Regeling vervoersverbod bijen Hunsel 2001.
dd. 19-06-2001 17:30 uur
19 juni 2001
Toelichting
In de gemeente Kessenich-Kinrooi te België, op de grens met Nederland, is onder bijen een uitbraak van Amerikaans vuilbroed geconstateerd. Teneinde verdere verspreiding van deze voor bijen besmettelijke ziekte te voorkomen, wordt met de onderhavige regeling in Nederland een vervoersverbod voor bijen binnen en vanuit het in de regeling omschreven gebied vastgesteld.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER
EN VISSERIJ,
overeenkomstig het door de Minister genomen besluit,
Directeur-generaal, ir. J.F. de Leeuw
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER EN VISSERIJ,
Gelet op de artikelen 30, eerste lid, en 31 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren;
Besluit:
Artikel 1
Het is verboden bijen te vervoeren binnen en vanuit het gebied dat als volgt wordt begrensd:
* Vanaf de landgrens (ter hoogte van Haler) de Sniekstraat volgend in noordoostelijke richting tot Hulmusweg.
* Hulmusweg volgend in noordoostelijke richting overgaand in Eikesstraat tot Kallestraat.
* Kallestraat volgend in zuidoostelijke richting tot Kanaalstraat.
* Kanaalstraat volgend in oostelijke richting overgaand in Santforterstraat tot Napoleonsweg N273.
* Napoleonsweg N273 volgend in noordoostelijke richting tot Wessemerdijk.
* Wessemerdijk volgend in zuidoostelijke richting tot Sluisweg.
* Sluisweg volgend in zuidwestelijke richting overgaand in Heerbaan tot Hagenbroek.
* Hagenbroek volgend in zuidelijke richting overgaand in Segershof overgaand in Hagenbroekerweg tot Hagenbroekerweg.
* Hagenbroekerweg volgend in zuidwestelijke richting overgaand in Meers tot de gemeentegrens Thorn.
* de gemeentegrens Thorn volgend in zuidelijke richting tot de rivier de Maas.
* Rivier de Maas volgend in zuidelijke richting tot de landgrens.
Artikel 2
Deze regeling wordt op 19 juni 2001 om 17.30 uur bekend gemaakt aan de media en treedt onmiddellijk daarna in werking.
Artikel 3
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling vervoersverbod bijen Hunsel 2001.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER
EN VISSERIJ,
overeenkomstig het door de Minister genomen besluit,
Directeur-generaal, ir. J.F. de Leeuw