Artsenorganisaties reageren op wetsvoorstel
Artsen stellen voorwaarden aan WAO-poortwachter
18 juni 2001
Het nieuwe wetsvoorstel WAO-poortwachter dat deze week in de Tweede
Kamer behandeld wordt, geeft goede mogelijkheden voor het effectief
terugdringen van het aantal WAO-ers. Om de mogelijkheden te kunnen
benutten die het wetsvoorstel biedt voor de aanpak van (langdurig)
verzuim en reïntegratie, stellen de artsenorganisaties wel een aantal
voorwaarden. Randvoorwaarde voor een effectieve uitvoering van de wet
is onder meer dat de bedrijfsarts, huisarts, (medisch) specialist en
verzekeringsarts in staat worden gesteld beter met elkaar samen te
werken. Dit hebben de artsenorganisaties KNMG (Koninklijke
Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst), NVAB
(Nederlandse Vereniging voor Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde) en NVVG
(Nederlandse Vereniging voor Verzekeringsgeneeskunde) deze week in een
reactie op het wetsvoorstel WAO-poortwachter laten weten.
Het wetsvoorstel geeft een heldere verdeling van de
verantwoordelijkheden tussen werkgever, werknemer, arbodienst en
uitvoeringsinstelling. Het bieden van structuur en een stapsgewijze
aanpak voor de procesgang in het eerste verzuimjaar zoals staat
omschreven in de voorgestelde Ministeriële Regeling (MR) vormt
daarbij, zo vinden de artsenorganisaties, voor alle partijen een
concreet houvast.
Om bij de aanpak van verzuim de verschillende artsen effectief te
laten samenwerken is onder meer collegiaal overleg noodzakelijk. Met
name een tijdige en laagdrempelige mogelijkheid voor overleg tussen
bedrijfs- en verzekeringsarts is van groot belang bij een aanpak van
dreigend langdurig verzuim. De mogelijkheden hiervoor ontbreken tot nu
toe. Daarnaast is er voldoende tijd, capaciteit en scholing van de
verschillende artsen nodig om professioneel te kunnen werken, onder
meer volgens richtlijnen van de beroepsgroep. Een werkwijze die
voldoet aan deze randvoorwaarden vergt dan toereikende tarieven en
ruimere contracten tussen bedrijven en arbodiensten.
Daarnaast pleiten de artsenorganisaties voor het aanpassen van de Ministeriële Regeling zodra de leidraad van de commissie Donner I voor de aanpak van verzuim om psychische redenen wordt vastgesteld. Het naast elkaar laten bestaan van de Ministeriële Regeling (de wettelijke procesgang als minimum) en deze leidraad (een flexibeler en verdergaande norm) zou wellicht een ongewenste keuze voor partijen kunnen opleveren. Het gevaar bestaat dat het volgen van de (minimale) wettelijke regels voorop komt te staan en dit komt het resultaat, namelijk het voorkomen van WAO-intrede, niet ten goede. De artsenorganisaties geven dan de voorkeur aan toepassing van een door partijen breed gedragen leidraad voor psychisch verzuim.
De artsenorganisaties menen dat, mits voorzien van de genoemde
randvoorwaarden en voorzieningen, het wetsontwerp een goede start is
en dan van artsen een effectieve bijdrage verwacht kan worden bij het
terugdringen van het aantal WAO-ers.
Integrale tekst
De integrale tekst van de reactie in PDF-formaat kunt u hier lezen.
Voor het downloaden van PDF-bestanden heeft u een Acrobat
Reader nodig.
Ga naar : Nieuwspagina van de KNMG
© copyright KNMG 2001 home . index . email/adres . Artsennet