Erasmus Universiteit Rotterdam

20 juni 2001

Samenvatting proefschrift mw. M.L. Lourens

COPD is de afkorting van chronic obstructive pulmonary disease, in het Nederlands chronisch obstructief longlijden genoemd. Wereldwijd is COPD doodsoorzaak nummer vijf, naar verwachting van de wereldgezondheidsorganisatie zal dit binnenkort nummer drie zijn. Onder COPD vallen de overlappende ziektebeelden chronische bronchitis en longemfyseem. De voornaamste oorzaak van COPD is roken. Patiënten met COPD hebben last van benauwdheid, hoesten en veel slijm. Het longweefsel van COPD patiënten is verslapt, waardoor de luchtwegen tijdens de uitademing samenvallen en de uitademing moeizaam is. Bij patiënten met ernstig COPD is acute ademnood een veel voorkomende, vaak levensbedreigende complicatie die alleen met kunstmatige beademing kan worden behandeld. Echter doordat tijdens de uitademing de slappe luchtwegen samenvallen, zijn patiënten met COPD vaak moeilijk te beademen en te ontwennen van de beademing en lopen zij het risico chronisch afhankelijk te worden van kunstmatige ademhalingsondersteuning.

De promovenda richtte zich op de vraag hoe in de kliniek op eenvoudige wijze ademmechanica (longfunctie) kan worden bepaald bij beademde patiënten met COPD. Tevens verrichtte zij onderzoek naar verbetering van de verstoorde ademmechanica bij patiënten met COPD tijdens beademing en ontwennen van de beademing.

De twee centrale vragen van het onderzoek waren: 1) Hoe kunnen we in de kliniek op eenvoudige wijze ademmechanica (longfunctie) bepalen bij beademde patiënten met COPD? 2) Is het mogelijk om de verstoorde ademmechanica te verbeteren bij patiënten met COPD tijdens beademing en ontwennen van de beademing?

Om de eerste vraag te beantwoorden hebben we gezocht naar een manier om op kwantitatieve en objectieve wijze de uitademing te beschrijven. Dit hebben we gevonden in de expiratoire tijdsconstante. Deze tijdsconstante geeft informatie over de slapheid van de longen, de weerstand tijdens de uitademing en de tijd die ingesteld moet worden op het beademingsapparaat om adequaat uit te ademen. Het voordeel van de tijdsconstante is dat het een simpele bepaling is zonder dure apparaten en de patiënt er niets van merkt.

Om de tweede vraag te beantwoorden hebben we gebruik gemaakt van een mechanisme dat vaak gezien wordt bij patiënten met COPD; uitademen met de lippen bijna op elkaar geknepen. Door tijdens het uitademen een druk op te bouwen in de mond gaat de uitademing iets beter. Omdat beademde patiënten een buis in hun keel hebben, kunnen zij hun lippen niet samenknijpen. Door het opleggen van weerstanden tijdens de uitademing hebben wij geprobeerd dit door geknepen lippen uitademen na te maken. Het resultaat was dat het samenvallen van de luchtwegen werd verminderd. Echter een gunstig effect op het zuurstof -en kooldioxidegehalte in het bloed kon niet worden aangetoond. De conclusie luidde dat wij nog niet in staat waren een weerstandsysteem te ontwikkelen dat zo perfect werkte als het door de natuur geregelde door geknepen lippen uitademen.

e-mail: mslourens@wsx.nl