Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid

PERSBERICHT

NIEUWE KANSEN VOOR TAALONDERWIJS AAN ANDERSTALIGEN WRR-werkdocument nr.124



Nieuwe kansen voor onderwijs Nederlands aan anderstaligen

18 juni 2001

Het onderwijs Nederlands als tweede taal zal meer succes hebben wanneer dit plaatsvindt in een relevante context. Kinderen die het Nederlands niet als moedertaal hebben geleerd, zullen op school de taal vooral moeten leren buiten de taalles. Het onderwijs in de zaakvakken, zoals aardrijkskunde en biologie, biedt goede mogelijkheden de taal direct in de praktijk te brengen en te oefenen. Ook volwassen migranten zullen beter in staat zijn zich de Nederlandse taal eigen te maken in een praktijksituatie. Dit kan bijvoorbeeld door middel van een taalstage of op de werkvloer.

Dat staat in de studie Nieuwe kansen voor taalonderwijs aan anderstaligen van S. Verhallen, Y. Emmelot, Y. Timman, E. van Schooten (Universiteit van Amsterdam) en M. Verhallen (Hogeschool Haarlem), die vandaag is verschenen in de serie Werkdocumenten die de WRR uitbrengt in het kader van zijn project over de multiculturele samenleving. In het werkdocument gaan de auteurs na wat in de afgelopen 25 jaar de ontwikkelingen waren in het onderwijs aan anderstaligen. Voorts doen zij aanbevelingen om het onderwijs van Nederlands als tweede taal te verbeteren. Dit is van belang voor de integratie van migranten in de Nederlandse samenleving.

Onderwijs aan leerplichtigen
Taalonderwijs op school moet niet alleen plaatsvinden tijdens het vak Nederlands, maar ook en juist tijdens de andere lessen. De zaakvaklessen bieden de anderstalige leerlingen volop kansen hun spreek-, luister-, schrijf- en leesvaardigheid te oefenen in een situatie die concreter en betekenisvoller is dan tijdens het taalonderwijs zelf. Tijdens deze lessen kunnen zij het geleerde direct in de praktijk brengen en hun woordenschat uitbreiden met het (school)vakjargon. De taallessen zelf kunnen dan meer worden gebruikt voor het leren van grammatica en spellingsregels en voor het lezen van fictie.
Door in alle lessen aandacht te geven aan de taalverwerving wordt bovendien de participatie van anderstalige leerlingen in het onderwijs vergroot. Zo zal tevens de betrokkenheid van de vakdocenten bij anderstalige en taalzwakke leerlingen verder toenemen.

Onderwijs aan volwassenen
Ook voor de groep van volwassen anderstaligen geldt dat het taalonderwijs niet moet worden losgekoppeld van de beroeps- of andere opleidingstrajecten. Een aparte algemene taalcursus zal weinig vruchten afwerpen als de migrant niet tegelijkertijd ook inhoudelijk kennis kan opdoen over het domein waarin hij of zij in de toekomst activiteiten wil gaan ontplooien. Door het taalonderwijs te combineren met taalstages, bijvoorbeeld op de beoogde werkplek, kan taalverwerving niet alleen schools maar ook op natuurlijke wijze plaatsvinden. Voor anderen kan het taalonderwijs worden verbonden aan de voorbereiding op een opleiding of het ouderschap.

Deskundigheidsbevordering docenten
Zowel voor leerplichtige kinderen als voor volwassenen geldt dat het taalonderwijs aan anderstaligen vooral plaats dient te vinden in een relevante context. Taal- en kennisontwikkeling worden zo gecombineerd. Nederlands moet daarom minder worden gezien als een apart vak op het lesrooster en meer geïntegreerd worden in het hele onderwijs.

Hiertoe moet wel de expertise van onderwijzers en docenten in zowel de taal- als de zaakvakken worden vergroot. De auteurs geven aan dat in het verleden veel geld is uitgegeven aan het onderwijs Nederlands aan anderstaligen, zonder dat duidelijk was of dit wel goed werd besteed. Zo is tot op heden vooral veel geïnvesteerd in de kwantiteit van het tweedetaalonderwijs, dat wil zeggen meer onderwijs en onderwijsmethoden. Te weinig aandacht is echter uitgegaan naar de kwaliteit, ofwel de deskundigheidsbevordering van onderwijzers en docenten. Dit geldt voor onderwijzers en docenten in het voor- en vroegschoolse, het basis- en voortgezet onderwijs en de volwasseneducatie. Om deze deskundigheid te bevorderen is het niet alleen noodzakelijk de betrokken docenten bij- en na te scholen, maar dient ook de hiertoe noodzakelijke kennisinfrastructuur aan lerarenopleidingen en universiteiten te worden opgebouwd.



S. Verhallen et al. (2001) Nieuwe kansen voor taalonderwijs aan anderstaligen, WRR Werkdocumenten nr. W124, Den Haag. ISBN 90 346 3945 2


Nadere inlichtingen zijn te verkrijgen bij het bureau van de WRR: dr. S.J. Langeweg tel. 070 - 356 4651
dr. G.J. Kronjee tel. 070 - 356 4648