Morgen, 9 juni 2001, start de EU-opleiding voor jonge ambtenaren die in dienst willen treden bij één van de instellingen van de Europese Unie. Deze opleiding, een initiatief van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en het ministerie van Buitenlandse Zaken, is erop gericht het slagingspercentage van Nederlanders die deelnemen aan de eerste ronde van de Europese concoursen te verhogen van drie procent naar vijf tot zes procent.
De cursus, georganiseerd door het Instituut Clingendael, bestaat uit vijf zaterdagen en wordt gevolgd door honderd geselecteerde deelnemers. Zij krijgen studiemateriaal aangeboden over de onderwerpen Europese integratie en geschiedenis, EU-instellingen, besluitvorming en beleid waarbij de nadruk ligt op het uit het hoofd leren en kunnen reproduceren van feiten. Daarnaast wordt ook aandacht besteed aan de spreek- en schrijfvaardigheden in de Nederlands taal en een tweede Europese taal.
In de kabinetsnotitie Bevordering plaatsing Nederlanders bij de diensten van de Europese Commissie, die op 14 juli 2000 door het kabinet is aanvaard, blijkt dat de Nederlandse presentatie bij de Europese Commissie in de cruciale A-rangen (beleidsmedewerker/management) achterblijft bij het personeelsquotum, dat de Europese Commissie voor Nederland hanteert. Daarom is er een aantal voorstellen ontwikkeld om deze ontwikkeling om te buigen, waaronder deze EU-opleiding.
Noot voor de redactie,