Vlaamse regering

PERSMEDEDELING VAN DE VLAAMSE REGERING

VERGADERING VAN 15 JUNI 2001

470 miljoen tegen sociale ongelijkheid in hoger onderwijs

Op voorstel van Vlaams Onderwijsminister Marleen VANDER- POORTEN heeft de Vlaamse regering principieel een uit- voeringsbesluit goedgekeurd tot actualisering van het huidige studietoelagenstelsel voor het hoger onderwijs.

"Het creëren van gelijke kansen moet reëel zijn. De kost- prijs of sociaal-economische elementen mogen geen rem vormen op het recht op onderwijs. (.) De studiefinan- ciering in het hoger onderwijs is nog steeds een bepalen- de factor voor de toegang tot dat onderwijs. Naast de sociale toelagen, die voor de hogescholen en universi- teiten tijdens deze bestuursperiode gelijkgeschakeld wor- den, zijn de studietoelagen een essentiële hefboom om gemakkelijker de drempel van de studiekosten te nemen. De studietoelagen worden opgetrokken tot op het niveau van de directe studiekosten."

Dit luik van het regeerakkoord krijgt met dit besluit vaste vorm. Minister Vanderpoorten is dan ook tevreden dat hiermee één van haar persoonlijke prioriteiten uitge- voerd wordt.

Uit recente studies van de KULeuven en de Universiteit Gent inzake studiekosten, studietoelagen en participatie in het hoger onderwijs is nogmaals het belang van de studietoelagen in het democratiseringsproces van het hoger onderwijs gebleken. De oude wetgeving voor het toekennen van studietoelagen bleek niet meer aangepast aan de nieuwe ontwikkelingen in de samenleving. Boven- dien hield ze een aantal onrechtvaardige discriminaties in waardoor een aantal mensen uit de boot vielen.

Opgemerkt dient te worden dat dit uitvoeringsbesluit slechts een eerste aanzet vormt tot een meer fundamentele hertekening van het systeem van studietoelagen en sociale voorzieningen. Minister Vanderpoorten plant deze hervor- mingen tegen 2003. In het nieuwe besluit wordt uitvoer- ing gegeven aan een aantal aanpassingen vervat in het Decreet op de studietoelagen van 16/2/2001. De voornaam- ste vernieuwingen zijn de volgende :


- De maximale studietoelage wordt verhoogd met 5 %. Hiermee wordt de kloof tussen de maximumtoelage en de reële studiekost met 15 % gedicht. Het is de intentie om de kloof tussen de actuele toelagebedragen en de reële studiekostprijs tegen het einde van deze legislatuur ver- der dicht te rijden. Zo komt nu de maximumtoelage voor kotstudenten op 2748 euro (110.855 fr.) en de maximum- toelage bij nagenoeg constant beleid voor niet-kotstuden- ten blijft op 1698 euro (68.497 fr.).


- Het onderscheid tussen spoor- en thuisstudent wordt opgeheven. Uit recent onderzoek is gebleken dat het niet relevant is om dergelijk onderscheid nog te hanteren.


- De minimumtoelage wordt van 5000 naar 8000 fr. opge- trokken. Hiermee voert Minister Vanderpoorten een inhaaloperatie uit. Het is immers zo dat deze minimum- toelage sinds 1983 niet meer is geïndexeerd. Daaren- boven heeft de minister de intentie om deze minimumtoela- ge vanaf nu wel jaarlijks te koppelen aan de gezondheids- index.


- Het besluit voert de jokerbeurs effectief in. Hiermee wordt het principe van de prestatiebeurs (men blijft slechts beursgerechtigd indien men elk jaar slaagt) gemilderd. Deze joker kan ingezet worden door een stu- dent die een jaar overzit. Maar vooral biedt hij minver- mogende studenten die reeds een tweecyclusdiploma in het hoger onderwijs behaalden, de mogelijkheid om een derde- cyclus te bekostigen. Ook in het licht van levenslang en levensbreed leren is dit een belangrijke maatregel.


- De discriminatie tussen gehuwde en samenwonende studen- ten wordt opgeheven.


- Met de veralgemening van het systeem van vermoedelijk inkomen creëert het besluit een inkomensbegrip dat dichter bij het reële inkomen staat.


- Een bodem-KI (kadastraal inkomen) wordt ingevoerd. Hiermee komt de Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming tegemoet aan de klachten van een groep aanvragers die vroeger ten onrechte werden uitgesloten. Het gezinsinko- men van deze minvermogenden lag immers zo laag dat hun KI sowieso hoger lag dan 20%.


- Ten slotte mogen éénoudergezinnen de ontbrekende ouder bijtellen als persoon ten laste.

Minister Vanderpoorten heeft met deze uitvoering van het decreet meteen de kans gegrepen om een aantal extra incentives (cfr. eerste drie punten) te geven om de soci- ale achterstelling in het Vlaams onderwijs tegen te gaan.

Om al deze maatregelen te realiseren trekt minister Vanderpoorten maar liefst 470 miljoen frank extra uit. Hiermee hoopt de minister de goede cijfers die het Vlaams tertiair onderwijs krijgt in het OESO-rapport "Education at a glance 2001" nog te versterken. Minister Vander- poorten wil de komende jaren de participatiegraad van alle zwakke maatschappelijke groepen in het hoger onder- wijs verhogen. Om dit te bereiken zijn er niet alleen maatregelen nodig naar studiekost toe, maar naar alle aspecten van toegankelijkheid. Hierbij verwijzen we naar het op stapel staande gelijkekansendecreet.

Het is de bedoeling dat dit besluit in werking treedt op 1 september 2001. De minister zal vanaf heden werk maken van een heuse infocampagne naar alle betrokkenen. Dinsdag aanstaande wordt daar reeds een aanzet toe gege- ven met een infodag op het departement Onderwijs.

Het principieel goedgekeurd uitvoeringsbesluit zal nog voor advies worden voorgelegd aan de Raad van State.

persinfo : Nic Vandemarliere, woordvoerder van minister Vanderpoorten - tel. 02 553 99 11 e-mail: persdienst.vanderpoorten@vlaanderen.be