Ministerie van Algemene Zaken

Ministerie van Verkeer en Waterstaat

Persbericht Ministerraad
15 juni 2001

KABINETSSTANDPUNT HSL-OOST

De aanpassing van de huidige spoorlijn Utrecht-Arnhem-Duitse grens tot een grotendeels viersporige hogesnelheidslijn is niet nodig. De hogesnelheidstrein vanuit Amsterdam naar Duitsland blijft over bestaand spoor rijden. Door beter benutten van de bestaande spoorlijn Utrecht-Arnhem- Duitse grens wordt de capaciteit de komende jaren aanzienlijk vergroot. Dit is de kern van het standpunt waarmee de ministerraad op voorstel van minister Netelenbos van Verkeer en Waterstaat en minister Pronk van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer heeft ingestemd. De procedure voor het bouwen van een nieuwe hogesnelheidslijn op dit traject wordt daarmee stopgezet.

Recente studies van de spoororganisaties en het ministerie van Verkeer en Waterstaat bevestigen dat de capaciteit op de bestaande lijn door benuttingsmaatregelen ook in de verre toekomst toereikend is. Voor het internationaal vervoer is de komende twintig jaar één trein per uur voldoende om de groei van het aantal internationale passagiers op te vangen. Gebleken is dat betere benutting van de bestaande spoorlijn een goed alternatief is voor aanleg van een nieuwe hogesnelheidslijn, tegen aanzienlijk lagere kosten. Voor het internationaal vervoer wordt een dagrandverbinding (`s morgens heen en `s avonds terug) tussen Amsterdam en Frankfurt gerealiseerd waarmee een goed alternatief voor het vliegtuig is bereikt. Op het bestaande spoor is voldoende capaciteit te creëren voor de groeiende stroom passagiers in de komende decennia. Concreet gaat het onder meer om inzetten van meer en langere treinen, perronverlenging, aanpassing van de beveiliging en een inhaalspoor bij station Driebergen-Zeist.

Het standpunt voorziet verder in een pakket maatregelen om de kwaliteit van de leefomgeving langs de spoorlijn te verbeteren. Gekozen is voor bronmaatregelen in plaats van hoge geluidsschermen om de geluidsoverlast langs de hele lijn terug te brengen. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om stillere treinen en maatregelen aan het spoor, zoals raildempers. Hiermee wordt tegemoet gekomen aan bezwaren van de omgeving tegen schermen. Op de Veluwe en Utrechtse Heuvelrug worden voor grotere dieren, zoals reeën, ecopassages aangelegd. Daarnaast worden langs de gehele lijn diverse kleinere voorzieningen aangebracht voor onder andere reptielen, amfibieën en dassen. Deze maatregelen worden genomen ter versterking van de ecologische structuur van deze natuurgebieden.

Ter bevordering van de doorstroming van zeer drukke kruisende wegen en ter verbetering van de veiligheid worden een aantal overwegen ongelijkvloers gemaakt. Het betreft overwegen in Bunnik, Driebergen en Maarsbergen. De veiligheid op de overige overwegen wordt geoptimaliseerd door het treffen van technische aanpassingen. Het kabinet kiest ervoor de huidige maximumsnelheid te handhaven. Investeringen om de snelheid te verhogen leveren slechts zeer beperkte reistijdwinst op, terwijl de kosten zeer hoog zijn. Op termijn is een verhoging tot 200 kilometer op de bestaande spoorlijn fysiek mogelijk, maar een besluit hierover hangt samen met landelijke besluitvorming over de verhoging van snelheid en de aanpassing van de energievoorziening op het gehele spoorwegnet.




2

Met de keuze voor betere benutting van het bestaande spoor, is er geen sprake meer van grootschalige ingrepen. Lokale plannen, die in het verleden ontwikkeld waren in samenhang met grootschalige spooraanpassing (spoorverdubbeling), zijn daarmee los komen te staan van de HSL- Oost. Het gaat bijvoorbeeld om lokale plannen in Maarn, Ede, Bunnik, Wolfheze en Duiven.

RVD, 15.06.2001