NED. KANKERBESTRIJDING-KWF
Toespraak dr. Oosting tijdens 52e ALV Kankerbestrijding
Jaarrede mr. dr. M. Oosting
tijdens de 52e Algemene Ledenvergadering van de Vereniging Koningin
Wilhelmina Fonds voor de Nederlandse Kankerbestrijding
op 16 juni 2001 te Roermond
Dames en heren,
Het jaar 2000 was het jaar van de doorstart na het succesvolle
jubileumjaar 1999. U hebt dat op een grootse wijze gedaan. U bent erin
geslaagd de hoge opbrengst van de jubileumcollecte te evenaren. Ik wil
u daarmee van harte feliciteren. Deze prestatie verdient een
welgemeend applaus.
U vervult in onze samenleving een onmisbare rol. U bent namelijk het
gezicht van de Neder-landse Kankerbestrijding, het KWF. Mede daaraan
dankt het KWF het vertrouwen dat het geniet onder de bevolking. Dat
vertrouwen moeten wij met z'n allen koesteren. Immers, de inkomsten
van het KWF hangen er vanaf en daarmee de activiteiten die het KWF
voor zijn rekening kan nemen. Die activiteiten zijn onmisbaar. Gaat u
maar na.
Het KWF financiert de helft van het kankeronderzoek in ons land.
Onderzoek is de enige weg naar meer inzicht in oorzaken en ontstaan
van kanker en daarmee naar vooruitgang in preventie, vroege ontdekking
en behandelmogelijkheden.
Het KWF stimuleert onderwijs en opleiding. Jonge, talentvolle
onderzoekers en behandelaars kunnen zich met een beurs, een zogeheten
fellowship, van het KWF in het buitenland en in Nederland bekwamen in
onderdelen van de kankerbestrijding. Een investering die een hele
carrière, zeg maar zo'n 30 jaar lang, haar vruchten afwerpt voor de
kankerbestrijding. Bovendien, alléén de besten krijgen die kans. We
zien dan ook dat een groot aantal van deze KWF-fellows zich heeft
ontwikkeld tot hoogleraar of andere vooraanstaande posities bekleedt.
Enkelen van hen zijn vandaag in ons midden.
Ik denk ook aan de voorlichting. Voor iedereen stelt het KWF folders
en brochures beschikbaar met informatie over preventie, vroege
ontdekking, behandeling en begeleiding. Er is een gratis Hulp- en
Informatielijn voor iedereen met vragen over kanker. Het KWF heeft een
website. En voor scholen zijn er lesmaterialen over kanker.
Daarnaast steunt het KWF patiëntenverenigingen en initiatieven voor de
begeleiding van kankerpatiënten.
Stuk voor stuk niet meer weg te denken taken. Het gaat hierbij om
extra activiteiten op basis van vrijwillige financiële bijdragen van
de bevolking, aanvullend op wat de overheid doet op basis van
verplichte belastingen. We zullen ons gezamenlijk ervoor moeten
inzetten de inspanningen van het KWF minstens op het huidige niveau te
handhaven.
In 2000 heeft het KWF 120 miljoen gulden uitgegeven aan
kankerbestrijding. Voor dit jaar is totaal meer dan 140 miljoen
begroot. Dat geld kan er komen, omdat zoveel mensen, net als iedereen
in deze zaal, gemotiveerd zijn om iets te doen tegen kanker. Maar óf
het geld er komt, hangt mede af van het vertrouwen dat de bevolking
stelt in het KWF. Daar wil ik wat nader op ingaan en ik wil dit ook
breder trekken naar de hele fondsenwervende sector.
Ons land kent tientallen organisaties die zich inzetten voor
belangrijke maatschappelijke doelen, zoals gezondheid, cultuur,
natuurbehoud, derde wereld en voor levensbeschouwelijke instellingen.
Via deze organisaties worden tal van zeer belangrijke maatschappelijke
doelen gerealiseerd op basis van giften van de bevolking. Deze draagt
daarmee een stuk eigen verantwoordelijkheid voor die taken. Deels als
aanvulling op de overheid, deels geheel zelfstandig. Ik vind dat een
goede zaak.
De noodzaak via vrijwillige bijdragen maatschappelijk onmisbare doelen
te realiseren zal in de komende jaren alleen nog maar toenemen. Het is
daarom van het grootste belang dat de fondsenwervende sector er alles
aan doet om het vertrouwen van de bevolking te handhaven en te
verstevigen. De overheid staat hierbij op de achtergrond. De
fondsenwervende wereld zal dit zelf moeten regelen. Hier ligt een
wezenlijke uitdaging voor de toekomst. Die uitdaging moet met volle
energie worden aangegaan. Want zonder goede zelfregulering in de
fondsenwervende branche, komen wezenlijke maatschappelijke taken in
gevaar.
Iets van zelfregulering bestond al. Via de Stichting Collectenplan
werd gezorgd dat niet alle collectebusfondsen op hetzelfde moment bij
de mensen voor de deur stonden. Het Centraal Bureau Fondsenwerving is
in zijn lange geschiedenis een steeds belangrijker rol gaan spelen bij
de zelfregulering in de fondsenwervende sector. Er is daarnaast een
Vereniging van Fondsenwervende Instellingen gekomen. Dit geeft ook een
krachtige positie aan deze sector richting overheid.
Een concreet voorbeeld van wat er dankzij deze samenwerking is
bereikt, is het Keurmerk voor Goede Doelen dat het Centraal Bureau
Fondsenwerving heeft ingesteld. Fondsen met dat CBF-Keurmerk hebben
een kostenpercentage van een acceptabel niveau. Hun jaarverslagen
voldoen aan bepaalde eisen. Wellicht worden er in de toekomst ook
eisen gesteld wat betreft kwaliteitsevaluatie. Een goede ontwikkeling.
Het geld dat de fondsen besteden, is immers geld van de bevolking. Bij
een gift aan een Keurmerkfonds kan men erop vertrouwen, dat zijn geld
goed wordt besteed.
Het zou goed zijn wanneer de overheid het maatschappelijk belang van
dit CBF-Keurmerk ondersteunt, door bijvoorbeeld voor de belasting
alleen giften aftrekbaar te maken aan fondsen met het Keurmerk of door
voor fondsen met het Keurmerk geen heffingen toe te passen bij
schenkingen en nalatenschappen. De overheid zou daarmee ook recht doen
aan de belangrijke rol die deze instellingen in de samenleving
vervullen.
Succesvolle fondsenwerving stoelt op het vertrouwen van het publiek.
Het KWF mag zich verheugen in een groot vertrouwen binnen onze
samenleving. Dat vertrouwen is, ik zei het al, mede aan u te danken.
Het bestuur beseft dat het daarom zeker ook voor u bijzonder pijnlijk
is, dat andere fondsen door geldinzamelingen voor kankerbestrijding,
verwarring zaaien onder het publiek waardoor geld dat men aan het KWF
denkt te geven, in andere handen terecht komt. Die verwarring is
groot. Dat blijkt uit onderzoeken die het KWF heeft laten doen door
InterView-NSS.
Ruim veertig procent van de ondervraagden had wel eens gehoord van het
uit Amerika afkomstige Wereld Kanker Onderzoek Fonds. Hiervan dachten
4 op de 10 mensen dat er een relatie was tussen dat fonds en het KWF,
en maar 1 op de 10 wist dat er géén relatie was.
Van de mensen die bekend waren met het WKOF hadden 4 op de 10 wel
eens iets aan het WKOF gegeven: met name oudere, alleenstaande mensen,
en onder hen veel KWF-donateurs. Een op hoofdlijnen vergelijkbaar
beeld leveren de cijfers over de Stichting Nationaal Fonds tegen
Kanker, het fonds dat zich richt op alternatieve methoden.
Als deze donateurs het KWF bellen en dan ontdekken dat hun geld niet
bij het KWF terecht is gekomen, zijn zij vaak erg teleurgesteld.
Regelmatig klinkt de vraag: Kunnen jullie niets doen tegen die
fondsen? Ons antwoord daarop moet helaas zijn: 'Nee, dat kan niet. In
onze samenleving heeft ieder nu eenmaal in principe het recht gelden
in te zamelen voor een doel dat hem of haar na aan het hart
ligt.' Maar het KWF vindt wél, dat als nieuwe fondsen geld gaan
inzamelen voor een doel waarvoor al een fonds bestaat, zij zich goed
van het bestaande fonds moeten onderscheiden teneinde verwarring en
misverstanden te voorkomen. Helaas blijkt, dat de twee nieuwe
landelijke fondsen voor kankerbestrijding die ik noemde, niet aan die
eis voldoen.
Dus zal het KWF zélf zich nog sterker inzetten om het onderscheid ten
opzichte van die fondsen duidelijk te maken. Het KWF is dat aan u en
aan zijn donateurs verplicht. Het KWF zal zich blijven profileren als
hét Nederlandse fonds voor kankerbestrijding, het fonds met de rode
krab en met het CBF-Keurmerk. Hier liggen belangrijke taken voor de
afdeling PR en voor de afdeling Fondsenwerving.
Waar mogelijk wordt het CBF-Keurmerk afgedrukt op onze uitingen. Op de
enveloppen van mailings wordt sinds vorig jaar bovendien uitgelegd wat
het CBF-Keurmerk inhoudt. En ook in de komende collectecampagne, u
hoort daarover straks meer, worden de rode krab en het CBF-Keurmerk
nadrukkelijk onder de aandacht gebracht.
Voor het vertrouwen in het KWF is het minstens zo belangrijk, dat het
publiek ervan overtuigd is, dat het KWF de ontvangen gelden niet
oppot. Hierover bestaan veel misverstanden. Er gaat bij het KWF veel
geld om, maar het KWF is niet rijk. Alle gelden die in een bepaald
jaar binnenkomen, worden direct al uitgegeven of krijgen een
bestemming.
Van het nettobudget gaat 85% naar wetenschappelijk kankeronderzoek,
dat wil zeggen activiteiten die over het algemeen meerdere jaren
duren. Een onderzoek bijvoorbeeld duurt meestal vier jaar. De
onderzoeker krijgt de toegekende subsidie niet in één keer, maar
verdeeld over die periode van vier jaar. Een groot deel van het
benodigde geld wordt natuurlijk wel alvast voor dat doel gereserveerd.
De onderzoeker kan er dan van op aan dat hij of zij het onderzoek kan
afmaken. Voor buitenstaanders lijkt het daardoor misschien dat het KWF
geld genoeg heeft, maar dat geld is simpelweg nodig om gedane
toezeggingen na te kunnen komen. In feite heeft het KWF 'een vermogen
aan verplichtingen'. Wil het KWF nieuwe subsidieaanvragen van
onderzoekers kunnen honoreren, dan moet er eerst weer nieuw geld
komen. En daarom moeten wij dus een beroep blijven doen op de
bevolking.
Het KWF heeft uw inzet daarbij hard nodig. Immers, wat er voor
onderzoekers uit de bus kan komen, hangt af van wat er bij u in de bus
komt. En als er meer binnenkomt dan begroot? Dan wordt zorgvuldig
bekeken hoe ook dat geld op korte termijn ten goede kan komen aan de
kankerbestrijding. Streven van het KWF is, dat er géén vrij
besteedbaar vermogen is.
U herinnert zich misschien dat het KWF enkele jaren geleden een
uitzonderlijk grote erfenis ten deel viel. Dat geld is meteen ingezet
voor onderzoek naar betere behandelmogelijkheden. Daarnaast is geld
beschikbaar gesteld voor kostbare apparatuur. In augustus vorig jaar
bijvoorbeeld is in het Nederlands Kanker Instituut in Amsterdam de
KWF-microarray faciliteit in gebruik genomen. Kostbare, hypermoderne
onderzoeksapparatuur, die een belangrijke bijdrage kan leveren aan het
kankeronderzoek. De apparatuur staat bij het Nederlands Kanker
Instituut/Antoni van Leeuwenhoek ziekenhuis in Amsterdam, maar alle
Nederlandse kankeronderzoekers kunnen er gebruik van maken. Op die
manier heeft het KWF kunnen zorgen dat Nederland internationaal kan
bijblijven in het kankeronderzoek.
Het geld is ook gegaan naar bijzondere onderzoeksprojecten om nieuwe
behandelmogelijk-heden te ontwikkelen, naar extra steun aan
patiëntenverenigingen en naar initiatieven op het gebied van
voorlichting, zoals het KWF- informatiekoffertje dat nieuwe patiënten
snel op weg helpt in de nieuwe situatie waarin zij terecht zijn
gekomen. Ook de succesvolle stoppen-met-roken-campagne 'Dat kan ik
ook' is uit die extra-middelen gefinancierd. Begin 2000 waren er
800.000 mensen gestopt met roken. Van hen hebben 100.000 het
volgehouden. Dat betekent dat 50.000 mensen het lot bespaard
blijft vroegtijdig te overlijden als gevolg van het roken. Een
investering van 60 gulden per persoon. Het reclamebureau dat samen met
onze dochterorganisatie Stivoro de campagne heeft bedacht, heeft
hiervoor onlangs een Zilveren Effie ontvangen, een hoge onderscheiding
in de reclamewereld voor succesvolle campagnes.
U ziet, het geld wordt besteed en het wordt goéd besteed. Het publiek
verwacht dat van het KWF en mag dat ook verwachten. Het CBF-Keurmerk
is daarvan een bevestiging.
Niet alleen door inzet van geld komt het KWF op voor de
kankerbestrijding. Het KWF heeft een belangrijke maatschappelijke
positie. Het heeft een achterban van een kleine miljoen 'relaties'. U
behoort daartoe, maar bijvoorbeeld ook onze donateurs. Het KWF
gebruikt die positie om op te komen voor een goede kwaliteit van de
kankerbestrijding in Nederland en voor de belangen van mensen die
kanker hebben.
Het afgelopen jaar heeft het bestuur zich onder meer gebogen over de
problematiek rond wachtlijsten en rond de ontoereikende capaciteit aan
bestralingsapparatuur. Problemen die het bestuur zeer ernstig neemt.
Aan Minister Borst is daarom een brandbrief geschreven waarin aandacht
wordt gevraagd voor de schrijnende en onaanvaardbare situatie dat
mensen bij wie kanker is geconstateerd voor hun behandeling op een
wachtlijst worden geplaatst. En dat, terwijl iedereen weet dat vroege
ontdekking én snelle behandeling zo belangrijk zijn bij kanker. Dit en
de kwestie van de tekorten aan capaciteit wat betreft
bestralingsapparatuur zijn ook in een persoonlijk gesprek met de
Minister aan de orde gesteld.
Een ander punt van zorg is de situatie van bejaarde kankerpatiënten.
Van de huidige 65.000 nieuwe patiënten per jaar is éénderde tussen 60
en 74 jaar, en nog eens éénderde zelfs boven de 75. Het aantal
bejaarden onder kankerpatiënten zal de komende jaren nog verder
toenemen als gevolg van de vergrijzing.
We hebben hier te maken met mensen die vaak ook al andere ziektes
onder de leden hebben en daardoor niet zonder meer de gangbare
behandeling voor kanker kunnen krijgen. Voor mensen met hartkwalen
bijvoorbeeld is chemotherapie soms niet toepasbaar. Ingrijpende
operaties zijn vaak alleen maar mogelijk bij een goede lichamelijke
conditie.
Veel bejaarden missen bovendien de benodigde mantelzorg. Immers velen
van hen zijn alléén of hebben een partner die ook van hoge leeftijd
is en daardoor in veel gevallen niet in staat is de benodigde
verzorging te geven. Eventuele kinderen kunnen soms moeilijk
bijspringen. Ze hebben hun eigen gezin en hun werk en wonen vaak ver
weg.
In 2015 al zouden er jaarlijks 85.000 nieuwe kankerpatiënten kunnen
zijn. Dit betekent ook een forse groei in het aantal bejaarde
kankerpatiënten.
Om deze ontwikkeling op een goede wijze het hoofd te kunnen bieden,
- moet studie gemaakt worden van goede behandelingen voor bejaarde
kankerpatiënten,
- is extra capaciteit in de gezondheidszorg nodig, ook qua thuiszorg
en woonvoorzieningen voor ouderen en
- is inzicht nodig in de eisen waaraan de voorlichting en begeleiding
van deze mensen moet voldoen.
Het KWF stelt sinds 1999 een beurs beschikbaar voor mensen die de
geschetste problematiek willen bestuderen. Met steun van het KWF doet
de heer Coebergh van het Integraal Kankercentrum Zuid in Eindhoven
inmiddels een onderzoek naar behandelmogelijkheden voor bejaarde
patiënten met kanker die al leiden aan andere aandoeningen. Het zijn
echter druppels op een plaat die steeds gloeiender wordt.
De maatregelen die nodig zijn om het groeiende aantal bejaarde
kankerpatiënten de juiste behandeling, verzorging en opvang te kunnen
bieden, vergen tijd. We kunnen er daarom niet vroeg genoeg mee
beginnen. Het KWF heeft echter de indruk dat deze belangrijke
ontwikkeling wat betreft haar praktische consequenties, nog volstrekt
onvoldoende wordt onderkend. Het is daarom nodig nú de alarmbel te
laten klinken. Ik doe dan ook vanaf deze plaats een oproep aan 'de
politiek', om de problematiek van het groeiend aantal bejaarde
kankerpatiënten effectief aan te pakken. Wij zullen óók voor dit punt
bij Minister Borst en de Tweede Kamer dringend aandacht vragen.
Dames en heren,
Het jaar 2000 was de doorstart van het jaar waarin wij stilstonden bij
50 jaar Nederlandse Kankerbestrijding/Koningin Wilhelmina Fonds. In
dat jubileumjaar heeft het KWF een nieuw initiatief genomen: de
Kankerherdenkingsdag.
In 1999 was er een indrukwekkende bijeenkomst in de Westerkerk in
Amsterdam. Vorig jaar is er een bijeenkomst geweest in Muziekcentrum
Vredenburg in Utrecht. Dit jaar was er geen bijeenkomst, maar is er
aandacht gevraagd voor jongeren die iemand aan kanker hebben verloren.
Het bestuur heeft besloten in het vervolg elk jaar op de een of andere
manier stil te staan bij mensen die aan kanker zijn overleden en hun
nabestaanden. Dat wordt een vaste dag, 21 maart. Het begin van de
lente, als symbool van doorgaan na een donkere periode. De invulling
zal elk jaar een andere zijn. U wordt daarover tijdig geïnformeerd.
Verder hebben in het jubileumjaar de Stichting Nationale Boomfeestdag
en Staatsbosbeheer het KWF het Koningin Wilhelminabos aangeboden ter
nagedachtenis aan mensen die aan kanker zijn overleden. Een blijvende
plek waar ieder op een eigen moment en op een manier die hem of haar
schikt, kan stilstaan bij dierbaren die aan kanker zijn overleden. Het
initiatief van dit bos is bijzonder warm ondersteund door onze
beschermvrouwe, Koningin Beatrix.
Op 9 december van het vorig jaar zijn de eerste bomen geplant. De
aanleg van het bos gaat verder. Het bos ligt in de provincie Flevoland
aan de weg tussen Kampen en Dronten, in het Roggebotzand. Van de ANWB
en de provincie Flevoland heeft het KWF inmiddels de medewerking
gekregen voor een goede bewegwijzering.
Ik meldde u zojuist dat bij de kankerherdenkingsdag van dit jaar
aandacht is gevraagd voor jongeren die iemand aan kanker hebben
verloren. Dit is gebeurd in het kader van ons jaarthema 'Jongeren en
kanker'. Zeker met prof. Voûte in ons midden, kan ik mij indenken dat
uw gedachten bij dit jaarthema in eerste instantie uitgaan naar
jongeren die zelf kanker krijgen. Elk jaar zijn er 1000 jongeren van
beneden 25 jaar die dit overkomt. Een veel groter aantal krijgt te
maken met mensen in hun omgeving die door kanker worden getroffen en
een deel maakt mee dat een dierbare aan kanker overlijdt. De
ongerustheid en het eventuele gemis waarmee deze jongeren in het leven
staan, verdienen meer aandacht dan zij in de regel krijgen. Met het
jaarthema heeft het KWF dan ook de schijnwerper mede op die groep
willen plaatsen. Ook een andere groep willen wij belichten: de
jongeren die een beroep kiezen in dit werkveld, soms vanuit hun
persoonlijke ervaring met kanker. En ten slotte zijn er de jongeren
die zich inzetten voor de fondsenwerving voor het KWF, met eigen
acties of als collecte-vrijwilliger. Ik prijs mij gelukkig een aantal
van hen hier vandaag te mogen begroeten.
Dames en heren,
Ik heb u in het voorgaande een aantal ontwikkelingen en problemen
geschetst waar het KWF zich het afgelopen jaar over heeft gebogen. Het
zijn maar een paar elementen van alles wat onze aandacht vereist. Dé
vraag die een organisatie zich daarbij moet stellen is: wat wordt ons
toekomstig beleid in deze? Daar hebben bestuur, wetenschappelijke
adviesraden en bureau zich het afgelopen jaar dan ook intensief mee
beziggehouden. Dit jaar namelijk loopt de beleidsperiode 1996-2001 ten
einde.
Een beleidsvisie voor de beleidsperiode 2002-2006 is in voorbereiding.
Aanstaande dinsdag komen de besturen van Vereniging en Stichting KWF
bijeen in een gezamenlijke vergadering om de blauwdruk voor die nieuwe
beleidsvisie te bespreken.
In die blauwdruk gaat het KWF er vanuit op de inzet van zijn
collectevrijwilligers te mogen blijven rekenen. Uw jaarlijkse gang
langs 6 miljoen deuren betekent daarbij méér dan het fantastische
bedrag van 16 miljoen gulden dat u daarmee ophaalt. U legt daarmee
immers tevens een stevige basis onder het vertrouwen dat de bevolking
in het KWF stelt. Daarom zijn ook de inkomsten uit nalatenschappen,
uit donaties en uit speciale acties mede aan u te danken. Uw
aanwezigheid hier sterkt mij in het vertrouwen dat het KWF zich over
uw blijvende inzet helemaal geen zorgen hoeft te maken.
Gelukkig, want de Nederlandse Kankerbestrijding/KWF vervult een
onmisbare taak in de samenleving. Samen vormen wij daarvoor het
draagvlak.
Dank u wel.
Mr. dr. M. Oosting,
voorzitter Nederlandse Kankerbestrijding/KWF
16 jun 01 11:00