die emoties en beelden te bewerken
op een wijze dat de ander ze kan terugnemen. Dit kan de patiënt
helpen in zijn genezingsproces.
Aan de hand van het werk van de theoloog H.M. Kuitert licht Ypma
toe hoe theologen en pastores deze methode van containment kunnen
gebruiken om onzekere gelovigen bij te staan. Door de onzekerheden
van de gelovigen van nieuwe betekenis te voorzien, is het volgens
Ypma mogelijk hun geloofsleven te revitaliseren. Een pastor is
natuurlijk geen therapeut, maar kan op deze manier ook psychotische
mensen in zijn pastoraat bijstaan./MB
Sytze Ypma (Heeg, 1962) studeerde godgeleerdheid aan de
Rijksuniversiteit Groningen. Hij verrichte zijn promotieonderzoek
bij de vakgroep Theologie van de RUG binnen het onderzoeksprogramma
Zingeving, traditie en verandering. Hij werkt als predikant op
Terschelling.
Meer informatie over deze promotie
Onderzoek
Promotie
Tussen God en gekte: een vergelijking tussen psychose en religie
Zie voorpagina.
Datum en tijd
donderdag 21 juni 2001, 15.45 uur
Promovendus
S. Ypma, tel. (0562)44 90 42, e-mail: s.ypma@wanadoo.nl
Proefschrift
Tussen God en gekte. Een studie over zekerheid en symbolisering in
psychose en geloven
Handelsuitgave
Uitgeverij Boekencentrum, ISBN 90-239-1154-7 (juni 2001), Prijs f49,50
Promotor
prof.dr. P.M.G.P. Vandermeersch
Faculteit
godgeleerdheid en godsdienstwetenschap
Plaats
Aula Academiegebouw, Broerstraat 5, Groningen
Promotie
Moleculaire celmechanismen en het ontstaan van kanker
In de biologische cel komen enzymsystemen voor die een dubbele functie
hebben; het doorgeven van signalen en het activeren van genen. Ze
worden aangeduid als STAT factoren (Signal Transducers and Activators
of Transcription). Verstoring van de STAT functie is in verband
gebracht met het ontstaan van kanker. Jan-Jacob Schuringa onderzocht
welke moleculaire mechanismen een rol spelen in de activatie van de
STAT3 factor, nadat cellen gestimuleerd waren door het cytokine
Interleukine-6. Hij deed dit in normale cellen en in drie typen
kwaadaardige cellen. Daarbij ging het om cellen van patiënten met
acute myeloïde leukemie, om cellen waarin het onco-gen Men2A
(geassocieerd met schildklierkanker) tot expressie komt en om
embryonale carcinoma cellen. Het onderzoek van Schuringa heeft het
inzicht in de chemie van de signaaltransductie vergroot. Ook weet men
nu meer van de rol die STAT3 speelt in het ontstaan van
tumorcellen./JS
Jan-Jacob Schuringa (Oldehove, 1971) studeerde scheikunde aan de RUG.
Hij verrichtte zijn promotieonderzoek bij de vakgroep
Ontwikkelingsgenetica van de RUG en de sectie Hematologie van de
afdeling Interne geneeskunde van het Academisch Ziekenhuis Groningen.
Het onderzoek is gefinancierd door het Koningin Wilhelmina Fonds/De
Nederlandse Kankerbesrijding. Na zijn promotie gaat Schuringa verder
in het onderzoek als post-doc bij de afdeling Fundamental Hematology
van het Sloan Kettering Institute in New York.
Datum en tijd
vrijdag 22 juni 2001, 10.30 uur
Promovendus
J.J. Schuringa, tel. (050)363 21 38, fax (050)363 23 48, e-mail:
j.j.schuringa@biol.rug.nl (werk)
Proefschrift
Molecular analysis and biology implications of STAT3 signal
transduction
Promotores
prof.dr. W. Kruijer en prof.dr. E. Vellenga
Faculteit
wiskunde en natuurwetenschappen
Plaats
Aula Academiegebouw, Broerstraat 5, Groningen
Promotie
Contactplaatsen tussen delen transporteiwit geïdentificeerd
Ook een bacterie moet eten. Hij neemt voedingsstoffen op uit zijn
omgeving en scheidt afvalstoffen uit. Enzymsystemen in het membraan
rond de cel spelen in die processen een belangrijke rol. Bart van
Montfort verrichtte onderzoek aan de structuur van het enzymsysteem
waarmee de bacterie Escherichia coli een bepaald type suiker
(mannitol) de cel in transporteert. Dit enzym is een groot eiwit dat
uit verschillende onderdelen bestaat. Van Montfort keek naar gebieden
waar die onderdelen elkaar raken. In het onderzoek maakt hij veel
gebruik van massa spectroscopie, een analytische techniek waarmee
nauwkeurig de massa van een eiwit, of van een deel daarvan, kan worden
bepaald. Deze techniek paste hij zodanig aan dat hij beter geschikt
werd voor het analyseren van membraaneiwitten. Van Montfort slaagde
erin verschillende contactplaatsen tussen eiwitdelen te
identificeren./JS
Bart van Montfort (Utrecht, 1971) studeerde moleculaire wetenschappen
in Wageningen. Hij verrichtte zijn onderzoek bij vakgroep Biochemie
van de RUG. Het onderzoek werd gefinancierd door Associatie
Biotechnologisch Onderzoek Nederland (ABON). Sinds kort werkt Van
Montfort als post-doc aan de universiteit van Utrecht op een project
voor het biotechnologische bedrijf Crucell uit Leiden.
Datum en tijd
vrijdag 22 juni 2001, 14.15 uur
Promovendus
B.A. van Montfort, tel. (030)253 79 92, fax (030)251 82 19, e-mail:
b.a.vanmontfort@pharm.uu.nl (werk)
Proefschrift
Identification of domain interfaces in the E. coli mannitol permease
Promotor
prof.dr. G.T. Robillard
Faculteit
wiskunde en natuurwetenschappen
Plaats
Aula Academiegebouw, Broerstraat 5, Groningen
Promotie
Alcoholtolerantie bij fruitvliegen
Fruitvliegen hebben het vermogen om hoge concentraties alcohol te
weerstaan. Met name geldt deze alcoholtolerantie voor de Drosophila
melanogaster, een fruitvlieg die kan overleven in een omgeving met
rottend fruit. Suikers daarvan worden door micro-organismen omgezet in
alcohol tot een concentratie van wel 12 procent. Het onderzoek van
Jantien Oppentocht spitst zich toe op de rol van twee enzymen die
betrokken zijn bij de afbraak van alcohol in fruitvliegen. Het gaat om
alcohol dehydrogenase (ADH) en het enzym acetylCoA Synthetase (ACS).
De laatste was nog niet eerder onderzocht in D. melanogaster en bleek,
zo leert het onderzoek, niet of nauwelijks in verband te staan met de
alcoholtolerantie. Dit geldt wel voor ADH. De activiteitvan dit enzym
is, zo ontdekte Oppentocht, wel bepalend voor de alcoholtolerantie in
vliegen, maar in mindere mate in larven. In larven zijn andere
factoren dan de ADH-activiteit van meer belang voor de tolerantie.
Oppentocht ontdekte verder dat langdurige selectie van vele generaties
D. Melanogaster op voedsel met een hoge alcoholconcentratie (tien
procent) leidde tot vliegen met een verhoogde tolerantie. Die werd
echter niet veroorzaakt door een toename van de ADH of
ACS-enzymactiviteiten. Uit het onderzoek bleek ook dat vliegen die
langer worden blootgesteld aan alcohol en azijnzuur er langer over
doen om van het larvestadium uit te groeien tot vlieg./VS
Jantien Oppentocht (Arnhem, 1968) deed haar onderzoek aan de vakgroep Populatiegenetica van de Rijksuniversiteit Groningen. Inmiddels werkt ze als postdoc bij de vakgroep Biochemie van de RUG.
Datum en tijd
vrijdag 22 juni 2001, 16.00 uur
Promovendus
mw. J.E. Oppentocht, tel. (050)363 41 95, fax (050)363 41 65, e-mail:
j.oppentocht@chem.rug.nl (werk)
Proefschrift
Alcohol dehydrogenase and alcohol tolerance in Drosophila
Promotor
prof.dr. W. van Delden
Faculteit
wiskunde en natuurwetenschappen
Plaats
Aula Academiegebouw, Broerstraat 5, Groningen
Promotie
Seksferomonen bij de huisvlieg
De huisvlieg (Musca domestica) bezorgt mens en dier veel overlast. Hij
kan maag- en darmziekten overbrengen en zelfs tyfus, cholera en tbc
veroorzaken. Nico Noormans onderzoek richtte zich op de rol van
signaalstoffen (feromonen) op het gedrag van de huisvlieg. Hij vroeg
zich vooral af of zijn onderzoek een bijdrage kon leveren aan het
milieuvriendelijk bestrijden van vliegen. Eerder onderzoek had al
laten zien dat op het lichaam van de vrouwelijke huisvliegen die in
het laboratorium gekweekt zijn een feromoon aanwezig is dat seksueel
gedrag bij de mannetjes opwekt, het zogenaamde (Z)- 9-tricoseen.
Noorman wilde weten of dit ook geldt voor vliegen die in het wild
voorkomen. Dat is niet helemaal het geval: het bleek dat de productie
van het seksferomoon door vrouwelijke huisvliegen sterk bepaald wordt
door omgevingsfactoren. Wilde vrouwtjesvliegen maken niets of heel
weinig van het feromoon aan. Maar ook bleek dat wilde mannetjesvliegen
het seksferomoon van de laboratoriumvliegen toch heel aantrekkelijk
vinden. De stof kan dus wel als lokmiddel voor mannetjes dienen.
Noorman ontdekte ook dat de wilde vrouwtjes bij het eileggen
(ovipositie) een ovipositieferomoon afzetten dat andere zwangere
vrouwtjes aanzet om ook hun eieren te gaan leggen. Dit feromoon zou
kunnen worden gebruikt als lokstof voor zwangere vrouwtjes. Dat heeft
dan het grote voordeel dat de bestrijding al kan beginnen bij het
leggen van de eitjes./VS
Nico Noorman (Groningen, 1949) studeerde voor zoölogisch analist aan
de HLO te Groningen. Hij verrichtte zijn onderzoek bij vakgroep
Dierfysiologie van de RUG in het kader van een NWO project.
Datum en tijd
dinsdag 26 juni 2001, 13.15 uur
Promovendus
N. Noorman, tel. (050)363 23 66, fax (050)363 23 31, e-mail:
n.noorman@biol.rug.nl (werk)
Proefschrift
Pheromones of the housefly. A chemical and behavioural study
Promotores
prof.dr. D.G. Stavenga en prof.dr. J.M. Koolhaas
Faculteit
wiskunde en natuurwetenschappen
Plaats
Aula Academiegebouw, Broerstraat 5, Groningen
Promotie
Eerdere diagnose van prostaatkanker is mogelijk
Uroloog drs. Léon Wymenga ontdekte een aantal technieken waarmee de
een prostaattumor in een vroeger stadium kan worden ontdekt. "In
Nederland wordt jaarlijks bij 6400 patiënten prostaatkanker
vastgesteld", zegt Wymenga. "Wanneer de tumor in een vroeg stadium
wordt ontdekt en nog niet is uitgezaaid, is genezing nog zeer goed
mogelijk. Maar niet alle prostaattumoren zorgen voor waarneembare
symptomen of voor lichamelijke klachten. Een vroege diagnose is daarom
uiterst belangrijk." Momenteel wordt het bloed onderzocht op Prostaat
Specifiek Antigeen (PSA) wanneer het vermoeden van een tumor bestaat,
of om na een behandeling te zien of de kanker is verdwenen. "PSA is
nagenoeg een ideale tumormerkstof voor prostaatkanker", aldus Wymenga,
"Hiermee kan de diagnose worden gesteld en duidelijkheid gegeven
worden over eventuele uitzaaiingen. Hoewel PSA ook van nut is bij het
vaststellen van de prognose, blijkt dat we met het doen van een
weefselbiopsie aanvullende prognostische informatie kunnen verkrijgen.
Onder meer over de kans op progressie van de tumor." In een klinische
studie laat Wymenga zien dat het bepalen van de PSA-waarde niet altijd
voldoende is: "Bij een aantal jonge mannen was de PSA-waarde
nauwelijks verhoogd, maar zij bleken wel een uiterst agressieve en
uitgezaaide prostaattumor te hebben." Met een gericht biopt van de
zaadblaasjes ter hoogte van de inmonding van deze zaadblaasjes in de
prostaat, kan bepaald worden welke patiënten de meeste kans op
genezing hebben. Van het uitgenomen tumorweefsel wist de promovendus
de 'activiteit' te meten. Met deze techniek zou een onderscheid
gemaakt kunnen worden tussen agressieve en niet-agressieve vormen. Een
prostaattumor kan uitzaaien naar de botten. Om te weten of dit bij een
patiënt het geval is, blijkt met name de hoeveelheid alkalische
phosphatase in de urine een goede aanwijzing, zo stelde Wymenga vast.
/ImK
Léon Wymenga (Bedum, 1956) studeerde geneeskunde aan de RUG. Hij werkt
als uroloog in het Martiniziekenhuis Groningen en verrichtte zijn
promotieonderzoek bij patiënten uit eigen praktijk, afkomstig van
verschillende ziekenhuizen.
Datum en tijd
woensdag 27 juni 2001, 14.15 uur
Promovendus
L.F.A. Wymenga, tel. (050)524 69 21, fax (050)524 69 25 (werk)
Proefschrift
Diagnostic advances in prostate cancer. A clinical study
Promotor
prof.dr. H.J.A. Mensink
Faculteit
medische wetenschappen
Plaats
Aula Academiegebouw, Broerstraat 5, Groningen
Agenda
Lezing
De kunst der conversatie. Onderhandelingen tussen landgenoten
Veel van de vragen die in de discussies over de multiculturele
samenleving naar voren komen, raken aan bekende thema's in de sociale
en politieke filosofie. In een miniserie van Studium Generale waagt de
filosofie zich in de frontlinie van enkele debatten over Nederland als
multiculturele samenleving.
Spreker Stephan Sanders gaat in zijn lezing in op het gesprek tussen
gevestigde Nederlanders en de nieuwkomers, dat sinds de
Rushdie-affaire belangrijker geworden is dan ooit: de laatste vijftien
jaar hebben een aantal zaken - zoals Rushdie, homoseksualiteit, Aisja,
de hoofddoek - de tegenstellingen op scherp gezet. Wat zijn de
achterliggende, vaak impliciete filosofische aannames die een rol
spelen in deze discussie? Hoe kan het gesprek over etnische en
culturele verschillen gevoerd worden, zonder de gebruikelijke
ondertonen van paternalisme? En hoeveel waardenrelativisme kan een
democratische rechtsstaat verdragen, zonder haar eigen fundamenten te
ondergraven? Het is niet alleen de vraag waarover, maar vooral ook hoe
er gepraat en onderhandeld moet worden. Wie spreekt uit welke naam,
wie is de 'wij' groep, en waarin onderscheidt de 'autochtone'
Nederlander zich van de 'allochtone'? Hoe zinvol zijn begrippenparen
die uitgaan van een schijnbaar onproblematische dichotomie?
Stephan Sanders studeerde filosofie en politieke wetenschappen aan de
Universiteit van Amsterdam. Hij is publicist, was redacteur van de
Groene Amsterdammer en samen met Anil Ramdas van het tv-programma 'Het
blauwe licht'. Sanders publiceerde oa. Gemengde ervaring, gemengde
gevoelens. De Rushdie-affaire; een besluit tot inmenging (Amsterdam,
1989), en Buitenwacht (Amsterdam, 1995).
Datum en tijd
donderdag 21 juni 2001, 15.00 - 17.00 uur
Spreker
Coreferent
Stephan Sanders
Bram Esser, student filosofie
Titel
Serie
'De kunst der conversatie'. Onderhandelingen tussen landgenoten
Filosofie in de frontlinie: de multiculturele samenleving
Plaats
Academiegebouw, Broerstraat 5, Groningen
Informatie
Studium Generale Groningen, tel. (050)363 54 63, e-mail
studium@bureau.rug.nl of
www.rug.nl/studium
Oratie
Begin pagina
'In verband'
Informatie over de tekst van de oratie is verkrijgbaar bij het
secretariaat van de afdeling Interne en Externe Betrekkingen, tel.
(050)363 54 46.
Datum en tijd
dinsdag 26 juni 2001, 16.30 uur
Spreker
prof.dr. Th. Wiggers, hoogleraar Heelkunde, in het bijzonder de
chirurchische oncologie
Titel
In verband
Plaats
Aula Academiegebouw, Broerstraat 5, Groningen
Begin pagina