Nieuwsberichten
Helden keren terug uit de Hoorn van Afrika
14-06-2001
Na zes maanden gebivakkeerd te hebben in de uitgestrekte vlaktes van Eritrea, waren de mariniers van de Charlie-compagnie zich vandaag er ter dege van bewust dat ze terugwaren in het drukke Nederland. Met een uur vertraging kwamen de mannen vanmiddag dan toch eindelijk aan op de Van Braam Houckgeestkazerne te Doorn. Onder muzikale begeleiding van de Marinierskapel der Koninklijke Marine en de Tamboers en Pijpers en luid gejuich van familie en vrienden betrad de compagnie het exercitieterrein.
De minister van Defensie, mr. F.H.G. de Grave, geflankeerd door de bevelhebber der zeestrijdkrachten, vice-admiraal C. van Duyvendijk en de commandant Korps Mariniers, generaal-majoor E.C. Klop, sprak de mannen kort toe. De eerste zin: Mannen welkom thuis!, ontlokte direct een luid gejuich van de wachtende familieleden. In enkele zinnen bedankte de minister de mariniers voor hun inzet en voor het gedegen vervullen van een zware opdracht. De Nederlandse samenleving is trots op wat u in Afrika heeft gepresteerd.
Na deze woorden liet hij de familie niet langer wachten en gaf hij opdracht aan de compagniescommandant, majoor der mariniers Bas Brust, om zijn eenheid af te melden. Nauwelijks waren de mannen afgemeld of de eerste familieleden renden het terrein op om hun geliefde in de armen te vallen. Marinier Alexander Lamp sluit zijn anderhalf jaar oude dochtertje Zoë en zijn vriendin Barbara met een grote grijns in zijn armen. Het is geweldig fijn om weer thuis te zijn, spreekt hij met de kleine op zijn arm. Ook vader en moeder Broere hebben hun zoon weer gevonden. Met name hond Boris is blij om zijn baasje weer te zien. We hebben hier erg naar toe geleefd, verteld de trotse vader van marinier-1 Pascal Broere. Maar we hebben ook erg meegeleefd en zijn zeer nauw betrokken geweest bij het thuisfront. We hebben geholpen bij de familie contactdagen die zijn georganiseerd en ik heb in de redactie gezeten van de nieuwsbrief.
Dan is het toch echt tijd voor de mannen van de Charlie-compagnie om, na zes maanden van vredestaken in May Mine in Eritrea, naar huis te gaan en te genieten van een welverdiend verlof.