"Slotakkoord AMS"
LAD-bericht van 21 juni 2001
Principe-overeenkomst tussen de onderhandelingsdelegaties van LAD(OMS)
en NVZ in het kader van de Arbeidsvoorwaardenregeling Medisch
Specialisten (AMS) d.d. 26 oktober 2000 te Slot Zeist.
Inleiding
In augustus 1998 zijn de NVZ vereniging van ziekenhuizen enerzijds en
de Landelijke vereniging van Artsen in Dienstverband (LAD), in
samenspraak met de Orde van Medisch Specialisten (OMS) anderzijds,
onderhandelingen gestart over een arbeidsvoorwaardenregeling voor
medisch specialisten in dienst-
verband. Op 25/26 oktober 2000 hebben de twee
onderhandelingsdelegaties overeenstemming bereikt een integrale
regeling van Arbeidsvoorwaarden-
regeling Medisch Specialisten (AMS) voor van de medisch specialisten
in dienstverband die vallen onder de werkingssfeer van de
CAO-ziekenhuizen. Het Slotakkoord verwoordt op hoofdlijnen hetgeen
beide partijen in dat kader zijn overeengekomen en die (nog) niet zijn
verwerkt in de AMS.
Algemeen
De AMS is overeengekomen in het verlengde van het in 1994 uitgebrachte
rapport "Gedeelde Zorg Betere Zorg" van de Commissie modernisering
curatieve zorg, ook aangeduid als het rapport Biesheuvel. De Commissie
bepleitte onder meer de integratie van medisch-specialistische en
ziekenhuiszorg. Zij ging uit van de zorgverlening door medisch
specialisten en van de ziekenhuizen die vrijwel onlosmakelijk met
elkaar verbonden zijn en diende organisatorisch zijn weerslag te
krijgen in het ziekenhuis nieuwe-stijl: het geïntegreerd
medisch-specialistische bedrijf. De honoreringsstructuur en
bekostigingssystematiek vormden instrumenten voor samenwerking tussen
medisch specialisten en ziekenhuis.
Het kabinet onderschreef de hoofdlijnen van het rapport Biesheuvel en
erkende dat de medisch specialistisch praktijk binnen het ziekenhuis
moet kunnen worden gevoerd in een volwaardig vrij beroep dan wel een
volwaardig dienstverband. Met het integrale kader AMS wordt een
volwaardig dienstverband beoogd met inachtneming van de bijzondere
positie van deze beroepsgroep, toegesneden op de inhoud en de zwaarte
van het beroep en de vergelijking met de praktijkuitoefening binnen
het vrije beroep, mede gelet op het binnen een ziekenhuis (naast
elkaar) voorkomen van beide verhoudingen. Het Document Medisch Staf
vormt een belangrijke regeling om de integratie van medisch
-specialistische en ziekenhuiszorg vorm te geven. Daarbij wordt
uitgegaan van een gemeenschappelijk en gelijkgericht belang van het
ziekenhuizen en de medisch specialisten die tot uiting komt in onder
meer een geïntegreerd strategisch, organisatorisch en
financieel-organisatorisch kader. De medisch specialisten zijn
verantwoordelijk voor het primaire proces en de directie draagt de
(eind)verantwoordelijkheid voor het functioneren van het ziekenhuis,
hetgeen deze verhouding een ander karakter geeft dan de gebruikelijke
relatie werkgever en werknemer. Het professioneel statuut, samen met
het functieprofiel en de nog in te voeren functionerings- en
beoordelingsmethodiek biedt een goed evenwicht tussen kwaliteit,
professionalisering en samenwerking tussen alle zorgaanbieders. De AMS
biedt, uitgaande van een basisinkomen, een structuur waarbinnen
werkbelasting, inconveniënten en productieafspraken in samenhang tot
uitdrukking komen, en waarbij door het uurtariefsystematiek recht
wordt gedaan aan het adagium "loon naar werken"en indirect een
parallel is getrokken met de vrije vestiging.
De AMS wordt als hoofdstuk AMS ingepast als onderdeel van de CAO
Ziekenhuizen, met dien verstande dat de AMS een vrijwel volledige
arbeidsvoorwaardenregeling biedt. Naast de algemene werkingssfeer van
de CAO blijven alleen de CAO regelingen met betrekking tot wachtgeld,
pensioen en ten aanzien van het Scheidsgerecht voor de medisch
specialist van toepassing alsmede de voor de CAO geldende afspraken
met betrekking tot de salaris- en premiesystematiek. Aan de overige
inhoudelijke bepalingen van de CAO Ziekenhuizen kunnen derhalve geen
van de AMS afwijkende rechten worden ontleend. Bij twijfel of
onduidelijkheid prevaleert de AMS. De AMS is als zelfstandig
uitvoeringregeling immers nevengeschikt ten opzichte van de CAO
bepalingen die niet van toepassing zijn. Het professioneel statuut
voor de dienstverbanders, het functiereglement, het Document Medisch
Staf (DMS) en de nog vast te stellen functionering en
beoordelingsmethodiek vormen een geheel met de individuele
arbeidsovereenkomst. Een model arbeidsovereenkomst zal worden
opgenomen in de AMS.
Voor inpassing binnen de CAO is vooralsnog gekozen op grond van een
aantal praktische en meer principiële redenen. Als gevolg van de
inbedding van de AMS in de CAO wordt de salarisontwikkeling van de CAO
gevolgd. Ten aanzien van relevante ontwikkelingen in het kader van de
CAO Ziekenhuizen met betrekking tot CAO bepalingen die als gevolg van
de AMS niet van toepassing zijn, zal op een passende wijze aansluiting
worden gezocht, rekening houdend met de bijzondere positie van de
medisch specialisten binnen het ziekenhuis en het karakter van de in
de AMS geregelde arbeidsvoorwaarden. Het spreekt voor zich dat bij
mutatie van de wel van toepassing zijnde CAO onderdelen de
ontwikkeling van de CAO wordt gevolgd, tenzij partijen besluiten
hiervan af te wijken.
Ten aanzien van hetgeen onder relevante ontwikkelingen wordt begrepen
passen de volgende opmerkingen. De AMS is een integrale
arbeidsvoorwaardenregeling die is geschreven op de bijzondere positie
van de medisch specialist in dienstverband. Dit heeft onder meer
geleid tot specifieke afwijkende regelingen ten aanzien van het
inkomen, de continuïteit van zorg, de waarneming, de (afwezigheid
vanwege) verlofaanspraken, de functiebepaling, het leeftijdsgericht
personeelsbeleid en overige arbeidsvoorwaarden waardoor een
evenwichtig arbeidsvoorwaardenpakket is ontstaan. Het ligt derhalve in
de rede om naar aanleiding van wijzigingen ten aanzien van min of meer
vergelijkbare secundaire of tertiaire arbeidsvoorwaarden als gevolg
van algemene ontwikkelingen in de CAO Ziekenhuizen als relevante
ontwikkeling in relatie tot besteding van de beschikbare loonruimte
aan te merken en in deze context hierover nader overleg te voeren
tussen partijen bij de AMS, de LAD en NVZ. Overeengekomen wijzigingen
zullen ter goedkeuring worden voorgelegd aan CAO partijen.
Binnen een jaar na inwerkingtreding van de AMS worden alle artsenfuncties (A(G)NIO, zaalartsen ed) op een passende wijze opgenomen in de AMS regeling, dan wel zoveel eerder als dat partijen hierover overeenstemming bereiken. Voor wat betreft de salaristabel zal in beginsel de salaristabel van de in de AMS op te nemen artsenfuncties aansluiten op de salaristabel voor de medisch specialisten. Vooruitlopend hierop zal FWG 3.0, evenals voor de medisch specialisten, niet op deze functies worden toegepast.
Het akkoord
Hierna volgt een (niet limitatieve) opsomming van zaken waarover beide
partijen het eens zijn geworden naast de inhoud van de AMS, het
professioneel statuut, het functiereglement en het DMS. Voorafgaand
aan de inhoudelijke punten wordt eerst een weergave gegeven van enkele
prealabele punten die zijn overeengekomen.
Prealabel
1. Bij het hierna omschreven akkoord is het voorbehoud gemaakt dat met
VWS afspraken gemaakt moeten kunnen worden over een sluitende
financiering. Hieronder kan ook vallen een aanwijzing aan het CTG met
betrekking tot aanpassing van de CTG richtlijn conform AMS.
2. De teksten van de AMS, het functiereglement en het professioneel
statuut zijn inhoudelijk zo veel mogelijk vastgesteld. Op basis van de
afspraken worden de besproken teksten aangepast. De bureaus zullen
hiervoor zorgdragen. Voordat de tekst aan de achterban wordt
voorgelegd zullen partijen overeenstemming moeten bereiken over de
definitieve teksten en zorgdragen voor de verwerking van de afspraken.
3. Ten aanzien van het DMS zijn partijen van overeengekomen dat er
geen onoverkomelijke dan wel principiële bezwaren zijn voor een
integraal DMS dat van toepassing is voor de medisch specialist in
dienstverband en de medisch specialist vrije beroepsbeoefenaar, een en
ander met in acht name van de fiscale regelgeving terzake in relatie
tot de vrij gevestigden. Partijen komen overeen de integrale versie
DMS zo spoedig mogelijk vorm te geven.
Reikwijdte AMS
1. De AMS treedt met ingang van 1 maart 2001 in werking.
2. Alle medisch specialisten in dienstverband bij een ziekenhuis
vallen onder de werkingssfeer van de AMS, met uitzondering van:
- de medisch specialist in dienstverband die gebruik maakt van de
55/55+ regeling op basis van de CAO (inclusief NVK en
TweeStedenregeling), dan wel voornemens is hiervan vóór 1
januari 2002 gebruik te gaan maken;
- de medisch specialist in dienstverband die op 1 maart 2001 een
inkomen geniet dat hoger ligt dan het maximum inkomen van de AMS;
- de medisch specialist in dienstverband die op 1 maart 2001, op basis
van een voor de betreffende medisch specialist voor of op deze datum
schriftelijk vastgelegde regeling, na 1 januari 2003 een toekomstig
inkomensperspectief heeft dat uitgaat boven het per 1 maart 2001
geldende maximum inkomen op grond van de AMS.
- dan wel de medisch specialist die een partieel dienstverband heeft
naast een praktijk voor eigen rekening en risico.
3. De in 2 genoemde categorieën kunnen ten aanzien van de
overeengekomen werkzaamheden kiezen voor een integrale toepassing van
de AMS, dan wel de op dat moment voor hen geldende
arbeidsvoorwaardenregeling, tenzij tussen bestuur en medisch
specialist anders is overeengekomen, waaronder tevens begrepen de
situatie dat reeds eerder is overeengekomen dat de AMS van toepassing
zal worden op de medisch specialist. Integrale toepassing betekent
voor de partiële dienstverbanden dat ook het toegelaten deel
dient te worden omgezet naar het AMS dienstverband in verband met de
samenhang tussen AMS, toelating, productie en bekostiging. De AMS
wordt dus niet van toepassing op alleen het partiële deel
dienstverband.
4. Alle medisch specialisten in dienstverband, inclusief de genoemde
uitzonderingscategorieën vallen onder de werking van het Document
Medische Staf (DMS).
5. De medisch specialist in dienst voor 1 maart 2001 met een volledig
dienstverband heeft bij inwerkingtreding van het AMS het recht te
kiezen voor een arbeidsduur met een omvang tot maximaal gemiddeld 45
uur per week. Voor de parttimer geldt het naar rato beginsel.
6. Het bestuur beslist of toegelaten medisch specialisten kunnen
overgaan naar de AMS. Het bestuur kan voorwaarden verbinden aan het
overgaan van toegelaten medisch specialisten naar de AMS.
Samenhang CAO, AMS en overige regelingen
1. De AMS maakt als hoofdstuk AMS deel uit van de CAO met dien
verstande dat met de AMS een volledige arbeidsvoorwaardelijke regeling
wordt beoogd, behoudens een aantal van toepassing verklaarde CAO
regelingen (wachtgeld, pensioenregeling en scheidsgerecht) alsmede de
voor de CAO geldende afspraken met betrekking tot de salaris- en
premiesystematiek. Aan de CAO bepalingen die niet van toepassing zijn
voor de medisch specialisten kunnen geen (additionele) of van de AMS
afwijkende rechten worden ontleend. Bij twijfel en/of onduidelijkheid
prevaleert de AMS als een nevengeschikte regeling ten opzichte van de
CAO bepalingen die niet van toepassing zijn voor de medisch
specialisten. Het professioneel statuut, het functiereglement, het
document medische staf en de functionerings- en beoordelingsmethodiek
maken deel uit van deze regeling en vormen een geheel met de
individuele arbeidsovereenkomst. Bij indiensttreding worden de
betreffende bescheiden ter beschikking gesteld.
2. De salarisontwikkeling van de CAO wordt gevolgd vanaf 28 februari
2002. De AMS zal vanaf 28 februari 2002 ten aanzien van relevante
ontwikkelingen met betrekking tot bepalingen in de CAO, die als gevolg
van de AMS niet van toepassing zijn, op een passende wijze aansluiting
zoeken, rekening houdende met de bijzondere positie van medisch
specialisten binnen het ziekenhuis en het karakter van de in de AMS
geregel de arbeidsvoorwaarden. Mutaties in de op onderdelen van
toepassing verklaarde regelingen uit of op grond van de CAO, zijn
overeenkomstig van toepassing.
3. Ten aanzien van relevante ontwikkelingen met betrekking tot
bepalingen in de CAO, die als gevolg van de AMS niet van toepassing
zijn, vindt binnen uiterlijk drie maanden na inwerkingtreding van die
CAO bepalingen overleg plaats tussen de NVZ en de LAD. De aldus
overeengekomen wijzigingen worden ter goedkeuring voorge legd aan CAO
partijen.
Financiële aspecten en overschalingssystematiek
a. De eerste salarisaanpassing in het kader van de CAO-ziekenhuizen
zal plaatsvinden vanaf 28-2-2002.
b. De maximale werkgeverskosten (bruto werkgever plus overheadkosten)
bedragen bij het inwerkingtreden van de regeling, op basis van de door
Sibbing en Wateler beschreven rekenmethodiek (MBvD/AM-003369 d.d. 13
oktober 2000 en nader bij te stellen op basis van het bereikte
akkoord), fl. 340.000,-. Het maximum uurtarief bij een arbeidsduur van
45 uur gemiddeld per week bedraagt daarmee fl. 98,57.
c. De AMS zal 6 treden tellen die tot uitdrukking komen in 7
verschillende uurtarieven (trede 0 tot en met 6) vanaf ca. fl.11.000,-
per maand tot het vastgestelde maximum van het op basis van fl
340.000,-- herberekende maandbedrag.
d. Overschalingssystematiek huidige dienstverbanders: Partijen zijn
overeengekomen dat het salaris in drie stappen zal worden gebracht op
het niveau waarop de medisch specialist recht heeft overeenkomstig de
inschalingsmethodiek van de AMS op 1 januari 2003. (peilmoment en
prijspeil 1 maart 2001 ). Dit gebeurt op basis van de inschaling
conform de tredensystematiek waarbij het aantal ervaringsjaren (vanaf
moment van registratie MSRC) de trede bepaalt. Voor het aantal jaren
van registratie MSRC wordt een deel van het jaar beschouwd als een
heel jaar. Het verschil met het huidige feitelijke salaris zal in drie
gelijke stappen worden overbrugd, waarbij de eerste stap per 1 maart
2001 zal worden geëffectueerd in de eerstvolgende trede in de
AMS, dan wel door een bedrag toe te voegen aan het salaris zodat
eenderde van het verschil tussen 1 maart 2001 en 1 januari 2003 wordt
overbrugd, de tweede stap per 1 januari 2002 en de derde stap op 1
januari 2003. De reguliere periodiek dan wel een mogelijke
(tussentijdse) periodiek op basis van de huidige systematiek (CAO
Ziekenhuizen, dan wel NVK of TweeStedenregeling) komt te vervallen.
Voor de bepaling van het huidige feitelijke salaris worden toelagen
die worden verkregen op grond van door CAO partijen goedgekeurde
regelingen en die specifiek gerelateerd zijn aan productie
(afspraken), zoals bij de kinderartsenregeling beschouwd als integraal
deel van het salaris. Toelagen, gerelateerd aan inconveniënten
zullen buiten beschouwing worden gelaten. Huidige dienstverbanders met
een hoger inkomen dan mogelijk op grond van de AMS en die kiezen voor
de AMS worden ingeschaald op de maximum trede.
e. De medisch specialist die op het moment van inwerkingtreding van de
AMS een hoger feitelijk inkomen geniet dan behoort bij de trede van de
AMS op basis van het aantal jaren registratie MSRC, zal worden
ingeschaald in de naast hogere trede die het dichtst ligt bij het
feitelijk genoten salaris tot het moment van het feitelijk van
toepassing worden van de AMS. Vervolgens zal de medisch specialist elk
jaar via de normale systematiek in een hogere trede worden ingeschaald
tot de maximum trede is bereikt.
f. De medisch specialist in dienstverband met een hoger inkomen als
mogelijk op basis van de AMS en die kiest voor toepassing van de AMS
wordt ingeschaald op de maximum trede. In overleg met het bestuur kan
een inkomensgarantie worden overeengekomen.
g. medisch specialisten die na 1 maart 2001 in dienst treden volgen
voor de inschaling de tredesystematiek van de AMS. De vaste trededatum
wordt vastgesteld op de datum van indiensttreding. Voor het aantal
jaren registratie MSRC wordt een deel van het jaar beschouwd als een
vol (heel) jaar.
h. Bij de totstandkoming van de AMS zijn partijen uitgegaan van het
principe "codificatie van de werkelijkheid" waarbij de
huidige productie correspondeert met de huidige formatie, hetgeen
betekent dat het omzetten van de huidige arbeidsovereenkomsten met de
daarbij over een te komen maximale arbeidsduur overeenkomstig de AMS
in beginsel op het moment van invoering geen consequenties heeft voor
de productieomvang per individu. Via het DMS zal op termijn de
samenhang tussen productie, formatie en arbeidsduur kunnen worden
bezien.
i. Het uurtarief is vastgesteld op basis van het rekenmodel van
Sibbing & Wateler met inachtneming van een berekening om te komen
tot een jaarsalaris en als afgeleide daarvan een maandbedrag. Deze
systematiek wordt vastgelegd in de AMS in de paragraaf met betrekking
tot het uurtarief. Het aantal uren voor de berekening van het
uurtarief op jaarbasis bedraagt 2340 uur bij een arbeidsduur van
gemiddeld 45 uur per week.
Variflex
Tussen partijen is overeengekomen dat de werkgeversbijdrage voor
module A maximaal 7,5% zal zijn. Deze werkgeversbijdrage heeft
betrekking op een financiële compensatie bij het gebruik maken
van module A in het geval de medisch specialist de toelage
inconveniënten bij keuze voor deze regeling inlevert. Op korte
termijn zullen nadere afspraken worden gemaakt over de compensatie en
de wijze van invulling. Nader overleg, in samenspraak met Prismant,
zal hierover plaatsvinden. Hiervan maakt in elk geval deel uit dat de
werkgever de werkgeversbijdrage in de pensioenpremie blijft voldoen op
het niveau alsof er geen verlaging van de pensioengrondslag
plaatsvindt als gevolg van de toepassing van de modules A of B. De
regeling wordt binnen twee jaar door partijen geëvalueerd.
Overige afspraken
Binnen een jaar na invoering van de AMS zullen partijen nadere
afspraken maken over de arbeidsvoorwaarden welke op lokaal niveau in
het kader van modern belonen kunnen worden overeengekomen.
Overheadkosten
Partijen stellen vast dat onder overheadkosten in het kader van de het
bereiken van overeenstemming over de inkomensparagraaf in ieder geval
vallen: de (niet productiegebonden) gratificatie, vergoeding
woon-werkverkeer en dienstreizen, bij- nascholing, verlofaanspraken,
verzekeringen, een deel van de Variflex kosten, bijdrage ziektekosten,
wachtgeld, premiespaarloon, verhuiskostenvergoeding, diverse
opleidingskosten waaronder de complementaire bijdrage
opleidingsverantwoordelijke. Voor ziekteverzuim en de waarneemtoeslag
is 3% ingecalculeerd.
Aldus overeengekomen te Zeist, 26 oktober 2000
namens de NVZ, drs. G. Kersten
namens de LAD, dr. P.M.R.M. De Grood
Samenstelling onderhandelingsdelegaties NVZ en LAD (Orde) d.d. 25/26
oktober 2000, te Zeist:
LAD(Orde) delegatie
dhr. mr. A.W.J.M. Van Bolderen (LAD), delegatieleider
dhr. dr. P.M.R.M. De Grood (LAD)
dhr. J.L. Vrooland (Orde)
dhr. H.J.T. Vermeulen (Orde)
dhr. mr.A.J. Taselaar (Orde)
NVZ delegatie
dhr. drs. G. Kersten , delegatieleider NVZ
dhr. drs. W.J.H.M. De Bie
dhr. mr. R. Peters, arts
dhr. mr. P.J. De Leede
dhr. drs. S.J.G.A.Weijenborg
mw. mr. Th. H. Walma van der Molen
mw. mr. S.A. Scheer
dhr. Ir. H. Huijsmans (Prismant)
Zie ook : Circulaire LAD-leden & 'de AMS'
Ga naar : Nieuwspagina van de LAD
Volgend artikel : Circulaire CAO-Gezondheidscentra 2001-2002
© copyright LAD 2001 home . index . email/adres . Artsennet