MKB Nieuws, bericht
11-06-2001
Verlaging Vennootschapsbelasting goed, maar doel heiligt niet de
middelen
Het vandaag (maandag 11 juni) door de commissie Van Rooy
gepresenteerde plan om de Vennootschapsbelasting te verlagen van 35%
naar 30% bevat een aantal onevenwichtigheden, die bij MKB-Nederland op
bezwaren stuiten. Voorgesteld wordt om een deel van de verlaging - die
5 miljard gulden kost - door het bedrijfsleven zelf te laten betalen.
MKB-Nederland is een groot voorstander van een substantiële verlaging
van de Vennootschapsbelasting, maar vreest dat het midden- en
kleinbedrijf, dat voor één derde verantwoordelijk is voor de totale
opbrengst van de Vennootschapsbelasting, door de keuzes van het
rapport, onevenwichtig en onevenredig bij moet dragen aan de
voorgestelde belastingverlaging.
De belangrijkste voorgestelde financieringsbronnen voor de verlaging
-afschaffen van een deel van de specifieke afdrachtskorting (SPAK)
voor lage lonen en een verhoging van de Regulerende Energiebelasting
(REB)- zullen in vele sectoren ongewenste lastenverschuivingen teweeg
brengen. Een gemiddeld metaalbedrijf met 15 personen in dienst zal als
gevolg van het plan van de Commissie Van Rooy er jaarlijks 15.000
gulden op achteruit gaan. Een cafetaria met 3 personen in dienst
levert jaarlijks 1000 gulden in. Een meubelzaak met 6 personen in
dienst zal er jaarlijks 10.000 gulden bij inschieten. Bij een
teruglopende economische groei zullen deze bedragen fors toenemen.
MKB-Nederland begrijpt niet dat een, met name in het mkb, effectief
arbeidsmarktinstrument als de SPAK gekortwiekt zou moeten worden om
een generieke lastenverlichting in te voeren. Dit, terwijl juist het
succes van bijvoorbeeld het allochtonenconvenant mede wordt
veroorzaakt door de werking van de SPAK.
Daarnaast vindt MKB-Nederland het voorts onbegrijpelijk dat in de
voorstellen van de Commissie Van Rooy de 93 grootste
energieverbruikers van Nederland (verantwoordelijk voor 80% van het
totale zakelijke energieverbruik in Nederland) niet mee hoeven te
betalen aan de verhoging van de Regulerende Energiebelasting, maar wel
in aanmerking komen voor de belastingverlaging. De argumentatie in het
rapport spitst zich toe op het bestaan van een afspraak (convenant)
uit 1999 tussen deze bedrijven en de overheid. Deze afspraak zou het
de overheid verbieden enige specifieke heffing op energie in te voeren
voor deze bedrijven. MKB-Nederland is van mening dat deze afspraak
gemaakt is in het kader van energiebesparing en niet in het kader van
lastenverlichting. De overheid -en dus ook de Commissie Van Rooy-
hoeft zich er derhalve niet aan gebonden te achten.
De Commissie Van Rooy spreekt de wenselijkheid uit van een verlaging
van de Vennootschapsbelasting met 5% tot 30%. De commissie komt
tegelijkertijd tot de conclusie dat de benodigde 5 miljard gulden niet
volledig door de Rijksoverheid kan worden vrijgemaakt. MKB-Nederland
ziet twee oplossingen: een verlaging met een minder ambitieus
percentage van 2% of 3% volledig door de overheid gedragen, of de
introductie van een heffing voor grote energieverbruikers waarbij de
SPAK in stand kan blijven.
Informatie: mr. J.G.S. Warmerdam