Actueel
Buro's voor Rechtshulp in Friesland en Drenthe zullen hun betalende
praktijk moeten stopzetten
Bron: Rechtbank Leeuwarden
Datum actualiteit: 18-06-2001
De Stichtingen Rechtsbijstand in Friesland en Drenthe ontvangen voor
de gefinancierde rechtsbijstand die zij door middel van de Buro's voor
Rechtshulp in deze provincies verlenen, subsidie van de Raad voor de
Rechtsbijstand in Leeuwarden. Daarnaast hebben deze Buro's voor
Rechtshulp een betalende praktijk. Die situatie is ontstaan nadat door
een wetswijziging in 1994 mensen met een middeninkomen niet langer
voor gefinancierde rechtshulp in aanmerking kwamen en de Buro's voor
Rechtshulp in Friesland en Drenthe deze groep toch wilden blijven
bedienen. Deze betalende praktijk is ondergebracht in een aparte
rechtspersoon, de Stichting Juridische Dienstverlening. Tussen de
Stichtingen Rechtsbijstand in Friesland en Drenthe en de Stichting
Juridische Dienstverlening bestaan nauwe banden. Over de vraag of een
Buro voor Rechtshulp een betalende praktijk mag hebben, wordt al
jarenlang gediscussieerd, tot in de Tweede Kamer toe.
De subsidiegever, de Raad voor de Rechtsbijstand, heeft aan de
subsidiebeschikkingen voor 1999 en 2000 de voorwaarde verbonden dat de
nauwe samenwerking tussen de Stichtingen Rechtsbijstand in Friesland
en Drenthe enerzijds en de Stichting Juridische Dienstverlening
anderzijds, wordt beëindigd. De bedoeling hiervan is dat de Buro's
voor Rechtshulp stoppen met de betalende praktijk. Zolang aan deze
voorwaarde niet wordt voldaan, zal elke maand 50.000 gulden op de
subsidie in mindering worden gebracht. De Stichtingen Rechtsbijstand
hebben hiertegen bezwaar aangetekend en de president van de rechtbank
om een voorlopig oordeel gevraagd.
In zijn uitspraken van 14 juni 2001 heeft de president geoordeeld dat
de Raad voor de Rechtsbijstand bevoegd is om deze voorwaarde op te
leggen. Uit de Wet op de Rechtsbijstand blijkt volgens de president
dat de Stichtingen Rechtsbijstand uitsluitend werkzaamheden mogen
verrichten in het kader van de gefinancierde rechtsbijstand; de
betalende praktijk vindt de president in strijd met de wettelijke taak
van de Stichtingen Rechtsbijstand. Aan het gegeven dat de betalende
praktijk formeel door een andere rechtspersoon wordt uitgevoerd, heeft
de president geen grote betekenis toegekend. Volgens de president is
feitelijk gezien sprake van een personele unie tussen de Stichtingen
Rechtsbijstand en de Stichting Juridische Dienstverlening. Bovendien
opereren beide onder de naam "Buro voor Rechtshulp", zitten in
hetzelfde gebouw en gebruiken dezelfde faciliteiten. De voorwaarde die
erop neerkomt dat de samenwerking tussen die rechtspersonen wordt
stopgezet is volgens de president dan ook redelijk, omdat alleen op
die manier kan worden bereikt dat de Stichtingen Rechtsbijstand zich
niet langer bezig houden met het voeren van een betalende praktijk.
De hoogte van de korting op de subsidie kan volgens de president
echter niet door de beugel. Dit punt moet de Raad voor de
Rechtsbijstand beter onderbouwen. Om deze reden zijn de besluiten
vooralsnog wel geschorst.
Zie voor de uitspraak m.b.t. de Stichting Rechtsbijstand in Drenthe
nr. `AB2155'
Ga naar betreffende uitspraak met nummer: AB2154
(Zie het originele bericht)