Ministerie van Financiën
http://www.minfin.nl
MINFIN:Antwoorden over het keuzeregime werknemersopties
PERSBERICHTNR. 01/168 Den Haag 8 juni 2001
ANTWOORDEN VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIEN OP VRAGEN VAN HET LID
VAN DE TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL OVER HET KEUZEREGIME
WERKNEMERSOPTIES.
Vragen:
1.
Is het waar dat werknemer en inhoudingsplichtige gezamenlijk de
inspecteur schriftelijk moeten informeren indien een werknemer gebruik
wil maken van het keuzeregime van artikel 10a, lid 1 van de Wet op de
Inkomstenbelasting 2001?
2.
Ziet u in dat aan bovengenoemde formele voorwaarde niet voldaan kan
worden indien de Nederlandse werknemer deelneemt in de optieregeling
van de buitenlandse moedermaatschappij van de Nederlandse vennootschap
waar de werknemer in dienst is, aangezien de moedermaatschappij niet
inhoudingsplichtig is?
3.
Hoe moet de verklaring in zulke gevallen worden ondertekend?
Antwoorden:
1.
Ja. In artikel 10a, tweede lid, van de Wet op de loonbelasting 1964 is
bepaald dat werknemer en inhoudingsplichtige gezamenlijk de inspecteur
op de hoogte dienen te stellen van de keuze van de werknemer voor
toepassing van het eerste lid van dat artikel.
2.
In de situatie waarin een Nederlandse werknemer deelneemt aan een
optieregeling van de buitenlandse moedermaatschappij van de
Nederlandse vennootschap waar de werknemer in dienst is, kan er naar
mijn oordeel redelijkerwijs vanuit worden gegaan dat de Nederlandse
werkgever op de hoogte is van deze optieregeling en de deelname
daaraan door de werknemer. Onder die omstandigheden is de Nederlandse
werkgever in elk geval inhoudingsplichtig. Het arrest van de Hoge Raad
van 1 november 2000, nr 361 (gepubliceerd in VakstudieNieuws
2000/52.31) lijkt erop te wijzen dat bij optietoekenning in
internationaal concernverband de Nederlandse werkgever vrijwel steeds
als inhoudingsplichtige aangemerkt kan worden.
3.
Ondertekening van de verklaring kan, gelet op het onder 2 gegeven
antwoord, in de regel plaatsvinden door de werknemer en de
Nederlandse werkgever. Als de optieregeling geheel buiten de
Nederlandse werkgever om geschiedt, bestaat wellicht geen mogelijkheid
om gebruik te maken van het keuzeregime. Deze situatie kan desgewenst
worden voorkomen door de Nederlandse werkgever wel bij de
optieregeling te betrekken.
Woordvoerder: drs. P.A.W. Lamers
telnr. 070 - 342 8403
08 jun 01 11:14