Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij

De Voorzitter van de Vaste Commissie voor Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
Postbus 20018
2500 EA Den Haag

ons kenmerk
Viss 01/4135
datum
08-06-2001

onderwerp
Voorlopige agenda Visserijraad 18 juni 2001 te Luxemburg doorkiesnummer

bijlagen

Geachte Voorzitter,

De Raad van Visserijministers zal op maandag 18 juni a.s. te Luxemburg bijeenkomen. De volgende onderwerpen zijn geagendeerd.

up

datum
08-06-2001

kenmerk
Viss 01/4135

bijlage

1. Groenboek (COM (2001) 135)
Na de Raad van 25 april is in Raadskader een eerste bespreking gevoerd over de hoofdstukken van het Groenboek die handelen over het toekomstige Gemeenschappelijk Visserijbeleid. Op basis hiervan heeft het Voorzitterschap vijftien vragen geformuleerd die zullen worden voorgelegd aan de Raad. U treft deze ( nog niet definitief vastgestelde) vragen aan in de bijlage.
Uit deze voorbereidende besprekingen is gebleken dat vrijwel alle lidstaten het TAC/Quotum instrumentarium op hoofdlijnen wensen voort te zetten. Dit geldt ook voor de handhaving van de relatieve stabiliteit en het toegangsregime voor de 12-mijlszone. Ten aanzien van de relatieve stabiliteit wensen het VK en Ierland de Haagse Preferenties te integreren. Het merendeel van de lidstaten acht het voeren van een op de vlootgericht beleid noodzakelijk. De contouren van een toekomstig vlootbeleid zijn nog niet duidelijk. Enkele lidstaten lijken voort te willen borduren op het bestaande beleid van Meerjarige Oriëntatie Programma's, terwijl een aantal andere lidstaten nog geen concrete opvattingen naar voren heeft gebracht. Er bestaat voorts brede steun om de direct betrokkenen op regionale basis meer bij het beleid te betrekken, maar de wijze waarop hieraan inhoud gegeven moet worden staat nog open. Over de rol van publieke steun ter versterking van de sociale en economische dimensie van de visserijsector zijn de meningen verdeeld. Met name de zuidelijke lidstaten achten een heroverweging van deze steun niet opportuun. De suggesties van de Europese Commissie voor een meer communautaire aanpak bij de inspectie en handhaving worden gesteund door Frankrijk en Spanje, terwijl de overige lidstaten in verband met rechtstatelijke bezwaren een terughoudende positie innemen. In de discussie over het externe beleid is enerzijds het beleid van de Gemeenschap inzake visserijakkoorden met derde landen, anderzijds de rol van de Gemeenschap in regionale visserijorganisaties onderwerp van discussie.
Ik ben van mening dat er momenteel geen reëel alternatief voorhanden is voor het TAC/Quota instrumentarium. Voortzetting hiervan is derhalve een realistisch uitgangspunt. Wel acht ik verbeteringen in het huidige TAC/Quota-systeem noodzakelijk. Het betreft hier de meerjarenaanpak, de toepassing van de voorzorgbenadering en een meer op het ecosysteem gerichte benadering bij het bestandbeheer. Tevens verdienen gebiedsgerichte instrumenten, zoals bijvoorbeeld real time closures, in het toekomstig GVB meer aandacht.
Ondanks het gegeven dat op dit moment vrijwel alle lidstaten een ongewijzigde relatieve stabiliteit voorstaan, zou naar mijn mening op termijn de relatieve stabiliteit meer aan marktwerking onderhevig moeten zijn. De Haagse preferenties zijn door Nederland nooit erkend en van integratie in de relatieve stabiliteit kan derhalve geen sprake zijn.
Naar mijn oordeel moet het toekomstig vlootbeleid ondersteunend zijn op het instandhoudingbeleid; dit vlootbeleid moet transparant, eenvoudig en controleerbaar zijn. Ik ben voorstander van heroverweging van publieke steun aan de visserijsector. Dergelijke steun is slechts geoorloofd voorzover deze een bijdrage levert aan duurzaamheid en mag in ieder geval geen betrekking hebben op nieuwbouw.
De innoverende elementen uit het Groenboek, zoals het toelaten van marktwerking in het GVB, worden door mij gesteund. Dit betreft bijvoorbeeld de suggestie van de Commissie om onderzoek te doen naar marktgeoriënteerde systemen voor allocatie van quota. Dit betreft ook de voorstellen om de direct betrokkenen op regionale basis te betrekken bij het beleid . Naar mijn oordeel moet het bij dit laatste niet alleen gaan om de ontwikkeling van het beleid maar ook om de uitvoering daarvan. Daarnaast is het van belang om in het toekomstig visserijbeleid meer rekening te houden met specifieke regionale omstandigheden. Bepaalde vormen van decentralisatie van het GVB zullen moeten worden overwogen. De voorstellen van de Commissie voor een meer communautaire aanpak van handhaving en inspectie worden door mij beoordeeld tegen de achtergrond van de rechtstatelijke implicaties. Daarbij wordt mijnerzijds de discussie over een meer communautaire aanpak niet uit de weg gegaan. Wel zal vooral ook gezocht moeten worden naar verbeteringen van de controle binnen de huidige structuur. Ten aanzien van het externe beleid zal tenslotte uitvoering moeten worden gegeven aan de conclusies die de Visserijraad in 1997 heeft getrokken over de visserijakkoorden tussen de Gemeenschap en derde landen. Daarbij staat een coherente, duurzame en kosteneffectieve aanpak voorop.
2. Mededeling van de Commissie betreffende het Biodiversiteitsplan Ontwerp conclusies van de Raad
Het door de Europese Commissie voorgestelde plan van aanpak biodiversiteit concentreert zich op de volgende doelen voor de korte en middellange termijn:
+ behoud en duurzame exploitatie van de visbestanden, + bescherming van niet-doelsoorten, habitats en ecosystemen, + voorkomen van negatieve effecten van aquacultuur op het ecosysteem.
Op basis van het door de Europese Commissie voorgestelde plan van aanpak biodiversiteit heeft het Voorzitterschap een aantal Raadsconclusies geformuleerd. In deze conclusies onderkent de Raad de noodzaak van verbetering van wetenschappelijke kennis en informatie ten behoeve van alle bij de visserij betrokken actoren. Tevens zullen bij de herziening van het GVB maatregelen moeten worden overwogen die gericht zijn op behoud van biodiversiteit en vermindering van negatieve milieueffecten van visserij en aquacultuur. Vanwege het gebrek aan evenwicht tussen visserijinspanning en beschikbare bestanden wordt de noodzaak van een significante verlaging van de visserijdruk erkend. De Europese Commissie wordt gevraagd hoge prioriteit toe te kennen aan de ontwikkeling van lange-termijn managementplannen voor alle belangrijke doelsoorten. Tevens wordt de Commissie met het oog op bevordering van biodiversiteit uitgenodigd onderzoek te doen naar aanvullende beheersinstrumenten. Ook de implementatie van het voorzorgbeginsel voor de niet-doelsoorten moet worden nagestreefd. De Commissie wordt uitgenodigd dienaangaande passende voorstellen te doen zodra relevante wetenschappelijke informatie beschikbaar is. De Raad onderstreept het belang van de ontwikkeling van indicatoren om het lange-termijneffect van veranderingen in biodiversiteit zowel voor doel- als niet-doelsoorten te meten. De Commissie wordt voorts uitgenodigd om het gebruik van passende milieu-impactassessments te onderzoeken. De Raad onderkent in het licht van de verdere ontwikkeling van de aquacultuursector de noodzaak om de effecten op het milieu van deze sector te minimaliseren. Tenslotte benadrukt de Raad dat binnen afzienbare termijn gestart dient te worden met de implementatie van de in het plan van aanpak voorgestelde acties.
Met de conclusies kan ik instemmen.
3. (evt.) Mededeling van de Commissie betreffende meerjarenplan herstelplannen voor Kabeljauw en Heek
De Mededeling zal naar verwachting op hoofdlijnen de contouren van de meerjarenplannen voor het herstel van heek en kabeljauw schetsen. De inhoud is op dit moment niet bekend. Het betreft een presentatie door de Europese Commissie.
4. (evt.) Voorstel voor aanpassing van het Raadsbesluit tot verlenging van het MOP IV tot eind 2002
Het huidige MOP IV loopt eind dit jaar af. In afwachting van het nieuwe vlootbeleid dat op 1 januari 2003 moet ingaan, zal de Commissie ter vermijding van een juridisch vacuüm voor het jaar 2002 een voorstel voor regelgeving moeten doen. De inhoud van het voorstel is niet bekend. Het betreft een presentatie door de Europese Commissie.
5. (evt.) Voorstel voor een actieplan ter herstructurering van de Europese visserijvloot
In verband met de noodzakelijke herstructurering van de Spaans/Portugese vloot door het niet continueren van het visserijakkoord met Marokko zal de Commissie een specifiek actieprogramma voorstellen. De inhoud van het voorstel is niet bekend. Het betreft een presentatie door de Europese Commissie. 6. Vernieuwing van het visserijakkoord van de EU met Senegal De Europese Commissie wenst de Raad te informeren over de stand van zaken met betrekking tot de onderhandelingen over de voortzetting van het visserijakkoord met Senegal. 7. Diversen
Er zijn geen punten onder dit agendapunt aangemeld.

De staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer
en Visserij,

G.H. Faber