Amsterdam, 15 juni 2001
Betere perspectieven voor de ziekte van Parkinson
In Nederland lijden 35.000 mensen aan de ziekte van Parkinson.
Genezing van deze ziekte is niet mogelijk. Recent VU-onderzoek met
tweede fase biotransformatie-enzymen biedt wellicht een mogelijkheid
de ontwikkeling van de ziekte te vertragen. Dit is met name relevant
nu de ziekte in een preklinisch stadium vastgesteld kan worden. Aldus
prof.dr. Erik Ch. Wolters in zijn inaugurele rede bij de aanvaarding
van zijn ambt als hoogleraar neurologische bewegingsstoornissen aan
het VU medisch centrum te Amsterdam.
Bij de ziekte van Parkinson ontstaan (o.a. motorische)
gedragsstoornissen door multifactoriële degeneratie van
dopamineproducerende cellen. De huidige behandeling is puur
symptomatisch: het tekort aan dopamine wordt gecompenseerd. Een
dergelijke compensatie is ook mogelijk middels zogenaamde deep brain
stimulation. In de jaren tachtig werd de (neurologische) wereld
verrast door de eerste transplantatie van dopamine producerende cellen
in de hersenen van een Parkinson-patiënt. Sedertdien is deze procedure
bij zon driehonderd patiënten toegepast, eerst met bijniermergcellen,
vanaf 1987 met foetale dopaminerge cellen. De resultaten hiervan
lijken echter tegen te vallen.
Genezing van Parkinson is niet mogelijk, omdat de oorzaak van de
ziekte onbekend is, maar het ziekteproces lijkt wel beïnvloed te
kunnen worden. Het VU-onderzoek met stimulatie van tweede fase
biotransformatie-enzymen speelt hierop in. Deze ontwikkeling biedt
volgens Wolters redelijk perspectief, vooral omdat we inmiddels in
staat blijken de ziekte al in een preklinisch stadium vast te
stellen.
VU ziekenhuis