Geen wijziging taalwetgeving (18/06/01)
Het offensief tegen de taalwetgeving in gerechtszaken gaat verder. Zo
worden nu eenzijdige conclusies getrokken uit het verslag van de
doorlichting van het parket te Brussel van 21 mei 2001 door de Hoge
Raad voor de Justitie.
In de berichtgeving wordt tot op heden geen aandacht geschonken aan
een aantal belangrijke vaststellingen:
Ondanks de onderbezetting zijn zes substituten extern gedetacheerd.
Bij effectieve inzet van deze zes in het parket zouden er van de 109
plaatsen in het kader 88 ingevuld zijn, weze 80,73% in plaats van het
cijfer van 70% dat verspreid werd. In de Commissie voor de Justitie
verklaarde de minister dat het parket in Antwerpen een bezettingsgraad
heeft van 76,7%.
Een aanzienlijk deel van de eerste substituten blijkt niet meer
behoorlijk te functioneren. Blijkbaar wordt hierin berust.
Brussel krijgt bijstand van 32 parketjuristen (waarvoor geen
taalkennis vereiste geldt!), aantal dat nog zal opgetrokken worden.
Antwerpen heeft er slechts 12.
Er is een onderbezetting van het administratief personeel. Brussel
is blijkbaar nog altijd niet aantrekkelijk als woonplaats want veel
pendelaars nemen een betrekking dichter bij huis aan, zodra zij
daartoe de kans zien.
De relatie met het parket-generaal wordt als negatief ervaren.
De organisatie van de correctionele zittingen laat te wensen over.
Dit leidt tot een ontstellende capaciteitsverspilling van het parket
(uiteraard ook van de advocaten en van de rechters): op een
grootteorde van 30 opgeroepen zaken worden er slechts 10 effectief
behandeld.
Het parket te Brussel is niet in staat om het algemene
strafrechtelijke beleid uit te voeren en voert blijkbaar ook geen
eigen prioriteitenbeleid, waardoor grote belangrijke zaken bv. van
witteboordencriminaliteit dreigen te verjaren.
De autonome politieafhandeling (APA), die een belangrijke werklast
wegneemt van bij de parketten, en eerst in het ressort Gent ingevoerd
werd, blijkt in Brussel Frans nog altijd niet toegepast te worden. Het
APA-systeem werd bij het parket te Brussel alleen ingevoerd in de
Nederlandstalige kantons van Halle-Vilvoorde, evenals inzake
verkeersdelicten.
Voor het grootste deel van het arrondissement, meerbepaald de
agglomeratie Brussel zelf, werd nog geen begin gemaakt met de
invoering ervan.
Wat opvalt is dat de Hoge Raad voor de Justitie een aantal zaken niet
bestudeerd heeft. Zo werd geen vergelijking gemaakt met de werklast en
organisatie van andere grote parketten (Antwerpen bv. werkt met zonale
indeling en met een opdeling per specialisatie). Evenmin werd de
vergelijking gemaakt met de toestand vòòr het aanstellen van de
parketjuristen. Hoe groot was de bezetting van het parket toen en wat
is de invloed van de inzet van maar liefst 32 parketjuristen op de
werklast. De minister van justitie verklaarde in de Kamer dat in
Antwerpen de 9 ontbrekende substituten voorlopig vervangen worden door
15 parketjuristen.
Het parket te Brussel blijkt enerzijds te kampen met dezelfde
structurele problemen als andere grote parketten, anderzijds zijn er
specifieke pijnpunten te wijten aan het Brusselse parket zelf.
In dit licht valt het des te meer op dat eenzijdig gefocust wordt op
de taalwetgeving in gerechtszaken als dè grote oorzaak van de
achterstand.
De VU herhaalt dat de specifieke situatie in Brussel, waar tal van
stukken in de andere taal zijn opgesteld, een functionele kennis van
de andere taal vereist om die stukken en verklaringen te begrijpen.
Een versoepeling van de taalwetgeving kan niet bijdragen tot het
wegwerken van de gerechtelijke achterstand. Het tegendeel is waar.
De VU wijst er op dat het Koninklijk Besluit van 1970 dat de
voorwaarden bepaalt om het getuigschrift van de andere taal te
behalen, eigenlijk nu reeds slechts een functionele kennis vereist. Er
is geen sprake van een tweetaligheidsvereiste, wel kennis van de
andere taal. Wat echter wel mis loopt en waar recentelijk nog eens de
aandacht werd op gevestigd is dat er een te strenge beoordeling
gebeurt door de Franstalige juryleden.
Volgens Professor De Pauw treden de Nederlandstalige examinatoren
nooit buiten het strikte schema dat vast ligt in het Besluit van 1970.
De Franstalige examinatoren daarentegen gaan verder. Een objectief
examen door SELOR kan een oplossing bieden.
De VU verzet zich met de meeste klem tegen het wijzigen van de
taalwetgeving bij Koninklijk Besluit.
Alleen een splitsing van het parket en van de zetel kan zorgen voor
een efficiënte rechtsbedeling.
Kamerlid Geert Bourgeois ondervraagt de minister morgen in de
Commissie voor de Justitie over de doorlichting van het Brusselse
parket en de maatregelen die de minister zal nemen.
Auteur:
VU-kamerfractie
Geert Bourgeois, kamerlid
Meer informatie:
Contactpersoon: Ben Weyts, woordvoerder
Telefoon: 02/219.49.30
Fax: 02/217.35.10
E-post: ben.weyts@vu.be
Url: www.vu.be