Persberichten
Gunstig advies over bescherming van enkele gebouwen te
Oostende
Brugge, 18/6/2001
De bestendige deputatie van West-Vlaanderen heeft een gunstig advies
uitgebracht over de voorgenomen bescherming als monument enkele
openbare gebouwen in Oostende. Het betreft de synagoge, de
officiersmess van de Marinekazerne Bootsman Jonsen, de Venetiaanse
Gaanderijen, het Thermae Palace, de Royal Yacht Club dOstende, de
voormalige staatsmarineschool, het voormalige warenhuis en de
administratieve vleugel van de S.E.O. en het klooster Zonnelied.
Een aantal gebouwen uit deze lijst illustreren de uitbouw van Oostende
tot mondaine badplaats onder impuls van Leopold II. De Venetiaanse
Gaanderijen, gebouwd in 1900-1901 naar een ontwerp van architect Henri
Maquet, was een eerste onderdeel van een nooit volledig gebouwd
Koninklijk Paleis aan de Oostendse zeedijk. De officiersmess dateert
uit 1908-1911 en is het enige gerealiseerde gebouw van een grotere
militaire kazerne naar ontwerp van Louis Delacenserie. Enkele
interieurs van dit neoclassicistische pand zijn merkwaardig gaaf
bewaard gebleven. Ook het clubhuis van de Royal Yacht Club dOstende,
gelegen in de achterhaven, kadert binnen Leopold II zijn
verfraaiingsplannen voor Oostende. Het clubhuis, een ontwerp van
Georges Hobé, heeft een merkwaardig gebint in de vorm van een
omgekeerde scheepsromp. De synagoge werd gebouwd in 1910-1911 volgens
de plannen van de joodse architect Josef De Lange. Het is een van de
zeven volwaardige synagogen die in de periode 1864-1914 in België
gebouwd werden. De voorgevel van de Oostendse synagoge is een
gereduceerde kopie van de gevel van de orthodoxe synagoge van
Frankfurt. Het prestigieuze Thermae Palace dateert uit het
interbellum, maar sluit met zijn neoclassicistische façade naadloos
aan bij de architectuur van de Koninklijke en de Venetiaanse
Gaanderijen.
Naast de gebouwen uit de belle epoque worden ook enkele fraaie
voorbeelden van jonge bouwkunst beschermd. De voormalige
Staatsmarineschool werd gebouwd in 1930-1932 naar de plannen van de
Brusselse architect Pierre Verbruggen. Dit modernistische schoolgebouw
werd in 1933 bekroond met de belangrijke Prijs Van de Ven. Het
voormalige warenhuis en de administratieve vleugel van de S.E.O. is,
samen met het Oostendse postgebouw, de grootste realisatie van de
internationaal erkende architect Gaston Eysselinck. Het gebouw
huisvest sinds 1986 het PMMK. Het klooster van de Clarissen Zonnelied
is het jongste gebouw uit deze lijst. In 1957 werd de kerk en een deel
van het klooster gebouwd volgens de plannen van de Oostendse architect
Paul Felix. Enkele jaren later, in 1965-1967, werd het complex
uitgebeid. Dit klooster is zonder twijfel het belangrijkste en meest
invloedrijke werk uit het oeuvre van Paul Felix. Het klooster
Zonnelied heeft ontegensprekelijk een grote invloed gehad op de
religieuze architectuur in België in de periode 1960-1980.
De bestendige deputatie is van oordeel dat deze panden belangrijke
voorbeelden zijn van 19de- en 20ste-eeuwse architectuur in Oostende en
dat een bescherming als monument gerechtvaardigd is.
De definitieve beslissing berust bij Vlaams ministe