Informatie voor de pers. Vrije Universiteit Amsterdam.
14/06/2001
Filosoof Wijsbek: "Nederlands euthanasiebeleid is juist"
Na een discussie over normatieve vraagstukken zoals euthanasie kun je,
anders dan vaak gedacht, wel degelijk tot een conclusie komen die meer
is dan een persoonlijke mening. Namelijk dat euthanasie onder bepaalde
voorwaarden geoorloofd is. Dat zegt Henri Wijsbek in zijn proefschrift
Taking lives seriously. Philosophical issues in the dutch euthanasia
debate, waarop hij op maandag 25 juni promoveert aan de Faculteit der
Wijsbegeerte van de VU. Hij concludeerde ook dat de twee belangrijkste
voorwaarden waaronder euthanasie in Nederland mag plaatsvinden u er
moet sprake zijn van ondraaglijk uitzichtloos lijden én het verzoek om
euthanasie moet vrijwillig en weloverwogen zijn gedaan u de juiste
zijn.
De bekende bioloog Ronald Plasterk schreef eens in een column: "Je
kunt niets wéten over goed en slecht, alleen maar vinden." Veel andere
wetenschappers zijn het met hem eens. Henri Wijsbek niet. "Als je
luistert hoe rechters en ethici praten over euthanasie", zegt hij,
"dan hoor je dat ze argumenten gebruiken. Argumenten die toetsbaar
zijn, die sterk of zwak zijn. Daarmee kun je mensen overtuigen. Harde
bewijzen heb je weliswaar niet in de ethiek, maar dat geldt ook voor
empirische wetenschappen. Echte bewijzen bestaan alleen in de
wiskunde."
Het staat vast dat lijden subjectief is. De meeste mensen zeggen dat
daarom alleen de patiënt zelf kan beoordelen of het lijden ondraaglijk
is. Sommigen concluderen daaruit dat de patiënt altijd zelf over zijn
leven moet kunnen beschikken; anderen zeggen juist dat ondraaglijk
lijden daarom geen basis voor het besluit van euthanasie kan zijn,
omdat het de arts reduceert tot een doorgeefluik van dodelijke
middelen.
Wijsbek denkt echter dat wel degelijk anderen dan de patiënt zelf,
familieleden en artsen bijvoorbeeld, kunnen oordelen over de
ondraaglijkheid van het lijden. Door goed kijken en luisteren krijgen
ze een idee van wat iemand voelt en op basis van kennis over de
persoon kunnen ze beoordelen of dat lijden draaglijk is voor deze
patiënt. Volgens Wijsbek is lijden dus toegankelijker voor derden dan
de meeste mensen denken. Dat maakt het redelijk om op basis van
ondraaglijk lijden euthanasie toe te staan. In gesprekken kunnen
artsen en patiënten samen tot de conclusie komen dat het lijden
inderdaad ondraaglijk en uitzichtloos is en dat het verzoek, mits
vrijwillig en weloverwogen u begrippen die Wijsbek in zijn
proefschrift ook tegen het licht houdt, daarom ingewilligd mag worden.