Gemeente Deventer

Uitspraak Deventer Ombudscommissie

De Ombudscommissie heeft een klacht behandeld van de heer X. Deze klaagde er over dat hij op zijn verzoeken om informatie waarop de hem op 1 maart 2000 toegezonden WOZ-beschikking was

gebaseerd, te laat of in het geheel geen antwoord heeft ontvangen. Bovendien stelde hij dat de gemeente zijn vervolgens ingediende interne klacht volstrekt heeft genegeerd. Wat betreft het eerste klachtonderdeel heeft de directeur gemeentelijke dienst in zijn rapportage aan de Ombudscommissie beaamd dat er niet of onvoldoende is gereageerd op de terechte vragen en schriftelijke verzoeken van X. Als verklaring daarvoor is gewezen op de grote werkdruk. Het gevraagde taxatieverslag is alsnog toegezonden en er is toegezegd dat het bezwaarschrift van X voortvarend zal worden afgehandeld. In het bij de rapportage gevoegde schrijven van het hoofd afdeling Belastingen en Verzekeringen zijn vervolgens excuses aangeboden. De Ombudscommissie deelde de conclusie van de directeur en achtte het aanbieden van excuses terecht. Dit onderdeel van de klacht was volgens haar gegrond; de bestreden gedraging was onbehoorlijk.

Ten aanzien van het tweede klachtonderdeel, het onbeantwoord laten van de interne klacht, constateerde de commissie dat dit in strijd was met het bepaalde in de artikelen 9:2, 9:6, 9:10, 9:11en 9:12 van de algemene Wet bestuursrecht. Weliswaar waren hiervoor van gemeentezijde redenen aangevoerd en zijn ook hiervoor excuses aangeboden, maar de commissie achtte de gegeven verklaringen volstrekt onvoldoende. De Ombudscommissie was van oordeel dat ook dit klachtonderdeel gegrond was, en achtte de betreffende gedraging ? het niet nemen van een beslissing op de interne klacht - niet behoorlijk. Gesteld voor de vraag of er redenen waren om een aanbeveling te doen ter verbetering van de interne klachtprocedure overwoog de Ombudscommissie dat het hoofd afdeling Juridische Zaken met het coördinatiepunt voor de interne klachtbehandeling afspraken had gemaakt om herhaling te voorkomen. De commissie achtte dit voor dit moment voldoende.