BIJLAGE 1
Informatiebeleid gemeenten
Gezamenlijke notitie VNG -SZW, vastgesteld tijdens bestuurlijk overleg 14 juni 2001
MANAGEMENTSAMENVATTING
Aanleiding
Op 14 juni 2001 vindt er een bestuurlijk overleg plaats tussen SZW en VNG. Eén van de
agendapunten is "informatiebeleid".
Al langere tijd leeft zowel aan de kant van VNG en de gemeenten als SZW de overtuiging dat er
meer samenhang moet worden gebracht in de verzameling van informatie door SZW bij gemeenten.
Wensen zijn: stroomlijning van de uitvraag bij gemeenten (betere onderlinge afstemming van de
verschillende monitoren en statistieken), minder "informatiedruk", recht doen aan de bestuurlijke
verhoudingen, actuelere informatie en afstemming van diverse initiatieven.
Naast deze algemene aanleiding, spelen ook enkele specifieke vragen rond de informatievoorziening
bij dossiers als Single Audit, Benchmark GSD'en, Agenda voor de toekomst en knooppunt
beleidsinformatie.
Doel van de te maken bestuurlijke afspraken op 14 juni is het scheppen van een kader en concreet
toekomstbeeld, op basis waarvan reële resultaten (met name dus: vermindering van informatiedruk
en actuelere informatie over gemeentelijke prestaties en inspanningen) te verwachten zijn.
Bestuurlijke afspraak VNG-SZW 14 juni 2001
SZW en VNG spreken af dat het doel op het gebied van informatieverzameling onderstaand
streefbeeld is. Het streefbeeld draagt bij aan de doelstellingen:
* vermindering van "informatiedruk" bij gemeenten;
* een actueler beeld van effectiviteit en inspanningen op gemeentelijk niveau.
Over tijdpad en de "weg naar" (projectopzet, instrumenten) het streefbeeld worden nadere
afspraken gemaakt.
Deze afspraak is overkoepelend voor het gehele informatiebeleid en vormt daarmee ook een kader
voor een aantal specifieke dossiers, zoals Single Audit, Benchmark, knooppunt beleidsinformatie,
onderzoek uitvoeringskosten, VBTB (van beleidsbegroting tot beleidsverantwoording) en monitoring
bestuurlijke afspraken Agenda voor de toekomst. In de notitie worden de consequenties voor deze
dossiers op hoofdlijnen uitgewerkt.
Het streefbeeld:
å SZW en VNG maken afspraken over een eenduidige set definities en indicatoren Deze
standaards gelden voor SZW en gemeenten, zowel bij de verzameling van informatie als bij
andere projecten;
ç Gemeenten leveren gegevens op gemeentelijk niveau aan SZW in een integraal bestuurlijk
"uitvoeringsverslag werk en inkomen". Hierin zit zowel verantwoordings- als beleidsinformatie
m.b.t. rechtmatigheid, doeltreffendheid en doelmatigheid over alle gemeentelijke sz-regelingen en
-uitvoering. Ieder kwartaal wordt, gelijk met de kwartaaldeclaratie, een selectie van het brede
verslag verstrekt (kernindicatoren rechtmatigheid en doeltreffendheid). Dit verslag maakt gebruik
van de onder 1 overeengekomen definities en indicatoren. Dat laatste geldt ook voor de
aanlevering van informatie via statistiek en monitoren op persoonsniveau.
1
é
De gegevens op gemeentelijk niveau worden zoveel mogelijk elektronisch verzameld, opgeslagen
en vervolgens voor meerdere doeleinden binnen SZW gebruikt. SZW en VNG maken afspraken
over gebruik (welke partij gebruikt welke gegevens en met welk doel?);
è Gemeenten leveren gegevens op persoonsniveau in de vorm van statistieken en monitoren. Deze
informatie wordt door gemeenten (net als in de bestaande situatie) aangeleverd aan bewerkers
(zoals CBS of bijvoorbeeld Research voor Beleid). Ten behoeve van analyse worden door
bewerkers aan SZW in het kader van het knooppunt beleidsinformatie bestanden aangeleverd,
waarin de persoonsgegevens zijn geanonimiseerd, d.w.z. in ieder geval zonder naam en
sofinummer. De bestaande statistieken en monitoren worden gestroomlijnd. Dat wil zeggen dat
ook hierop de overeengekomen standaards van toepassing zijn. Daarnaast worden de statistieken
en monitoren onderling afgestemd ter voorkoming van overlap en vermindering van
"informatiedruk" en wordt onderzocht waar betere afstemming op de informatiebehoefte en
procesgang van gemeenten nodig en mogelijk is;
ê SZW en VNG maken in een protocol afspraken rond aanvullende onderzoeken (aantallen,
spreiding e.d.);
ë Indien VNG, gemeenten of Stimulansz zelf informatie verzamelen, waarbij zij geen gebruik
(kunnen of willen) maken van de centraal verzamelde informatie, wordt (conform afspraak 1) de
informatie verzameld met gebruikmaking van de gezamenlijke standaards. Voorbeelden zijn
benchmark of eigen monitoring bestuurlijke afspraken door VNG. Het is de bedoeling dat op
termijn ook hier gebruik wordt gemaakt van de centraal verzamelde informatie, om
"informatiedruk" zoveel mogelijk te voorkomen. SZW en VNG spreken daarom af dat op een
nader te bepalen tijdstip een verdergaande samenvoeging van informatiestromen en breder
hergebruik van de verzamelde informatie wenselijk is.
Schematische weergave van het streefbeeld, waarbij de nummers corresponderen met bovenstaande
afspraken.
Gemeente
Uitvoering van werk en
inkomen ë
å
çInformatie op
gemeentelijk
niveau
Hergebruik informatie
set 1 door: ê
(gebruiker en * SZW (verschillende Eventueel
doel) rollen van beleid, van aanvulling door
toezichthouder, nader onderzoek
Centrale opslag financier); of met specifieke
set 2
(gebruiker en * Individuele gemeenten informatie, die
é doel) (vergelijking, t.b.v. alleen voor dat
bestuurlijke afspraken); doel interessant
ETCETERA * VNG en Stimulansz is.
(op termijn, zie punt 3)
è
Informatie op Koppeling in
persoonsniveau knooppunt
in statistieken beleidsinformatie
en monitoren
2
Gezamenlijke notitie VNG en SZW "Informatiebeleid gemeenten"
t.b.v. bestuurlijk overleg 14 juni 2001
Inhoud
1. Aanleiding
2. Doelstelling
3. Bestuurlijke verhoudingen
4. Uitgangspunten
5. Al eerder gemaakte bestuurlijke afspraken
6. Informatiebehoefte
7. Streefbeeld
8. Uitwerking streefbeeld
9. Gevolgen voor enkele concrete dossiers
10. Voorstel voor bestuurlijk afspraken op 14 juni
1. Aanleiding
Op 14 juni 2001 vindt er een bestuurlijk overleg plaats tussen SZW en VNG. Eén van de
agendapunten is "informatiebeleid".
Al langere tijd leeft zowel aan de kant van VNG en de gemeenten als SZW de overtuiging dat er
meer samenhang moet worden gebracht in de verzameling van informatie door SZW bij
gemeenten. Wensen zijn: stroomlijning van de uitvraag bij gemeenten (betere onderlinge
afstemming van de verschillende monitoren en statistieken), minder "informatiedruk", recht doen
aan de bestuurlijke verhoudingen, actuelere informatie en afstemming van diverse initiatieven.
Daarnaast spelen een aantal specifieke vragen op het terrein van informatiebeleid waarover
afspraken moeten worden gemaakt. Het betreft:
* de wijze waarop de bestuurlijke afspraken zullen worden gemonitored en geëvalueerd;
* de opzet en inhoud van de bestuurlijke verantwoording door gemeenten, inclusief de verdere
aanpak van het toezicht op de doeltreffendheid van de uitvoering (i.r.t. single audit, Suwi);
* de opzet van het knooppunt beleidsinformatie;
* de voortgang van het project Benchmark GSD'en.
Doel van de te maken bestuurlijke afspraken op 14 juni is het scheppen van een kader en
concreet toekomstbeeld, op basis waarvan reële resultaten (met name dus: vermindering van
informatiedruk en actuelere informatie over gemeentelijke prestaties en inspanningen) te
verwachten zijn. Ten aanzien van de bovengenoemde specifieke dossiers wordt daarmee ook een
lijn uitgezet die in een vervolgtraject nader moet worden uitgewerkt.
2. Doelstelling
De doelstelling van de op 14 juni 2001 te maken bestuurlijke afspraken tussen VNG en SZW is:
* Vermindering van de "informatiedruk" bij gemeenten. Met "informatiedruk" wordt bedoeld dat
gemeenten aangeven overvraagd te worden door SZW met onderling (qua inhoud en planning)
niet afgestemde monitoren en onderzoeken. Dit geldt voor alle soorten van informatie
(beleidsinformatie, toezichtsinformatie en verantwoordingsinformatie);
* Totstandkoming van een actueler en completer beeld van de uitvoering voor SZW op
gemeentelijk niveau, zowel betreffende rechtmatigheid als effectiviteit, over verschillende
regelingen en beleidsdossiers heen.
3
SZW en VNG maken om deze doelstellingen te bereiken afspraken over uitgangspunten (wat zijn
de kaders), streefbeeld (waar gaan we heen), uitwerking (wat betekent dat concreet), procedure
(hoe komen we er) en tijdpad (wanneer is welke mijlpaal bereikt).
3. Bestuurlijke verhoudingen
Bij de uitvoering van de gemeentelijke sociale zekerheid (bijstands- en arbeidsmarktbeleid) is
sprake van een medebewindsrelatie. Dit betekent dat zowel het Rijk als het gemeentebestuur
verantwoordelijk zijn, ieder voor verschillende elementen. Het is niet de bedoeling hier uitvoering
stil te staan bij de medebewindsrelatie. Slechts enkele belangrijke hoofdpunten, relevant in het
kader van het informatiebeleid, worden hier aangestipt.
Burgemeester en wethouders zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van regelgeving en de
ontwikkeling van aanvullend gemeentelijk beleid. Zij leggen daarover verantwoording af aan het
eigen gemeentebestuur.
De Minister van SZW is verantwoordelijk voor de ontwikkeling van rijksbeleid (wet- en
regelgeving) en voor de uitvoering op een landelijk niveau. Hij leg hierover verantwoording af aan
de Tweede Kamer. In het kader van deze verantwoordelijkheid houdt de Minister toezicht op de
uitvoering van de regelgeving door gemeenten.
Daarnaast is sprake van een financiële relatie tussen SZW en gemeenten op het gebied van
uitkeringslasten, kosten van gesubsidieerde arbeid en scholings- en activeringsinstrumentarium.
Momenteel is dat grotendeels een declaratie-relatie. Met de totstandkoming van het Fonds Werk
en Inkomen is deze relatie aan het veranderen.
Aan de uitgangssituatie van medebewind wordt niet getornd. Er zijn echter enkele tendensen
waarneembaar in de bestuurlijke relaties die van belang zijn voor het informatiebeleid. Dit zijn:
* SZW en gemeenten spreken elkaar steeds meer op het bestuurlijke niveau aan. Dit is zowel
waarneembaar bij de beleidsontwikkeling (bestuurlijke afspraken Agenda voor de toekomst
en uitwerking met individuele gemeenten, communicatie met bestuurders op SZW-
bijeenkomsten) als bij de toezichtrelatie (bestuurlijk verantwoordingsverslag, toezichtsoverleg);
* SZW en gemeenten willen zich meer richten op resultaten en inspanningen, dan alleen op een
rechtmatige uitvoering van de wet. Een duidelijk voorbeeld hiervan zijn de bestuurlijke
afspraken, maar ook een project als Benchmark GSD'en. De gemeentelijke en rijks-
toezichthouder vertalen dit in toezicht op doeltreffendheid en doelmatigheid. Het
informatiebeleid richt zich, in dit kader, op de vraag hoe resultaten en inspanningen zichtbaar
kunnen worden gemaakt;
* Het gemeentebestuur is verantwoordelijk voor de uitvoering van diverse regelingen en
aspecten van de sociale zekerheid. Samenwerking met partijen als CWI en
reïntegratiebedrijven is daarbij cruciaal. In die zin is de gemeente regisseur en moet door
samenhangend beleid over de hele breedte van het veld, de effectiviteit van de uitvoering
bevorderd worden. De vorming van een Fonds voor Werk en Inkomen beoogt deze
samenhang en effectiviteit te bevorderen. De Minister heeft vanuit zijn beleidsvormende en
toezichthoudende rol behoefte aan geïntegreerde informatie over het geheel aan gemeentelijk
beleid, inspanningen en resultaten met betrekking tot Werk en Inkomen;
* Meer en meer vindt centrale "facilitering" van de gemeentelijke uitvoering plaats. Dit gebeurt
door organisaties als Stimulansz en de VNG, maar ook door SZW zelf, onder meer in de
vorm van voorlichting, implementatiebegeleiding, subsidies en de zg. verbetertrajecten. Deze
facilitering betekent, deels vanwege een correcte verantwoording van besteding van
overheidsgelden, deels vanwege monitoring van voortgang van projecten, dat informatie over
4
resultaten en inspanningen van gemeenten gedurende de betreffende trajecten wordt
verzameld.
4. Uitgangspunten
Bij de vormgeving van het beleid rond informatie-verzameling worden de volgende uitgangspunten
gehanteerd:
A. De informatie-verzameling ten behoeve van SZW bij gemeenten moet, wat betreft vorm,
frequentie, inhoud en aggregatieniveau, aansluiten bij de bestuurlijke verhoudingen. Tussen
SZW en gemeenten is sprake van een medebewindsrelatie. Dit betekent ook dat er sprake
moet zijn van transparantie: gemeenten weten waar de minister de verstrekte informatie voor
gebruikt. Daarover worden afspraken gemaakt, vastgelegd in een protocol.
B. De verzameling van informatie gebeurt met zo min mogelijk administratieve lasten voor
gemeenten. Dit betekent onder meer:
* zoveel mogelijk aansluiten bij informatiebehoefte en processen gemeenten, waaronder
hergebruik van de interne gemeentelijke verantwoording voor verantwoording aan SZW;
* zoveel mogelijk eenmalige uitvraag, hergebruik binnen SZW voor meerdere doeleinden;
* gebruik van eenduidige definities van gegevens en prestatie-indicatoren, zowel over alle
geledingen van SZW als in afstemming met gemeentelijke projecten (zoals Benchmark en
productbegroting);
* de minister stelt informatie indien mogelijk weer voor eigen gebruik aan gemeenten ter
beschikking;
* informatie wordt zoveel mogelijk elektronisch verzameld en opgeslagen om hergebruik te
faciliteren.
Beslispunt 1:
Bestaat er tussen SZW en VNG overeenstemming over doelstelling en uitgangspunten zoals
hierboven omschreven?
5. Al eerder gemaakte bestuurlijke afspraken
Rond het informatiebeleid zijn in het recente verleden de volgende relevante bestuurlijke
afspraken gemaakt:
a. Standaardisatie: tijdens het reguliere bestuurlijk overleg van 14 juni 2000 is afgesproken (in
het "plan van aanpak standaardisatie informatisering GSD'en") dat VNG en SZW IN 2001
gezamenlijk zouden komen tot standaardisatie van de beleids- en managementsinformatie (in
aansluiting op maar breder dan de Abw gegevensset als onderdeel van het Suwi-
gegevensregister);
b. Inzichtelijk maken prestaties op gemeentelijk niveau: tijdens een extra bestuurlijk
overleg op 25 mei 2000 is (in het kader van het dossier FWI) afgesproken dat gewerkt zal
worden aan het inzichtelijk maken van gemeentelijke prestaties, zowel in beleids- als
verantwoordingsinformatie. Hiervoor zou afstemming ("stroomlijning") van deze
informatiestromen wel noodzakelijk zijn;
c. Koppelen van bestanden op persoonsniveau: eveneens bij de bespreking van het dossier
FWI is afgesproken dat - ten behoeve van het krijgen van stroominformatie over regelingen
heen en het onderzoeken (door micro-analyse) van welke personen worden bereikt met welke
budgetten en trajecten - in het Knooppunt beleidsinformatie bestanden op persoonsniveau
zouden worden gekoppeld. Dit zou ook een verdunning van de informatiestroom met zich
moeten meebrengen.
5
d. Bestuurlijke verantwoording en single audit: de afgelopen jaren zijn meerdere malen
afspraken gemaakt over de invoering van single audit en bestuurlijke verantwoording door
gemeenten. Gemeentebesturen zijn primair verantwoordelijk voor de uitvoering en het toezicht
daarop en zij verantwoorden zich hierover aan de minister.
6. Informatiebehoefte
A. SZW
De informatiebehoefte van SZW betreft in het algemeen:
* beleidsinformatie op persoonsniveau. De bestanden waar deze informatie in ligt opgeslagen
(bij de bewerker, voornamelijk CBS of Research voor Beleid) wordt op persoonsniveau
gekoppeld ten behoeve van stroominformatie/micro-analyse. Deze informatie wordt
bijvoorbeeld gebruikt voor ramingen;
* informatie op gemeentelijk niveau ten behoeve van toezichthouder, beleid en
verantwoording. Beleidsdirecties gebruiken deze informatie om een beeld van de uitvoering
te krijgen, (bestuurlijke) afspraken te monitoren of effectiviteit van beleid te beoordelen. De
toezichthouder gebruikt de informatie voor oordeelsvorming (waaronder vaststelling) of in
signalerende zin. Er is dus geen sprake van de beleidsmaker of de toezichthouder: beiden
hebben verschillende verantwoordelijkheden en taken waarvoor verschillende informatie
noodzakelijk is. De informatie die op gemeentelijk niveau aan SZW wordt geleverd, wordt
door het gemeentebestuur ter beschikking gesteld. Dit laatste is belangrijk, aangezien de
minister vooral een relatie met het gemeentebestuur heeft (afspraken, toezicht, mede-
verantwoordelijkheid voor de uitvoering, regierol gemeentelijk bestuur) en daarom dit
bestuur wil aanspreken;
* beleidsinformatie op een geaggregeerd niveau. Deze informatie wordt als macro-informatie
gebruikt voor beleidsontwikkeling en -evaluatie. Daarnaast wordt deze informatie
bijvoorbeeld ook gebruikt in de verantwoording door SZW aan het parlement.
SZW heeft dus vanuit verschillende rollen informatie op micro-, meso- en macro-niveau nodig.
Over de wijze waarop de informatie wordt gebruikt zullen met de VNG nadere afspraken
worden gemaakt. Het betreft dan met name informatie die voor oordeelsvorming noodzakelijk
is. Voor het overige zullen afspraken worden gemaakt over procedures, planning en definities.
Bij de verzameling en het gebruik van informatie op persoonsniveau zal de bescherming van
persoonsgegevens gewaarborgd moeten zijn. Hierover wordt met de Registratiekamer (die
hierop toezicht houdt) overlegd.
B. Gemeenten/VNG
Gemeenten en/of VNG hebben in het algemeen de volgende informatie nodig:
* Gemeenten hebben informatie nodig voor de sturing van en de controle op hun
uitvoeringsorganisatie. Voor het toezicht op de uitvoering zijn zij de eerstverantwoordelijke
partij (Single Audit). Het betreft management- en sturingsinformatie die voor een deel al is
terug te vinden in gemeentelijke beleidsplannen en -beleidsverslagen en in de monitor
Scholing en Activering.
* Individuele gemeenten zijn partner in de Agenda voor de toekomst. Dit betekent dat ook
voor hen informatie over de voortgang rond de resultaten van de bestuurlijke afspraken, en
de in dat kader gedane inspanningen, noodzakelijk is. Deze (monitor-) informatie is
dezelfde als waar SZW behoefte aan heeft;
* Veel gemeenten willen zich vergelijken met andere gemeenten, om te zien welke uitvoering
effectief en efficiënt is. Dit wordt gefaciliteerd door de Benchmark. De informatie die
hiervoor wordt verzameld vertoont een grote overlap met de informatie die gebruikt wordt
6
voor het monitoren van de voortgang van de Agenda voor de toekomst of het verkrijgen
van inzicht in de doeltreffendheid van de uitvoering.
* Als partner bij de afspraken in het kader van de Agenda voor de toekomst heeft ook de
VNG behoefte aan informatie over de voortgang en resultaten.
C. Conclusie
Er is een grote overlap in informatiebehoefte tussen SZW en gemeenten en VNG.
Beslispunt 2:
Bestaat er tussen SZW en VNG overeenstemming over de wederzijdse informatiebehoefte zoals die
hier op hoofdlijnen is omschreven?
7. Streefbeeld
SZW en VNG willen een "streefbeeld informatiebeleid" neerzetten, waarin bovenstaande
uitgangspunten worden geconcretiseerd en waarmee de doelstellingen worden behaald. Dit
streefbeeld is het eindplaatje en zegt op zich nog niets over tijdpad en procedures waarmee dit
wordt bereikt.
Het streefbeeld bestaat in hoofdlijnen uit de volgende delen:
1. helderheid over het aantal structurele "bevragingen", de wijze waarop deze onderling
samenhangen en de wijze waarop de informatie samenkomt binnen SZW;
2. helderheid over definities, prestatie-indicatoren en kwaliteitseisen (bijvoorbeeld bestuurlijk
geaccordeerd, door accountant onderzocht);
3. het realiseren van een meer actuele informatievoorziening;
4. een beeld van producten en de belangrijkste processen van de gemeentelijke sociale
zekerheid, als leidraad voor zowel SZW-projecten en informatiebeleid als gemeentelijke
projecten.
Schematisch wordt het streefbeeld als volgt weergegeven:
Indien afzonderlijke uitvraag, bijv. Gemeente door Benchmark, dan in ieder geval Uitvoering van werk en inkomen conform gezamenlijke definities. Op (afspraken over definities) termijn streven naar gebruik eenmalige uitvraag (dikke pijl).
Zoveel mogelijk eenmalige en
elektronische aanlevering van
gegevens aan op gemeentelijk niveau
aan SZW in een integraal
"uitvoeringsverslag werk en
inkomen".
Hergebruik informatie
set 1 door: Eventueel
(gebruiker en * SZW (verschillende aanvulling door
doel) rollen van beleid, van nader onderzoek of
toezichthouder,
Centrale opslag met specifieke
financier); informatie, die
(afspraken over gebruik, set 2
(gebruiker en * Individuele gemeenten alleen voor dat doel
kwaliteit, etc.) doel) (vergelijking, t.b.v. interessant is.
bestuurlijke afspraken);
ETCETERA * VNG en Stimulansz
(op termijn, zie punt 3)
Informatie op Koppeling in
persoonsniveau knooppunt
in statistieken beleidsinformatie
en monitoren
7
Beslispunt 3:
Bestaat er tussen SZW en VNG overeenstemming over het uiteindelijke streefbeeld, waarin
elementen als gezamenlijke definities, elektronische uitvraag en geprotocolleerd gebruik voor
meerdere doeleinden centraal staan?
8. Uitwerking streefbeeld
Het streefbeeld betekent dat SZW en VNG willen komen tot een informatieverzameling waarin
een integraal gemeentelijk (bestuurlijk) uitvoeringsverslag Werk en Inkomen met daarin ook
indicatoren rond effecten en prestaties over de verschillende gemeentelijke regelingen (voor zowel
beleid, verantwoording en toezichthouder), de primaire en belangrijkste informatiedrager is. Dit
uitvoeringsverslag bevat daarom naast informatie over de rechtmatigheid, ook informatie over de
doeltreffendheid en de doelmatigheid. Omdat een jaarlijks bestuurlijk uitvoeringsverslag niet
voorziet in de behoefte aan meer actuele informatie, wordt een selectie van kernindicatoren ieder
kwartaal door de gemeente verstrekt, bijvoorbeeld gelijk met de kwartaaldeclaratie. Dit
uitvoeringsverslag wordt idealiter elektronisch aangeleverd.
Om te zorgen dat in alle informatieverzamelingen en andere projecten (zowel door SZW als
gemeenten of centrale organisaties uit te voeren) dezelfde kaders wordt gebruikt, wordt, aan de
hand van een gezamenlijk beeld over producten en processen van gemeenten, een
"woordenboek" opgesteld. Dit "woordenboek" bevat niet alleen definities van gegevens (in
aanvulling op het Suwi-gegevensregister), maar ook definities van prestatie- en
inspanningsindicatoren, kwaliteitseisen, gebruik door de verschillende partijen, het instrument
waarmee de informatie wordt verzameld, etc.
Een protocol rond het uitvoeren van ad-hoc onderzoeken (aantallen, spreiding over gemeenten,
communicatie en overleg etc.) zorgt ervoor dat de "informatiedruk" op gemeenten afneemt.
Een gezamenlijke informatie-regulering (vorm nog nader overeen te komen) waarborgt dat de
gemaakte afspraken worden geëffectueerd.
9. Gevolgen voor enkele concrete dossiers
Naast deze algemene uitwerking van het streefbeeld, zijn er ook gevolgen voor individuele
dossiers. Voor de dossier Single Audit, Benchmark, Knooppunt Beleidsinformatie, monitoring
bestuurlijke afspraken Agenda voor de Toekomst en VBTB (van beleidsbegroting tot
beleidsverantwoording) wordt dit hieronder op hoofdlijnen toegelicht, hetgeen niet betekent dat er
geen andere dossiers zijn waar de te maken bestuurlijke afspraken gevolgen voor hebben.
* Single Audit. Het bovenstaande betekent voor Single Audit:
het verbeteren van inzicht in prestaties (zowel ten behoeve van bijvoorbeeld monitoren van
bestuurlijke afspraken als ten behoeve van toezicht op doeltreffendheid) wordt
vormgegeven door verbreding van het huidige verantwoordingsverslag naar een integraal
bestuurlijk uitvoeringsverslag. Hierin worden daarom ook indicatoren betreffende prestaties
en effecten worden opgenomen, die zowel aan de gemeentelijke als de rijkskant door
beleid en toezichthouder kunnen worden gebruikt. Het bepalen van deze indicatoren is
daarmee geen integraal onderdeel van het Single Audit-project. Er zal wel een bijdrage
vanuit Single Audit worden gevraagd.
de verbreding van het huidige verantwoordingsverslag rechtmatigheid naar andere
regelingen (WIW, WSW) wordt doorgezet;
* de implementatie-activiteiten van het project "single audit. Kwaliteit in controle" zullen
worden gecontinueerd. Dit project is gericht op het ondersteunen van gemeenten bij de
vormgeving van hun toezichtsverantwoordelijkheid. Inzet is om gemeenten een
8
referentiekader te bieden voor gegevensvastlegging t.b.v. sturing en controle,
kwaliteitsborging in de organisatie, opzet van interne controle en bijsturing en
verantwoording aan raad en de minister van SZW. Op basis van de uitkomsten van de
eerste monitor (binnen enkele weken) zal de ambitie voor 2002 en verder kunnen worden
bepaald. Op dit moment is het project beperkt tot de rechtmatigheid van de uitvoering.
Afstemming van het project op andere initiatieven gericht op informatie- en kwaliteitsbeleid
bij gemeenten (benchmark, productbegroting, statistiekapplicatie ed.) is gewenst;
* Benchmark sociale diensten
* de te maken afspraken omtrent definities van gegevens, prestaties en producten zullen ook
voor dit project gelden;
* het is denkbaar dat op termijn de Benchmark afnemer wordt van de centraal verzamelde
gegevens, waarna de Benchmark aanvullend extra gegevens kan verzamelen.
* Knooppunt beleidsinformatie
Dit project (koppelen beleidsinformatie op persoonsniveau) wordt doorgezet met
inachtneming van onderhavige afspraken rond verzameling en gebruik van informatie. Dit is in
lijn met eerdere bestuurlijke afspraken (mei 2000) rond FWI. Door een afstemming van
definities en stroomlijning van de uitvraag wordt de kans op een succesvolle implementatie
vergroot. Afspraken en waarborgen rond bescherming van persoonsgegevens zijn daarbij
vereist.
Bestuurlijke afspraken
De VNG en minister hebben de agenda voor de toekomst ondertekend. Voor een aantal
grote gemeenten is dit inmiddels uitgewerkt in concrete bestuurlijke afspraken. Inzet is om de
gemeentelijke informatieverstrekking over de realisatie van deze afspraken onderdeel te
maken van de informatievoorziening zoals die hier geschetst is;
* VBTB
Met ingang van 2002 worden de SZW-begroting en -verantwoording meer beleidsmatig
ingevuld. Doelstellingen en daaraan verbonden prestaties, instrumenten en budgetten worden
daarbij met elkaar verbonden en per beleidsartikel aangegeven. Op deze wijze wordt
financiële informatie gekoppeld aan input en output zodat een integraal beeld ontstaat. Dit sluit
aan bij de beoogde omvorming van de financiële verantwoording van gemeenten tot een
integraal bestuurlijk uitvoeringsverslag werk en inkomen. Deze VBTB-aanpak is uitdrukkelijk
een groeiproces, waarbij jaarlijks wordt aangegeven in de begroting welke verbeteringen -
zoals in de informatievoorziening- worden nagestreefd.
De prestatiegegevens voor begroting en verantwoording, die zijn en worden ontwikkeld om de
doelstellingen te kunnen kwantificeren en de realisaties te kunnen meten, vormen input voor
een eenduidige set van definities en prestatie-indicatoren.
Andersom zullen kengetallen en gegevens over prestaties en effecten van gemeenten, op een
geaggregeerd niveau, worden gebruikt als onderbouwing van de SZW-begroting en -
verantwoording.
Beslispunt 4:
Bestaat er tussen SZW en VNG overeenstemming over deze uitwerking van het streefbeeld, zowel
om algemene zin (de totstandkoming van een bestuurlijk integraal uitvoeringsverslag Werk en
Inkomen) als wat betreft de genoemde dossiers?
10. Voorstel voor bestuurlijk afspraken op 14 juni
Gelet op bovenstaande doelstellingen, uitgangspunten en het gezamenlijke streefbeeld, spreken
SZW en VNG het volgende af:
9
* Er wordt een project ingericht;
* In het project participeren SZW (trekker) en VNG; er wordt voorzien in een klankbordgroep
met gemeentelijke vertegenwoordigers;
* De minister is opdrachtgever;
* SZW en VNG stellen een gezamenlijke stuurgroep in;
* Eerste taak van het project is om bovengenoemd streefbeeld uit te werken en een projectplan
op te stellen. Hierin worden ook tijdpad, groeipad, kosten, procedures, producten,
implementatie en communicatie uitgewerkt;
* Het project zal een voorstel doen over de wijze waarop in de toekomst de nakoming en
voortzetting van de afspraken kan worden bewaakt;
* Doel moet zijn om nog in 2001 concrete producten op te leveren. Resultaten moeten zo snel
mogelijk, maar in ieder geval vanaf 2002 merkbaar zijn.
Beslispunt 5:
Bent u het eens met de voorgestelde afspraken omtrent de inrichting van een project?
10