Ministerie EZ


FINANCIËLE STEUN AAN DOOR VUURWERKRAMP ENSCHEDE GEDUPEERDE ONDERNEMERS

Datum: 14-06-2001

De leden van de Tweede kamer Van den Doel en Voûte-Droste (beiden VVD) hebben aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de staatssecretaris van Economische Zaken op 31 mei 2001 de volgende schriftelijke vragen gesteld.


1 Bent u bekend met het artikel 'Ondernemers willen snel voorschot zien'? 1)


2 Zo ja, waarom is er tot op heden nog maar een klein deel van de totale financiële steun uitgekeerd aan de door de vuurwerkramp gedupeerde ondernemers in Enschede?


3 Heeft de trage afwikkeling van de financiële schade geleden door ondernemers te maken met de werkwijze en de opstelling van het bureau LASER?


4 Wanneer kunnen de gedupeerde ondernemers de beloofde financiële steun tegemoet zien?


5 Kunt u garanderen dat door de trage afwikkeling van de financiële schade bedrijven niet in onoverkomelijke financiële problemen geraken waarbij de voortzetting van het bedrijf gevaar loopt?


6 Wilt u de vragen binnen één week beantwoorden?



1) Telegraaf, 25 mei jl.


De staatssecretaris van Economische Zaken, drs. G. Ybema, heeft deze vragen, mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties als volgt beantwoord.


1 Ja.



2 Zie antwoord bij vraag 3.



3 Op 1 januari 2001 is de Regeling tegemoetkoming schade ondernemingen vuurwerkramp Enschede, opgesteld door de Stichting Financiële Hulpverlening Vuurwerkramp, formeel van kracht geworden. De maanden daarna heeft het bestuur van de Stichting de regeling echter opnieuw ter discussie gesteld bij het Ministerie van Economische Zaken m.b.t. interpretatie van de te hanteren voorwaarden. Hierdoor is de uitvoering enigszins onder druk komen te staan. Dit neemt niet weg dat per

1 januari 2001 gestart is met de registratie van de getroffen ondernemers. Na deze registratie is het Bureau Coördinatie Experts (BCE) gestart met taxatie van de schade. Vanaf dat moment waren gedupeerde ondernemers in de gelegenheid om een aanvraag in te dienen.

Op 12 april 2001 heeft LASER de eerste 19 aanvragen ontvangen ter verdere afhandeling. In de weken daarvoor was LASER in vijf gevallen al tot een voorschotbetaling overgegaan ter grootte van NLG 240.000,-.
Op het moment van publicatie van het bewuste artikel in de Telegraaf (25 mei 2001) waren 56 aanvragen ontvangen. Ruim een derde deel hiervan is inmiddels afgehandeld (uitbetaald: NLG 1 miljoen). Het resterende deel is nog in behandeling.

De voortgang van de afhandeling van de aanvragen is mede afhankelijk van de beschikbaarheid van jaarstukken en andere financiële stukken van gedupeerde ondernemingen. Aangezien deze stukken niet altijd bij de aanvraag zijn gevoegd, heeft dit een vertragende werking op de afhandeling.


4 Indien een aanvrager alle benodigde gegevens en documenten behorende bij de aanvraag heeft aangeleverd, vindt afhandeling van de aanvraag binnen enkele weken plaats.


5 In de regeling is een voorschot-procedure opgenomen. Iedere ondernemer kan van deze mogelijkheid gebruik maken, om niet in financiële problemen te geraken. Tot nu toe is daarvan 15 maal gebruik gemaakt. Aan voorschotten is een bedrag van ruim
NLG 0,5 miljoen uitbetaald.