Sanering grond fascinatio goed uitgevoerd
Eind mei heeft de DCMR, namens Gedeputeerde Staten van
Zuid-Holland, de gemeente Capelle aan den IJssel officieel laten
weten dat de grond van fase I van de nieuwbouwwijk Fascinatio op de
juiste wijze is gesaneerd. Dit betekent dat de verontreiniging is
geïsoleerd en dat de grond geschikt is voor woningbouw. Voor de
projectontwikkelaars staat nu het licht op groen om daadwerkelijk
te beginnen met de bouw van de eerste 200 woningen. Bovendien
kunnen de gronden worden verkocht en in eigendom worden
overgedragen aan de kopers.
De grond onder de nieuwbouwwijk Fascinatio bestaat uit
verontreinigde baggerspecie. Deze baggerspecie komt grotendeels uit
de Rotterdamse havens en is in de jaren 60 en 70 op het terrein
gestort. De specie bestaat uit fijn zand en klei. Door lozingen van
afvalstoffen in de stroomgebieden van de Rijn en de Maas, inclusief
de havens, is deze baggerspecie verontreinigd geraakt. De
verontreiniging heeft zich met name aan de kleinere kleideeltjes
gehecht.
De verspreidingsmogelijkheden van de verontreinigende stoffen in de
baggerspecie zijn klein. Dit komt onder andere doordat de stoffen
die in de baggerspecie terecht zijn gekomen slecht oplosbaar zijn
in water. Daarnaast is de baggerspecie erg compact. Hierdoor laat
de baggerspecie maar moeilijk water en gassen door. De
verontreinigde stoffen zitten als het ware opgesloten in de specie.
Sanering
Bij Fascinatio is voor een saneringsmethode gekozen die leidt tot
isolatie en beheersing van de verontreiniging, door middel van een
leeflaag. De dikte van de laag is vooral afhankelijk van de diepte
van de wortels van --bomen en planten en de diepte van de kabels en
leidingen. De wortels mogen de vervuilde grond niet bereiken en de
kabels en leiding moeten in schoon zand liggen. De provincie
Zuid-Holland schrijft bij locaties met een woonbestemming een
leeflaag met een dikte van minimaal 1,20 meter voor.
Leeflaag
Bij Fascinatio is gekozen voor een leeflaag van 1,30 meter dikte
opgebouwd uit verschillende lagen. De onderste laag (van grof zand)
is ongeveer 20 centimeter dik. In deze laag ligt een
drainagesysteem. Dankzij dit drainagesysteem wordt de
grondwaterstand in het gebied beheerst en de baggerspecie nat
gehouden. Dit om gasvorming uit de baggerspecie tegen te gaan. De
tweede laag, die uit zand en verharding bestaat, is 1,10 meter dik.
Omdat het grondwaterpeil op 1 meter diepte staat dus nog in de
schone zandlaag zullen de wortels van bomen en planten niet met de
vervuilde specie in aanraking komen. Omdat daarnaast alle leidingen
en kabels in deze schone laag liggen, blijft de vervuilde specie
ook bij onderhoudswerkzaamheden onaangetast. Waar zich de tuinen en
openbaar groen bevinden, komt teelaarde. Met zon 30 centimeter is
de teelaarde dik genoeg voor bomen en planten. Waterdichte klei
(dikte 50 centimeter) op de bodems en zijkanten van de singels
voorkomt dat het oppervlaktewater met de specie in aanraking komt.
Rapporten ter inzage
Het rapport Verslag bodemsanering van 10 mei 2001 en Onderzoek
schone grond in de leeflaag van 3 mei 2001 liggen bij het
Informatiecentrum in het gemeentehuis en bij het Infocentrum
Fascinatio ter inzage. Op basis van deze rapporten wordt
geconcludeerd dat de bodemsanering van fase 1 heeft plaatsgevonden
conform de criteria van de Wet Bodembescherming en het provinciaal
bodemsaneringbeleid. Dit betekent dat de grond geschikt is voor de
bestemming die hiervoor gedacht is, te weten: wonen.
Nazorg
In het saneringsplan van december 1997 is een beknopt nazorgplan
opgenomen. Na afronding van de sanering van het hele gebied wordt
er een uitgebreid nazorgprogramma opgesteld. In dit programma wordt
onder andere aandacht besteed aan de gebruiksbepalingen die op de
locatie gelden. Zo mogen de toekomstige bewoners bijvoorbeeld geen
vijver van 1,5 meter diepte aanleggen. Ook staat in dit plan hoe de
controle van de leeflaag en de werking van het
grondwaterbeheerssysteem is geregeld.