Ministerie van Buitenlandse Zaken

http://www.minbuza.nl/content.asp?Key=416965



Ministerie van Buitenlandse Zaken Ministerie van Defensie

Postbus 20061 Postbus 20701

2500 EB Den Haag 2500 ES Den Haag

Aan:

De Voorzitter van de

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Binnenhof 4

Den Haag

Kopie:

De Voorzitter van de

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Binnenhof 22

Den Haag

Onderwerp:

UNMEE / Stand van Zaken

Den Haag, juni 2001

Zeer geachte Voorzitter,

In vervolg op onze toezegging U op de hoogte te houden van de Nederlandse deelname aan UNMEE, informeren wij U, mede met het oog op het Algemeen Overleg van 20 juni, hierbij over de situatie in Ethiopië en Eritrea tot 11 juni, de datum van de commando-overdracht van het Nederlandse contingent aan het Indiase contingent. Daarmee is dit de laatste van de serie brieven waarmee wij Uw Kamer de afgelopen maanden hebben ingelicht over de situatie waarin het Nederlandse UNMEE-contingent opereerde. Wij streven er naar Uw Kamer de eindevaluatie van UNMEE in het najaar voor te leggen.

Commando-overdracht

Op 11 juni jl. heeft de Nederlandse commandant van het NECBAT in aanwezigheid van Speciaal-Vertegenwoordiger Legwaila de gebiedsverantwoordelijkheid over de Centrale Sector overgedragen aan het Indiase bataljon. De overdracht gebeurde op het sectorhoofdkwartier te Adigrat. India heeft inmiddels alle locaties overgenomen van het NECBAT. De vaste infrastructuur van de compagnieslocaties schenkt Nederland om niet aan de VN. Op deze manier wordt UNMEE ondersteund. De laatste juridische details van de overname worden nog besproken met de VN.

Terugtrekking Nederlandse eenheden en materieel

De terugtrekking van de Nederlandse militairen en het materieel verloopt voorspoedig. De containers worden vanuit de verschillende locaties vervoerd naar een verzamelgebied nabij Massawa. De Hr. Ms. Rotterdam is op 3 juni jl. in de haven van Massawa aangekomen. Het schip heeft de medische taken van het Field Dressing Station overgenomen zodat deze kon worden afgebroken.

De Hr. Ms. Rotterdam heeft op de heenreis een overtollige Bailey-brug meegenomen. Deze geniebrug wordt, op verzoek van de VN, om niet aan de VN geschonken ter ondersteuning van de UNMEE-operatie en de terugkeer van de ontheemden. Het Indiase geniebataljon zal de brug aanleggen over de grensrivier tussen Ethiopië en Eritrea, de Mehreb, om de kapotte brug daar te vervangen. Hierdoor creëert UNMEE een nieuwe grensovergang tussen Ethiopië en Eritrea, wat de operationele mobiliteit van UNMEE vergroot en de uitvoering van het mandaat ten goede komt. Ook voor de terugkerende lokale bevolking is de brug van groot belang. Door middel van een pelotonslocatie aan de Eritrese zijde van de rivier, waar de Temporary Security Zone (TSZ) begint, ziet UNMEE erop toe dat militairen van (een van) beide landen geen gebruik maken van de brug.

Tussen 14 en 22 juni keren de Nederlandse militairen van het NECBAT terug in Nederland. De Hr. MS. Rotterdam zal uiteindelijk als laatste van vier transportschepen op 15 juli in Nederland aankomen. De Nederlandse Force Commander van UNMEE blijft met vijf Nederlandse stafofficieren en drie Nederlandse mijnenruiminstructeurs in Eritrea achter. Zij zullen de komende maanden het Nederlandse contingent in UNMEE vormen. De Nederlandse 'Chief Military Observer' in UNMEE zal aan het einde van zijn uitzendtermijn in juli niet worden afgelost door een andere Nederlander.

Het Apache-detachement in Djibouti

Het Nederlandse Apache-detachement in Djibouti is vanaf 16 juni a.s. niet langer operationeel zijn en is begonnen met de terugtrekking. Op 26 juni vliegt het personeel terug naar Nederland. Het materieel van het detachement zal worden verscheept met een civiel transportschip dat gedeeltelijk in Massawa is beladen met UNMEE-materieel.

Nazorg

Na afloop van de uitzending, maar zoveel mogelijk voor terugkeer in Nederland, doorlopen de uitgezonden militairen een gefaseerd programma van psychologische en medische nazorg. Het programma bestaat onder meer uit groepsgesprekken, een medische briefing, een medische controle en een operationele debriefing. Tijdens de medische briefing worden de militairen voorgelicht over medische klachten die zich als gevolg van de uitzending kunnen voordoen. Door middel van de medische controle, die wordt herhaald na twee en na zes maanden, wordt bepaald of een persoon extra nazorg nodig heeft. Bij de tweede controle wordt op vrijwillige basis bloed afgenomen. Dit bloed kan bij eventueel nader onderzoek vergeleken worden met het bloed dat voorafgaande aan de uitzending is afgenomen.

Vredesproces

Ten aanzien van de Temporary Security Zone (TSZ) en de milities zijn geen nieuwe ontwikkelingen sinds onze brief van 6 juni te melden. Binnenkort wordt rapportage van de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties verwacht over de stand van zaken.

De problemen met de samenstelling van de arbitragecommissies in Den Haag lijken te zijn opgelost. Voor de claimscommissie geldt dat beide partijen voor 12 december a.s. hun claims moeten hebben ingediend. De grenscommissie heeft een zeer ambitieus tijdpad opgesteld, waarbij de beslissing over de loop van de grens is voorzien voor februari 2002, waarna de feitelijke demarcatie zou kunnen plaatsvinden. Een vertegenwoordiger van het Hof van Arbitrage in Den Haag zal op de volgende bijeenkomst van de Groep van Vrienden een feitelijke presentatie geven over de arbitragecommissies. Deze bijeenkomst zal op 26 juni in New York worden gehouden en zal door de Ambassadeur in Bijzondere Dienst worden bijgewoond.

Met de beëindiging van de Nederlandse militaire deelname zal de heer P.J. Th. Marres eind juni zijn functie als Ambassadeur in Bijzondere Dienst voor Ethiopië en Eritrea beëindigen.

Politieke ontwikkelingen

Ethiopië

De onzekere binnenlandse politieke situatie in Ethiopië duurt voort. De tweespalt binnen het TPLF (Tigray People's Liberation Front) is nog niet opgelost en dit zal in ieder geval zo blijven totdat het partijcongres wordt gehouden, waarvan de datum nog steeds onbekend is. De situatie met betrekking tot de mensenrechten en democratisering is zorgelijk, hetgeen onder meer blijkt uit de arrestatie van diverse oppositieleden en mensenrechtenactivisten. Nederland heeft in EU-kader aandacht gevraagd voor de binnenlandse politieke situatie in Ethiopië. Internationale aandacht voor de situatie in Ethiopië heeft er waarschijnlijk toe geleid, dat twee leden van de Universiteit van Addis Abeba, die ervan beschuldigd werden de studenten te hebben aangezet tot geweld, recent op borgtocht zijn vrijgelaten.

Eritrea

In een open brief aan alle leden van de Party for Democracy and Justice (PFDJ) is door een vijftien-tal vooraanstaande leden van de partij scherpe kritiek geuit op de partij, de regering en de President. Het is voor de eerste keer sinds de huidige regeringspartij tien jaar geleden aan de macht kwam, dat dergelijke kritiek vanuit de partij naar buiten wordt gebracht. Het is niet duidelijk of de President op korte termijn zal reageren op de open brief. Intussen zijn twee ministers, die de open brief ook hebben ondertekend, vervangen. Er lijkt sprake van een ontwikkeling waarbij óf de regering een grotere openheid in het politieke leven zal moeten toestaan, óf het democratiseringsproces wordt vertraagd.

Voor zover nu kan worden overzien, zullen de ontwikkelingen in beide landen geen onmiddellijke gevolgen hebben voor het vredesproces. De politieke ontwikkelingen in beide landen zullen door Nederland nauwgezet gevolgd worden. Waar nodig zal Nederland een voortrekkersrol nemen voor gecoördineerde actie in EU-kader.

Ontwikkelingssamenwerking

Met de ontdooiing van de hulp heeft de Nederlandse regering een positief signaal gegeven aan beide partijen ter ondersteuning van de voortgang van het vredesproces.

Begin juni heeft in een open en constructieve sfeer beleidsoverleg met de Ethiopische autoriteiten plaatsgevonden, waarmee het proces van de sectorkeuze van start is gegaan. Overeengekomen werd om, in het kader van het sectorkeuze proces, uit te gaan van de sectoren gezondheid, onderwijs en voedselzekerheid. Over een eventuele vierde sector kan in een later stadium worden beslist. In de loop van dit jaar zal het overleg over de sectorkeuze worden voortgezet, waarbij ook gesproken gaat worden met NGO's, medefinancieringsorganisaties en donoren. Overigens is tijdens het beleidsoverleg duidelijk aangegeven dat indien de huidige zorgelijke situatie op het gebied van mensenrechten en democratisering voortduurt, dit consequenties kan hebben voor de wijze van verdere samenwerking tussen Nederland en Ethiopië.

De Eritrese autoriteiten hebben aangegeven verheugd te zijn over de hervatting van de OS-relatie. Tevens werd waardering geuit voor de Nederlandse benadering, waarbij de hulp op een beperkt aantal sectoren zal worden geconcentreerd. Als mogelijke sectoren voor samenwerking werden de sectoren goed bestuur, onderwijs en gezondheidszorg genoemd. Op korte termijn zal een tijdsplanning worden vastgesteld voor het proces van de sectorkeuze.

Voor beide landen geldt dat het voor de hervatting van bilaterale macro-economische steun thans nog te vroeg is. Hiervoor zal in ieder geval sprake moeten zijn van een daling van de defensie-uitgaven.

Humanitaire situatie

Ontmijning

Nederland ondersteunt momenteel zowel in Ethiopië als in Eritrea activiteiten gericht op humanitaire ontmijning in de grensregio's. In Eritrea worden deze activiteiten o.m. via de Halo Trust uitgevoerd. Ook levert Nederland drie mijnenruiminstructeurs, zoals reeds vermeld in onze brief van 22 maart. De coördinatie van de ontmijning is in handen van het United Nations Mine Action Coordination Centre (UNMACC). De programma's verlopen voorspoedig en er wordt goed samengewerkt met de Eritrese autoriteiten. Als indicatie van de Eritrese inzet moge dienen dat recent 600 genisten werden gedemobiliseerd, die mede worden ingezet voor ontmijning. Naast training en mijnmarkering wordt inmiddels ook daadwerkelijk geruimd in de TSZ.

In Ethiopië wordt het ontmijningsprogramma van de UNDP ge-cofinancierd. Naast het uitvoeren van mijnensurveys draagt dit programma ook bij aan de opzet van het 'Ethiopian Mine Action Office'. Overigens hebben de Ethiopische autoriteiten nog steeds niet volledig openheid van zaken gegeven over de aanwezigheid van mijnen op sommige locaties.

Ontheemden

De georganiseerde terugkeer van ontheemden in Eritrea naar de centrale zone van de TSZ en in iets mindere mate naar de westelijke landbouwzone van deze regio, is inmiddels in volle gang. Inmiddels zijn ruim 80.000 ontheemden teruggekeerd. De Eritrese coördinerende instantie ERREC biedt momenteel voldoende informatie aan de internationale hulporganisaties over aantallen terugkerenden en de beoogde locaties. De indruk bestaat dat de terugkeer redelijk ordelijk verloopt. WFP en ICRC verrichten goed werk. De voedselsituatie is onder controle. Er vindt ook spontane terugkeer plaats, maar over de aantallen hiervan bestaat onduidelijkheid.

In Ethiopië is eveneens sprake van spontane terugkeer. De regionale overheid in Tigray heeft echter nog geen nieuwe inventarisatie uitgevoerd. Concrete aantallen zijn derhalve niet bekend. Belangrijkste problemen voor terugkeer betreffen de aanwezigheid van mijnen en het ontbreken van infrastructuur.

Consolidated Appeals

De toezegging van tweede ondergetekende tijdens haar bezoek van februari jl. om 5% van beide CAP's te financieren is inmiddels grotendeels gerealiseerd. Voor Eritrea werd een totaalbedrag van Nlg. 12.5 mln gecommitteerd voor met name de opvang van ontheemden in de TSZ. Voor Ethiopië betreft de committering tot op heden Nlg. 22 mln voor ontheemden in de grensregio en voedselhulp voor droogteslachtoffers. In onze brief van 6 juni werd reeds aangegeven welke VN-programma's dit betrof. Voor beide landen zal in de loop van 2001 beoordeeld worden welke additionele humanitaire programma's nog prioritair worden geacht.

De Minister van De Minister voor De Minister van

Buitenlandse Zaken Ontwikkelingssamenwerking Defensie

===