Kamervragen en antwoorden
Het bureau Werving en Selectie
11-06-2001
Vragen van het lid Van Ardenne-van der Hoeven (CDA) aan de staatssecretaris van Defensie over het bureau Werving en Selectie.(Ingezonden 7 mei 2001)
1 Is het waar dat u drie officieren van het bureau Werving en Selectie tegelijk hebt overgeplaatst? (Algemeen Dagblad, 28 april jl.)
1 Ja, op 24 april jl. is de betrokken krijgsmachtdelen verzocht drie
hoofdofficieren van Defensie Werving en Selectie (DWS) te Amsterdam in
aanmerking te laten komen voor vroegtijdige functieroulatie en hen een
andere passende functie binnen het eigen krijgsmachtdeel aan te
bieden.
2 Wat is de reden van deze plotselinge overplaatsing?
4 Sinds wanneer is bekend dat bij het bureau Werving en Selectie de bedrijfsvoering tekortschiet? Wie is daarvoor verantwoordelijk? Wat ontbrak aan het functioneren van de overgeplaatste officieren?
2 en 4 Met mijn brieven van 30 mei 2000 (TK 19992000, 26 900, nr. 27)
en 31 oktober 2000 (TK 20002001, nr. 32) bent u geïnformeerd over het
integrale verbeteringstraject inzake de personele bezetting van de
krijgsmacht. Gestalte geven aan de zogeheten «ketenbenadering»
(integrale sturing en beheersing) en de omvorming van DWS tot een
facilitair keurings- en selectiecentrum zijn hierbij zoals bekend
belangrijke speerpunten. Vooral de besturing en interne organisatie
verdienen in dit kader extra aandacht. Onlangs werd duidelijk dat bij
DWS sprake was van een onwerkbare situatie en dat op belangrijke
onderdelen van het verbeteringstraject, zoals het beperken van de
doorlooptijd van de keuringen en selecties tot vier weken onvoldoende
resultaat werd behaald.
3 Heeft dit besluit te maken met de tegenvallende wervingsresultaten?
Zijn deze resultaten dit jaar slechter dan vorig jaar? Kunt u aangeven
in welke mate?
5 Is er een aantoonbare relatie tussen de tekortschietende
bedrijfsvoering op het Bureau Werving en Selectie en de tegenvallende
wervingsresultaten? Zijn de overgeplaatste officieren beoordeeld op de
tekortschietende bedrijfsvoering of op de tegenvallende
wervingsresultaten?
3 en 5 Uiteraard hebben problemen met betrekking tot de interne
organisatie en besturing effecten op de prestaties van die
organisatie, hetgeen onder meer tot uitdrukking kwam in de te lange
doorlooptijd. Het ligt voor de hand dat bij een krappe arbeidsmarkt de
doorlooptijden in de keuring en selectie het wervingsresultaat
beïnvloeden; immers kandidaten die meer ijzers in het vuur hebben,
zullen afhaken omdat elders eerder zekerheid ontstaat over een baan.
Onderzoek hiernaar is echter niet verricht en dit verloop kan thans
dan ook niet worden gekwantificeerd.
6 Zijn van tevoren met de officieren afspraken gemaakt over de
bedrijfsvoering en over de te behalen wervingsresultaten? Zo nee,
waarom niet?
6 Met de hierboven genoemde brieven aan uw Kamer, met mijn brief van
16 oktober 2000 (TK 20002001, 27 400 X, nr. 7) en de briefing aan uw
Kamer terzake d.d. 30 november 2000 heb ik u toegelicht dat de
krijgsmachtdelen aan DWS een wervingsopdracht geven, die doorlopend
aan de hand van relevante ontwikkelingen wordt bijgesteld. Afspraken
met betrekking tot de bedrijfsvoering worden jaarlijks op basis van
een bedrijfsplan vastgelegd in een managementcontract tussen de
Commandant Dico en de Directeur DWS.
7 Hebben onderzoeken zoals van Rijnconsult en de RVD vorig jaar al
niet eerder aangetoond dat het Bureau Werving en Selectie
bureaucratisch werkt? Is er een recent onderzoek naar de gang van
zaken bij Werving en Selectie gehouden? Zijn de resultaten van dit
onderzoek voor de Tweede Kamer beschikbaar?
8 Welke maatregelen heeft u nog meer genomen om de bedrijfsvoering op
Werving en Selectie te verbeteren?
9 Bent u voornemens om het Bureau Werving en Selectie te
reorganiseren? Zo nee, waarom niet? Zo ja, kunt u aangeven welke
maatregelen u daarvoor gaat nemen?
7,8 en 9 Onderzoeken van Rijnconsult en de RVD hebben aangetoond dat
diverse verbeteringen in het totale proces van in-, door- en uitstroom
van personeel mogelijk zijn. Vervolgens is en wordt gewerkt aan de
implementatie van de verschillende activiteiten. Over de voortgang
bent u geïnformeerd met de brief «verbetering personeelsvoorziening
krijgsmacht» van 7 juni jl. (3 e voortgangsrapportage). Het besluit
tot vervroegde functieroulatie is gebaseerd op constateringen en
feiten (zoals hierboven bij de antwoorden op vraag 2 en 4 genoemd)
door de Commandant Dico, aan wie de Directeur DWS verantwoording
aflegt. Er zijn dus geen nadere onderzoeken geweest.
10 Bent u er nu van verzekerd dat de bedrijfsvoering op het Bureau Werving en Selectie voortaan adequaat verloopt?
10 Alle maatregelen moeten ertoe leiden dat de werving en de selectie
van personeel voor de krijgsmachtdelen doeltreffender en doelmatiger
zal verlopen.