http://www.minbuza.nl/content.asp?Key=416707
Ontwikkelingssamenwerking
Persbericht nr. 073
Datum: 11-6-2001
Notitie over Nederlandse hulp aan Palestijnse Gebieden
De Nederlandse hulp aan de Palestijnse gebieden zal de komende tijd worden geconcentreerd op de thema´s goed bestuur, mensenrechten en vredesopbouw (GMV). De feitelijke situatie in het Midden-Oosten rechtvaardigt het om de als aanvankelijk tijdelijk bedoelde ontwikkelingsrelatie met deze gebieden om te zetten in een langduriger betrokkenheid van Nederland. De Palestijnse Gebieden worden toegevoegd aan de lijst van landen, waarmee Nederland langdurig samenwerkt op GMV-gebied. Behalve via de Palestijnse autoriteit (PA) zal Nederland het ontwikkelings- en vredesproces ook ondersteunen via niet-gouvernementele en multilaterale kanalen.
Minister Herfkens (Ontwikkelingssamenwerking), schrijft dit in een notitie over het hulpprogramma in de Palestijnse Gebieden, die heden naar het parlement is gestuurd. In de notitie zet zij uiteen hoe de Nederlandse ontwikkelingssamenwerking op de meest effectieve wijze kan bijdragen aan een grotere transparantie van bestuur, maar ook aan het welslagen van het vredesproces en het creëren van een draagvlak voor een vredesakkoord. Nederland blijft de internationale inspanningen om bij te dragen tot een regeling voor het conflict ondersteunen. Hulp bij de economische, sociale en bestuurlijke opbouw in de Palestijnse Gebieden en leniging van de humanitaire nood in de gebieden blijft hiervan een onontbeerlijk onderdeel.
Aanvankelijk werd ervan uit gegaan dat de Nederlandse hulp aan de
Palestijnse gebieden tijdelijk van aard zou zijn. Na de ondertekening van de
akkoorden van Oslo in 1993 had de internationale gemeenschap zich
gecommitteerd aan de ondersteuning van het vredesproces. Het leggen van een
basis voor een levensvatbare Palestijnse samenleving door het op gang
brengen van duurzame economische ontwikkeling werd gezien als een vereiste
voor het bereiken van duurzame vrede en was voor Nederland de centrale
doelstelling van de hulprelatie.
De afgelopen jaren was de hulp gericht op de sectoren water, basisonderwijs,
landbouw en de thema´s gender en GMV. In een evaluatie van de Inspectie
Ontwikkelingssamenwerking en Beleidsevaluatie (IOB) was reeds de aanbeveling
gedaan het Nederlandse hulpprogramma meer te richten op het laatstgenoemde
thema, omdat de zwakke organisatie van bestuur en rechtsstelsel een ernstige
belemmering vormden voor de opbouw van de maatschappij en voor de
coördinatie van de internationale hulp. De IOB bepleitte voorts de relatie
gepaard te laten gaan met een kritische dialoog met Israël.
Bepalend voor de effectiviteit van het programma en de duurzaamheid van de
hulpresultaten zijn het functioneren van de Palestijnse Autoriteit (PA) en
het Israëlische beleid. Maatregelen om de effectiviteit van de hulp te
vergroten zijn dan ook slechts zinvol als deze gericht zijn op zowel de
interne als externe factoren. Minister Herfkens zal de kritische dialoog met
de PA over goed bestuur, mensenrechten en democratisering de komende tijd
intensiveren en meer prioriteit te geven aan donorcoördinatie. De dialoog
met de PA zal worden geflankeerd door interventies, gericht op de externe
factoren. Nederland zal, al dan niet in EU-verband, met Israël blijven
overleggen erop aandringen de beperkende maatregelen op de Palestijnse
ontwikkeling op te heffen.
De tekst van de notitie ´De Nederlandse ontwikkelingssamenwerkingsbijdrage
aan de Palestijnse Gebieden´ is te vinden op de internet site van het
ministerie van Buitenlandse Zaken:
www.minbuza.nl
onder Actualiteiten, Brieven aan het Parlement. Contactpersoon: Hans
Janssen, Directie Voorlichting en Communicatie: tel. 070-3486072.
===