PERSBERICHT
Stichting Natuur en Milieu positief
over beleidsvernieuwing in NMP4
Utrecht, 13 juni 2001
Stichting Natuur en Milieu is positief over de nieuwe
aanpak van het milieubeleid in het Nationale
Milieubeleidsplan 4 (NMP4). Minpunten zijn de wankele
financiering en het ontbreken van concrete tussentijdse
doelstellingen. Bovendien kan het NMP4 alleen slagen als
het de leidraad wordt voor het gehele kabinetsbeleid.
De grote milieuproblemen, zoals verlies aan biodiversiteit,
klimaatverandering, overexploitatie van natuurlijke hulpbronnen
en de achteruitgang van de leefomgeving blijken niet te worden
opgelost met de huidige aanpak. Barrières zijn het korte termijn
denken bij bedrijven en politiek, de verkokering van het
overheidsbeleid, milieuschadelijke overheidsinvesteringen en het
ontbreken van financiële prikkels. Pronk wil de barrières
opruimen door de sturende rol van de rijksoverheid sterk te
verzwaren, onder meer op het vlak van voorzorg, normstelling,
wetgeving, handhaving en financiële prikkels. Belangrijk element
is ook dat het Rijk partijen bij elkaar gaat brengen en steunen
die concreet aan de omslag willen werken naar bijvoorbeeld de
duurzame energievoorziening en de duurzame landbouw.
Het NMP4 maakt een begin met de nieuwe aanpak. Er is echter
nog veel werk aan de winkel om de beleidsvoornemens te
concretiseren en te effectueren. De financiering is nog niet
verzekerd en de financiële prikkels worden alleen maar
genoemd en niet uitgewerkt.
Die financiële prikkels, volgens het principe 'de vervuiler
betaalt', zijn cruciaal. Door middel van heffingen, belastingen en
handel in emissies wil het NMP4 de milieukosten daadwerkelijk
verdisconteren in de prijzen van producten en diensten. Hopelijk
leidt dit snel tot concrete besluiten over bijvoorbeeld het heffen
van de Regulerende Energiebelasting op energiegebruik door de
industrie, en over eerlijke voedselprijzen ter stimulering van de
biologische landbouw.
Volgens Natuur en Milieu zijn meer overheidsinvesteringen nodig
om de omslag naar een duurzame landbouw en
energievoorziening te stimuleren. Daartoe dienen de criteria voor
bestemming van de ICES-gelden te worden verruimd en is
aanpassing nodig van de nu veel te magere rijksbegroting op het
punt van natuur en milieu.
Het NMP4 reikt tot 2030. De eerder voor 2010 gestelde
milieudoelen zijn niet echt gewijzigd, behalve die voor verzuring
en geluid die nota bene slapper worden. Het realiseren van de
doelstellingen is dubieus. In het NMP4 ontbreken namelijk
heldere tussendoelstellingen en maatregelen die het eindplaatje
van 2030 terugvertalen naar de korte termijn. Zonder deze zal
ook de nieuwe aanpak niet resulteren in het beoogde schonere
milieu.
Nadere inlichtingen:
Jan Henselmans, tel. 030-2331328 (privé 0343-516749)
Marijke Brunt, tel. 030-2331328 (privé 030-2316169)