http://www.minbuza.nl/content.asp?Key=416499
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 DEN HAAG Directie Europa Afdeling Oost-Europa en Centraal-Azië Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag
Datum 11 juni 2001 Auteur DEU
Kenmerk DEU-238/01 Telefoon 070 - 348 5334
Blad /1 Fax 070 - 348 5329
Bijlage(n) E-mail deu@minbuza.nl
Betreft Beantwoording van vragen van de leden Verhagen en Van Ardenne - Van der Hoeven over het bezoek aan Rusland
C.c.
Zeer geachte Voorzitter,
Onder verwijzing naar de brief van de Griffier Uwer Kamer d.d. 7 juni 2001, kenmerk 2000111710, waarbij gevoegd waren de door de leden Verhagen en Van Ardenne - Van der Hoeven overeenkomstig artikel 134 van het Reglement van Orde van de Tweede Kamer bij U ingediende vragen, heb ik de eer U als bijlage dezes het antwoord op de gestelde vragen te doen toekomen.
De Minister van Buitenlandse Zaken
Antwoord van de heer Van Aartsen, Minister van Buitenlandse
Zaken, op vragen van de leden Verhagen en Van Ardenne-van der Hoeven.
Vraag 1
Bent u bereid bij het aanstaande Staatsbezoek uw Russische collega Ivanov
aan te spreken op het Russische optreden in Tsjetsjenië?
Antwoord
Ja. Tijdens het Staatsbezoek zijn de Nederlandse zorgen inzake het Russische
optreden in Tsjetsjenië uitdrukkelijk aan de orde geweest bij het gesprek
dat ik had met mijn collega Ivanov.
Vraag 2
Bent u voornemens in dat gesprek aan de orde te stellen dat de klachten die
worden ingediend bij de mensenrechtencommissie in Tsjetsjenië grotendeels
worden geseponeerd, ondanks toezeggingen aan de Raad van Europa hierover?
Antwoord
Het is mij bekend dat de Russische civiele en militaire aanklagers uiterst
traag en gebrekkig klachten verwerken die worden verzameld en ingediend via
onder meer het kantoor van de Presidentiële Vertegenwoordiger voor de
Mensenrechten in Tsjetsjenië, Kalamanov. Een relatief groot aantal zaken
wordt bovendien geseponeerd.
De noodzaak van geloofwaardige opvolging - waar nodig ook strafrechtelijk -
van klachten over mensenrechtenschendingen is een hoofdthema in mijn
besprekingen met minister Ivanov over Tsjetsjenië. Ik ontwaar een toenemende
politieke bereidheid in Moskou om de problematiek van de
mensenrechtenschendingen te onderkennen. Ook toonde Minister Ivanov in ons
gesprek groeiende bereidheid om te zoeken naar een politieke oplossing voor
het conflict.
De nieuwe Gezamenlijke Werkgroep van leden van de Doema en van de
Parlementaire Assemblee van de Raad van Europa, die onder meer leidde tot
rapportage door het Openbaar Ministerie over de stand van zaken van
strafrechtelijke vooronderzoeken m.b.t. mensenrechtenschendingen in
Tsjetsjenië, acht ik een voorbeeld van toegenomen mogelijkheden tot concrete
samenwerking. De situatie m.b.t. vervolging van schenders van mensenrechten
blijft echter volstrekt onder de maat. Deze heeft dan ook mijn speciale
aandacht bij alle zich daartoe lenende contacten met mijn Russische
ambtsgenoot.
Vraag 3
Wilt u uw Russische collega ook aanspreken op het feit dat de Russische
minister van Justitie heeft aangekondigd dat Rusland het moratorium op de
ten uitvoerlegging van de doodstraf zal intrekken?
Antwoord
Naar mijn weten heeft Minister Tsjaika van Justitie in aanwezigheid van
Secretaris-Generaal Schwimmer van de Raad van Europa gezegd herinvoering van
de doodstraf voor "veroordeelde terroristen" nodig te achten. Ik beschouw
dit als een uiterst onwenselijke politieke uitspraak, die vooral bestemd was
voor het Russische publiek. Ik vertrouw er op, en laat dat ook aan mijn
Russische ambtsgenoot weten, dat deze uitspraak geen beleidsvoornemen
inhoudt van de Russische regering. Dergelijke uitspraken uit de mond van een
bewindsman passen een lidstaat van de Raad van Europa niet.
Overigens is het programma van het Staatsbezoek zodanig ingericht dat juist
aan het soms moeizame transformatieproces van de Russische Federatie veel
aandacht is besteed. De economische situatie, het investeringsklimaat en de
werkomstandigheden voor particuliere bedrijven kwamen aan bod, evenals
sociaal-maatschappelijke kwesties en onderwerpen als de rechtsstaat in het
algemeen en de persvrijheid. Hare Majesteit de Koningin heeft in haar
toespraak tijdens het Staatsbanket ook aan deze laatste thema's aandacht
besteed.
Ook de verhoudingen tussen de federale en lagere overheden en de verschillen
tussen diverse regio's in de Russische Federatie kregen een plaats in het
programma. Al de bezoeken en ontmoetingen in dit kader boden de mogelijkheid
een indruk te krijgen van de stand van het transformatieproces, van
problemen die zich daarbij voordoen en van de mate waarin en de wijze waarop
Rusland streeft naar nauwere aansluiting bij de Europese waardengemeenschap.
Vraag 4
Zult u met uw Russische collega ook spreken over de zorgwekkende situatie
ten aanzien van de vrijheid van de meningsuiting, met name wat de vrije
media betreft?
Antwoord
De persvrijheid en recente ontwikkelingen op dat gebied heb ik uitgebreid
besproken met mijn collega Ivanov tijdens diens bezoek aan Nederland op 11
april jl. Ik informeerde de Kamer daarover al in antwoord op vragen van het
lid Koenders (Aanhangsel Handelingen 1199, dd 16 mei).
Zoals ik bij vraag 3 al aangaf heeft ook tijdens het Staatsbezoek de positie
van de media de nodige aandacht gekregen. Prins Willem-Alexander ontmoette
de Nederlandse oprichter en een aantal journalisten en medewerkers van
Independent Media, een groot media-concern in de Russische Federatie. Hare
Majesteit en haar gehele gevolg bezochten in Nizjny Novgorod een
trainingscentrum voor medewerkers van regionale televisiekanalen, hetgeen de
mogelijkheid bood ook enig inzicht te verkrijgen in de situatie van de media
op regionaal niveau.