Oudkerk wil niet-roker beschermen en stopper ondersteunen
11 juni 2001 Rob Oudkerk
Zowel binnen Europa als wereldwijd loopt Nederland niet bepaald
voorop bij het nemen van maatregelen om het roken te beperken. Dat
bleek weer eens toen de herziene Tabakswet onlangs in de Tweede
Kamer werd behandeld. Daarin ontbrak bijvoorbeeld nog steeds
ondersteuning voor 'stoppers'. Reden voor PvdA-woordvoerder
gezondheidszorg Rob Oudkerk om een motie in te dienen waarin werd
gesteld dat de ondersteuning bij het stoppen van roken vanuit het
oogpunt van verslavingsbeleid voor een vergoeding in aanmerking
dient te komen.
De motie werd aangenomen, evenals een andere motie van Oudkerk
waarin de regering werd gevraagd de mogelijkheden te onderzoeken om
kinderen met chronische luchtwegaandoeningen beter te beschermen
tegen hun rokende omgeving. Oudkerk: 'Er zijn meer dan 100.000
astmatische kinderen in ons land. Ouders die gewoon blijven
doorpaffen in het bijzijn van die kinderen zijn onverantwoordelijke
idioten. Maar het is niet alleen een zaak van eigen
verantwoordelijkheid. De overheid heeft hier een wettelijke
preventieve taak. De zin van wet- en regelgeving over roken ligt in
de ondersteuning van rokers die willen stoppen, in het ontmoedigen
van de potentiële aanstaande roker en in de bescherming van de
niet-roker.'
Jongeren dienen extra beschermd te worden als het gaat om het
bieden van mogelijkheden om tabakswaren aan te schaffen, vindt
Oudkerk. Daarom diende hij eveneens een motie in om voor alle
verkooppunten de betaalmogelijkheid via een bankchipkaart te
introduceren omdat dit betaalmiddel bij uitstek geschikt is om de
handhaving van de leeftijdsgrens te garanderen. De regering hield
deze motie aan om te kunnen onderzoeken hoe de motie van Oudkerk
het beste vorm kan worden gegeven.