Ministerie van Middenstand en Landbouw België

19/06/2001

PERSBERICHT

OPPERVLAKTEAANGIFTE
TEELT VAN VOEDERLEGUMINOSEN KAN VOLDOEN ALS BRAAK VOOR BIOLOGISCHE BEDRIJVEN

De Minister van Landbouw en Middenstand deelt hierbij mee dat, voor landbouwbedrijven die voor het geheel van hun productie voldoen aan de voorschriften van de biologische landbouw (Ver.(EEG) 2092/91), braakgelegde grond in het kader van de oppervlakteaangifte gebruikt mag worden voor de teelt van voederleguminosen.


* Van deze mogelijkheid kan enkel gebruik gemaakt worden als volgende voorwaarden vervuld zijn :

+ het biologische bedrijven voor de totaliteit van hun productie betreft (biologische teelt plus percelen in omschakeling) ;

+ het volgende soorten van leguminosen betreft :
- Vicia species met uitzondering van Vicia faba en van Vicia sativa geoogst bij volledige rijpheid

- Lupinus species met uitzondering van zoete lupine
- Medicago species

- Trifolium species

- Lathyrus species

- Melilotus species

- Onobrychis species

- Ornithopus sativus

- Hedysarum coronarium

- Lotus corniculatus

- Galega orientalis

- Trigonella foenum-graecum

- Vigna sinensis
Mengsels met granen en/of gramineeën zijn toegelaten als hoofdzakelijk voederleguminosen worden ingezaaid en een afzonderlijke oogst niet mogelijk is.

* Deze oppervlakten voederleguminosen aangegeven als braak zullen betaald worden met de areaalpremie van de braak naargelang de landbouwstreken in de akkerbouwregeling. Ze komen zo nodig ook in aanmerking als verplichte braak om voor een evenredige oppervlakte akkerbouwgewassen de areaalpremies te bekomen. Ze komen dus niet meer in aanmerking als P (oppervlakten voor het bekomen van rundveepremies).
Er dient nog toegevoegd te worden dat oppervlakten eiwitrijke voeders die gedroogd worden (aan te geven met perceelsbestemming G) en waarvoor toelagen worden gegeven in het kader van Verordening (EEG) nr. 603/95 niet in aanmerking komen om als braak te worden aangegeven.


* Als overgangsmaatregel voor deze campagne 2001 - 2002, gezien de late publicatie van de Europese Verordeningen, kunnen volgende twee gevallen aanvaard worden :

+ ofwel het geval dat een producent vóór 15 mei 2001 aangifte heeft gedaan als braak (perceelsbestemming X, 2, 3, 4 of 5) van gronden die uit productie worden genomen en ingezaaid worden met leguminosen (zuiver of in mengsels) met teeltcodes (83, 84, 85, 851) ;

+ ofwel het geval dat een producent aangifte heeft gedaan van de teelten met eiwitrijke voedergewassen (teeltcodes : 72 klaver - 73 luzerne en perceelsbestemming P of eventueel I) op premiegerechtigde gronden en waarvoor door deze geboden mogelijkheid de aangifte kan gewijzigd worden naar braak X, 2, 3, 4 of 5 (zonder de beperkingen van uit productie te nemen) en deze wijziging wordt uiterlijk op 1 juli 2001 ingediend.
In deze beide gevallen heeft de producent het recht de opbrengst van de braak ter beschikking te stellen als voeder voor de dieren. Dit is te vergelijken met braak non-food koolzaad waarbij ook een opbrengst mag gerealiseerd worden op braak. Tot nu toe mocht na 15 mei in een oppervlakteaangifte geen braak toegevoegd worden. Nu mag de oppervlakte braak door wijziging na 15 mei verhoogd worden maar enkel bij de aangifte van voederleguminosen als braak en dit tot uiterlijk 1 juli 2001.


* Hoewel deze reglementering ingaat vanaf de aangifte 2001 (door de wijzigingsmodaliteiten van de aangifte van bedoelde braak te versoepelen) zal deze mogelijkheid slechts volledig nut ressorteren vanaf de aangifte 2002 wanneer de biologische producent er reeds rekening mee zal kunnen houden bij het opstellen van zijn teeltplan.

De producenten in de biologische landbouw die reeds in 2001 van deze mogelijkheid gebruik maken dienen het provinciaal bureau per brief op de hoogte te brengen van bedoelde wijzigingen verwijzend naar de desbetreffende percelen van hun oppervlakteaangifte voor het verkrijgen van premies voor bepaalde akkerbouwgewassen of voor rundvee en schapen. Het provinciaal bureau zal op basis hiervan ook de aangifte voor het verkrijgen van de steun voor de biologische landbouw aanpassen. Voor diegenen die voor bio-steun in aanmerking komen zal de aangifte van voederleguminosen als braak tot gevolg hebben dat voor de betrokken percelen de steun voor éénjarige teelten met EG-premies toegekend wordt in plaats van de steun voor éénjarige teelten zonder EG-premies.