Tsjaad-Kameroen Pijplijn
Straatsburg, 14 juni 2001
Internationale financiële steun aan het Tsjaad-Kameroen pijplijnproject zou moeten worden heroverwogen en zelfs stopgezet als een verbetering in de mensenrechtensituatie nog langer uitblijft.
Dit bepleitte Max van den Berg, vice-voorzitter van de Commissie ontwikkelingssamenwerking, tijdens een debat vandaag in het Europees Parlement over vermeende fraude bij de recente verkiezingen in Tsjaad. Tijdens de verkiezingen waren intimidatie en geweldplegingen tegen vertegenwoordigers van de oppositie schering en inslag. Daarnaast zou de regering internationale hulpgelden bestemd voor de financiering van de pijplijn hebben aangewend voor electorale doeleinden.
Het Europees Parlement eist in een vanddaag goedgekeurde resolutie een streng optreden tegen leger en politie die zich aan schendingen van de mensenrechten hebben schuldig gemaakt. Daarnaast moeten de regering van Tsjaad, maar ook de Wereldbank en de Europese Investeringsbank, opheldering verschaffen over het misbruik van internationale gelden die voor de financiering van de pijplijn waren bestemd.
Nederlandse PES-Eurofractievoorzitter van den Berg wil dat ook
multinationale oliemaatschappijen hun verantwoordelijkheid nemen en
dringt aan op een gedragscode tussen internationale instellingen
(Wereldbank, EU) en deze maatschappijen, waarin deze zich committeren
aan voorwaarden voor maatschappelijk verantwoord ondernemen.
"De ondertekening van deze gedragscode is een minimale voorwaarde voor
multinationals om te mogen deelnemen aan projecten in
ontwikkelingslanden, die worden medegefinancierd door publieke
middelen", aldus Max van den Berg.