Katholieke Universiteit Nijmegen
Arbeidsongeschiktheidsrisico vrouwen emancipatieprobleem?
BETERE ARBEIDSOMSTANDIGHEDEN HOUDEN VROUWEN UIT DE WAO
Het arbeidsongeschiktheidsrisico van vrouwen is twee keer zo hoog als
dat van mannen. Vrouwen worden vaker dan mannen na keuring volledig
arbeidsongeschikt verklaard. Veel vrouwen werken in de meest
risicovolle sectoren (zorg-, schoonmaak- en uitzendbranche). Ze hebben
naast betaalde arbeid ook zorgverantwoordelijkheid, ongeacht
aanwezigheid van kinderen. Ze lopen grotere risico's op aantasting van
hun gezondheid als gevolg van slechtere werkkenmerken, minder
ondersteuning en seksestereotypering dan mannen. Ze worden nog altijd
- vaker dan mannen - gezien als flexibele arbeidsreserve van
Nederland, die het werk erbij doen wanneer ze dat per se willen, maar
voor wie het niet zo belangrijk is. Dat vertaalt zich in minder
inspanningen door artsen, werkgevers, partners en sociale omgeving.
Verbetering van de arbeidsomstandigheden van vrouwen, betere verlof-
en regelmogelijkheden voor combinatie van werk en zorg, adequate en
snelle hulp bij psychische klachten en vergroting van
reïntegratie-inspanningen zullen eraan bijdragen dat minder vrouwen in
de wao terecht komen. Het is nodig om opnieuw aandacht te schenken aan
de achterstandspositie van vrouwen, want er is geen sprake van een
specifiek arbeidsongeschiktheidsprobleem, maar van een
emancipatieprobleem.
Dat concludeert drs. Petra Verdonk, in haar onderzoek: Vrouwen:
arbeidsongeschikt of arbeidsondergeschikt? , waarmee ze onlangs haar
studie Psychologie van Arbeid, Gezondheid en Organisatie (PAGO,
Universiteit Utrecht) afrondde.
In opdracht van de FNV vrouwenbond en de Wetenschapswinkel van de KU
Nijmegen bestudeerde ze alle literatuur met betrekking tot vrouwen en
wao. Ons land telt bijna een miljoen wao-ers. De grote toename werd in
publicaties vooral toegeschreven aan vrouwen. Over de oorzaken was
toen (1999) weinig bekend. Dat was voor de FNV vrouwenbond aanleiding
om opdracht te geven voor dit onderzoek.
Psychosociale gezondheidsverschillen
Medisch biologische gezondheidsverschillen vormen geen verklaring voor
het hogere wao-risico, psychosociale wel. Vrouwen hebben meer
psychosomatische klachten zoals bijvoorbeeld vermoeidheid en
slaapproblemen. De onderzoekster schrijft dat toe aan de verslechterde
werkkenmerken. Daarbij hebben vrouwen zowel privé als op het werk
grotere kansen om slachtoffer te worden van (seksueel) geweld en
discriminatie. Veel vrouwen werken in de al genoemde risicosectoren,
waar de werkgever moeilijker zicht heeft op de arbeidsomstandigheden
van de werknemers. Ook werken vrouwen vaker in traditionele
vrouwenberoepen waar de werkkenmerken minder groot zijn dat in
traditionele mannenberoepen.
De vervangbaarheid van het werk van vrouwen is groter dan van het werk
van mannen. Het belang van hun terugkeer wordt voor vrouwen minder
groot geacht dan voor mannen en dat betekent dat inspanningen ten
behoeve van werkhervatting en reïntegratie minder goed slagen. De
begeleiding door bedrijfsartsen is indirect seksespecifiek,
constateert Verdonk. Over mogelijke invloed van zwangerschap en
bevalling op arbeidsongeschiktheid kan ze op basis van de literatuur
geen uitspraken doen.
Zorgverantwoordelijkheid
Vrouwen dragen zorgverantwoordelijkheid voor kinderen en andere
huisgenoten, mannen verrichten enkele zorgtaken. Vrouwen ontvangen
minder zorg en ondersteuning dan mannen voor het bereiken van hun
levensdoelen. Doordat vrouwen vaak nadrukkelijk plaats inruimen voor
kwalitatieve aspecten van het leven wordt vaak gedacht dat werk voor
hen minder belangrijk is dan voor mannen.
Verdonk vond ook dat vrouwen vaak minder competent geacht worden voor
veel arbeid dan mannen. Een opvatting die voortkomt uit
seksestereotypering die zowel bij mannen als bij vrouwen leidt tot
beperking van hun mogelijkheden. Vrouwen komen daardoor weer eerder
dan mannen in een negatieve spiraal terecht. Er zijn geen aanwijzingen
dat ze minder geschikt zijn voor arbeid buitenshuis, er zijn wel
aanwijzingen dat ze minder geschikt worden geacht voor arbeid
buitenshuis, aldus Verdonk.
Emancipatie nog niet voltooid
Verdonk komt tot de conclusie dat de emancipatie in Nederland niet
lang niet voltooid is. Scholing heeft nog niet geleid tot economische
gelijkheid van mannen en vrouwen, tot gelijke verdeling van zorg en
andere onbetaalde taken binnenshuis en evenmin tot een vermindering
van gezondheidsverschillen tussen mannen en vrouwen.
Sterker nog: het toekomstperspectief van meisjes in de jaren negentig
is traditioneler geworden, net als dat van jongens overigens. En dat
ondanks het feit dat meisjes in het onderwijs beter presteren dan
jongens.
Enorm arbeidspotentieel
Ze vindt dat de discussie over arbeidsongeschiktheid de werkelijke
problemen van vrouwen vertroebelt: ze zijn niet ongeschikter voor
arbeid dan mannen. Ze zijn vaker arbeidondergeschikt. Nederland kent
een enorm arbeidspotentieel: honderdduizenden vrouwen zijn nog
beschikbaar voor de arbeidsmarkt. Wat is er echter mis met arbeid, dat
zoveel vrouwen geen betaalde arbeid verrichten?
Hernieuwde aandacht voor de achterstandspositie van vrouwen is
geboden.
* 'Vrouwen: arbeidsongeschikt of arbeidsondergeschikt? Een
uitgebreide literatuurstudie naar het arbeids-
ongeschiktheidsrisico van vrouwen.' Auteur: Petra Verdonk,
begeleiding: Maria Peeters (UU) en Sabine Geurts (KUN). In
opdracht van de FNV-Vrouwenbond en de Wetenschapswinkel van de KU
Nijmegen
* Het rapport is te bestellen bij de Wetenschapswinkel van de KU
Nijmegen, tel. (024) 361 54 50, per email: wewi@dcm.kun.nl (ma.
t/m donderdag), kosten f 25,-- .