Ministerie EZ
SMEERGELD
Datum: 18-06-2001
Het lid van de Tweede Kamer Verburg (CDA) heeft aan de
staatssecretaris van Economische Zaken op 7 juni 2001 de volgende
schriftelijke vragen gesteld.
1 Is het waar dat u op 28 mei jl. - in de marge van de grote
internationale anti-corruptie-conferentie onder Nederlands
voorzitterschap in Den Haag - hebt gesteld dat Nederlandse zakenmensen
die in het buitenland kleine hoeveelheden steekpenningen betalen niet
strafrechtelijk worden aangepakt, ook al is dit feitelijk strafbaar?
1)
2 Vindt u dat een publieke ambtsdrager in het algemeen en die van het
organiserend land in het bijzonder dergelijke uitspraken zou moeten
doen?
3 Hoe verklaart u in het licht van uw verantwoordelijkheid binnen het
kabinet voor maatschappelijk verantwoord ondernemen dit soort
uitspraken?
4 Heeft u kennisgenomen van de mening dat de heer Maarten de Jong -
werkzaam als hoofd van een nieuw anti-corruptieteam van de Wereldbank
in Washington - die omtrent uw uitspraak heeft gesteld dat dit het
hellende vlak is waarop je je niet moet begeven; immers: "Ik kan dit
niet uitleggen in de 113 culturen waarmee ik te maken heb"? 2) Zo ja,
wat is hierop uw reactie?
5 Bent u bereid deze uitspraak in te trekken? Zo neen, hoe denkt u dan
uw geloofwaardigheid te herstellen?
1) Algemeen Dagblad, 29 mei jl.
2) Algemeen Dagblad, 31 mei jl.
De staatssecretaris van Economische Zaken, drs. G. Ybema, heeft deze
vragen als volgt beantwoord.
1 t/m 5
Zoals ik ook reeds antwoordde tijdens het Algemeen Overleg op 7 juni
jl. over Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen, is de titel "Beetje
smeergeld kan" geen citaat van mij, maar een door de desbetreffende
krant gebruikte samenvatting van het interview. Ik acht deze kop
misleidend en ik betreur dat de redactie voor deze woorden heeft
gekozen.
Ik heb de interviewer er op gewezen dat het Openbaar Ministerie
momenteel bezig is met het bepalen van een vervolgingsbeleid inzake
omkoping in het beleid. Ik heb de verwachting uitgesproken dat het
betalen van enkele guldens om een procedure sneller te laten verlopen
in de regel geen aanleiding zal zijn tot vervolging door het OM. Dat
is immers praktisch ondoenlijk.
Dat neemt echter niet weg dat alle vormen van omkoping strafbaar zijn,
ook als het om kleine bedragen gaat. De wet is daar heel duidelijk
over.