Wilde tarwe pakt schimmel vroeg aan
Wageningse onderzoekers hebben in een project van de
NWO-Technologiestichting STW drie genetische factoren opgespoord die
een wilde tarwesoort beschermen tegen de roestschimmel. Opvallend is
dat de tarweplant de schimmel te lijf gaat voordat deze zich goed en
wel heeft genesteld.
Veredelaars van brood- en macaronitarwe voeren een wedloop tegen de
roestschimmel. Met drie genen die Wageningse onderzoekers in wilde
tarwe hebben opgespoord, kan deze wedloop ten einde komen. Daarvoor
moeten commerciële veredelaars de drie genen uit de wilde tarwe nog
wel eerst inbouwen in de consumptietarwe.
Bruine roest kan in tarwerassen een opbrengstdaling veroorzaken van
dertig procent. De roestschimmel kruipt via huidmondjes de plant
binnen, nestelt zich en vormt voedingscellen in de cellen van de
tarwe. Vervolgens maakt de schimmel hoopjes sporen die op de plant
zichtbaar zijn als roestkleurige plekjes.
De huidige tarwerassen komen bij infectie met de schimmel in actie op
het moment dat de schimmel de plantencel is binnengedrongen om
voedingstoffen op te nemen. De plant reageert met een zogenaamde
overgevoeligheidsreactie. Daarbij sterven enkele plantencellen af op
de plaats van infectie. De schimmel kan dan geen voedingstoffen meer
opnemen.
De nieuw gevonden tarwe-genen stoppen de schimmel voordat deze de cel
binnendringt. Lukt dat niet, dan houdt de tarweplant de schimmel
alsnog tegen terwijl deze bezig is met het vormen van voedingscellen.
Plantenveredelaar Corine Anker die op 20 juni promoveert, vergelijkt
de twee soorten resistentie met het beveiligen van een huis tegen
dieven. Bij de bekende resistentie ontdekt de plantencel de schimmel
pas als deze de cel binnen is. Dat lijkt op een dief die pas in huis
wordt gesnapt door bewegingsmelders. Deze vorm heet posthaustoriale
resistentie.
Bij de nieuwe resistentie, de prehaustoriale resistentie, lijkt de
toegang tot de tarwecel geblokkeerd. Het huis heeft geen ramen en
deuren. Mocht de inbreker binnenkomen dan is het huis alsnog uitgerust
met bewegingsmelders.
De onderzoekers vermoeden dat de nieuw gevonden resistentie duurzaam
is. De roestschimmel verliest voorgoed de wedloop met de tarweplant.
Dit in tegenstelling tot de huidige bescherming waarbij opeenvolgende
generaties van de schimmel zich aanpassen. De wedloop tussen plant en
roest ontstaat doordat de schimmel zich zo aanpast dat de plantencel
deze niet meer herkent. Een eerder nog resistent tarweras is dan
vatbaar geworden voor de nieuwe roestvariant.
Nadere informatie bij:
* ir. Corine Anker (WU, Laboratorium voor Plantenveredeling, inmiddels werkzaam bij Productschap Tuinbouw)
* tel. 079 3470707 (werk), fax 079 3470404
* e-mail c.anker@tuinbouw.nl
of
* dr. ir. Rients E. Niks (copromotor)
* tel. 0317 482508, fax 0317 483457
* e-mail rients.niks@pv.dpw.wag-ur.nl
* promotie 20 juni
Wageningse NWO-onderzoekers spoorden de drie genen op die in de wilde tarwesoort Triticum monococcum verantwoordelijk zijn voor de bescherming tegen roest.
Afbeelding gebruiken met bronvermelding 'WU, Laboratorium voor
Plantenveredeling'